Philippe Besson. Arrête avec tes mensonges. Julliard, 2017.

 


Wie wel weer eens ouderwets zijn keel wil laten dichtknijpen door een tragisch liefdesverhaal, leze Arrête avec tes mensonges van Philippe Besson. Wie het daarbij drooghoudt, moet maar verder geen liefdesverhalen meer lezen.

Arrête avec tes mensonges is het verhaal van iemand die Philippe Benson heeft, en schrijver is van fictie maar die voortdurend beweert nu wel de waarheid te vertellen. We nemen het daarom van hem aan, ook omdat het boek zonder al te veel opzichtige literaire middelen wordt verteld: rechttoe, rechtaan. Toen hij zeventien was had hij, Philippe, lezer, nerd, een aantal maanden iets met een van de populairste en knapste jongens van de school, Thomas. 

Die liefde bestond in eerste instantie vooral uit seks, maar later uit ook meer tederheid. Al die tijd moest hij echter van Thomas geheim worden gehouden. En dat denk je als lezer, niet alleen omdat Thomas niet wil uitkomen voor zijn geaardheid, maar ook omdat ze te verschillend zijn: Philippe een jongen uit een intellectueel milieu, in een huis vol boeken, Thomas afkomstig uit een boerenfamilie. Philippe die de wereld gaat veroveren, Thomas die de boerderij van zijn vader overneemt. Het is het eerste wat Thomas tegen Philippe zegt, als deze vraagt waarom hij voor hem is gevallen: jij gaat weg, wij blijven hier.

Die affaire, uit 1984, krijgt de meeste aandacht, maar de twee veel kortere hoofdstukken daarna, zijn pas echt onvergeeflijk. Ze spelen in 2007 en 2016. In het eerste jaar ontmoet Philippe, ondertussen inderdaad een gevierd schrijver, die de helft van het jaar in Parijs woont en de andere helft in Los Angeles – zijn stijl van schrijven is ook inderdaad Amerikaans, zonder opsmuk, effectief – de zoon van Thomas tegen, Lucas. In 2016 komt deze Philippe nogmaals opzoeken, en dan om iets verschrikkelijks te vertellen. Waar Philippe ervan uitging dat hij na de affaire, na het eindexamen, min of meer werd weggedaan en vervolgens na enige moeite is verder gegaan met zijn openlijk homoseksuele leven, blijkt Thomas snel erna getrouwd te zijn, maar Philippe nooit te zijn vergeten, zonder daar ooit met iemand over te praten.

Een verknipt bestaan, dat leidde tot de zelfmoord van Thomas. 

Want de kwestie van de leugens komt herhaaldelijk aan de orde, in dit boek. De leugens waar de schrijver van leeft die de voorkeur geeft aan fictie boven autobiografie, én de veel grotere leugen die het zwijgen uiteindelijk is. De leugen van degene die weggaat en alles achter zich laat tegenover de leugen van degene die blijft en zich aanpast.

Wat dat betreft is het dus wel belangrijk dat de schrijver zo nadrukkelijk zegt dat dit zijn eigen verhaal is en zelfs dat hij af en toe toegeeft een scene te verzinnen, terwijl hij ondertussen met een laserstraal het beeld van Thomas in het hoofd van de lezer graveert – mooie, geheimzinnige Thomas, die iedereen kon krijgen, maar zijn levenlang alleen de onbegeerlijke nerd had gewild. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.