Mark Boog. Liefde in tijden van brand. Cossee, 2019.

 


Mark Boog lees ik zolang hij publiceert al vanwege de zinnen. Ik zie in recensies dat men vlijtig heeft nageteld dat iedere afdeling in deze bundel veertien gedichten telt, met aan het begin een gedicht in cursief. Ik zie bessprekingen van de thematiek, van het 'verhaal' dat deze gedichten samen lijken te vertellen, een verhaal van twee mensen die in tijden van crisis liefst binnenblijven en zich warmen aan elkaar (toen de bundel verscheen had niemand nog van corona gehoord). 

Het zegt me niet zo veel. Met de aritmetische constructie kan ik niet zoveel, het lijkt me vooral een steiger die de dichter heeft neergezet om zijn bundel een structuur te geven (ieder gedicht een regel in het sonnet van een afdeling).  En dat geldt eigenlijk ook voor de geschiedenis – liefde in tijd van brand hebben we inmiddels allemaal thuis ook.

Nee, Boog is een lyricus in de klassieke zin van het woord, iemand die taal schrijft die boven het hier en nu weet uit te stijgen, die uitstijgt boven het verhaal, bij wie het niet gaat om de persoon van de dichter of van de lezer, of de letterlijke mededeling, maar om iets tijdlozers. Wel is hij een lyricus die minder grijpt naar de traditionele lyrische middelen om zijn gedichten inderdaad te laten vliegen, maar de zin. Dat lijkt me het raadsel van Boog: dat hij af en toe zinnen weet te schrijven die je bijblijven.

Er is een tijd geweest dat ik op mijn eigen website een motto van de maand zette. Heel vaak was dat een tekst van Boog, want zijn gedichten bulken van dat soort motto's – net iets te geheimzinnig voor een tegeltje. 

Ook in Liefde in tijden van brand lukt hem dat af en toe:

Wij, binnenhuisacrobaten, boven
het ijle vangnet van de muziek.

of
De herinnering klopt zo nu en dan
haar poetsdoek uit boven onze oude uren.

of

(...) De doodse kloven, brokkelende
rotsen rond ons kleine feest beklemtonen
de juichende wanhoop (...) 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.