tag:blogger.com,1999:blog-30838092024-03-19T09:47:48.689+01:00las!Boeken die <a href="http://www.vanoostendorp.nl/">Marc van Oostendorp</a> voor zijn plezier lasMarc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.comBlogger943125tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-24594315057808652842022-01-10T18:24:00.005+01:002022-01-10T18:24:44.874+01:00Het evangelie van Mattheüs. (NBV21)<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEi7kdJDXmObxZTqTDWJQuRAtfs7BkU1nR8bRC-AbO1V3o6sJSEm95RdAVe3LZqCim48tM9YWhsHAMQj7pMV_omx8bgD4jduOT5FW-2RsCMmep0_43teTrxDSVP2mrMTkbrjsRHbVREzfyUbyL6QPLbZ65cx1Ocb-ZYIZsojkMkPNsCn3ZRtboo=s946" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="946" data-original-width="750" height="491" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEi7kdJDXmObxZTqTDWJQuRAtfs7BkU1nR8bRC-AbO1V3o6sJSEm95RdAVe3LZqCim48tM9YWhsHAMQj7pMV_omx8bgD4jduOT5FW-2RsCMmep0_43teTrxDSVP2mrMTkbrjsRHbVREzfyUbyL6QPLbZ65cx1Ocb-ZYIZsojkMkPNsCn3ZRtboo=w390-h491" width="390" /></a></div><br /><p></p><p>De Nieuwe Bijbelvertaling 2021 moet natuurlijk wel gelezen worden. Het is een prettig leesbare vertaling. Ik besloot om het Nieuwe Testament erin te lezen, dat ik minder goed ken dan het Oude. Om te beginnen het evangelie van Mattheüs waarvan ik een deel in het Duits uit mijn hoofd ken, vanwege Bach, maar grote delen ook niet.</p><p>Jezus is een onruststoker, in dit evangelie. Het is duidelijk dat hij iemand is die de gevestigde religieuze orde tergt, en alles helemaal anders wil. Wat hij inhoudelijk dan precies allemaal anders wil is niet eens zo makkelijk te zeggen, en toch ook weer wel: hij wil weg van sociale structuren, hij wil dat ieder mens individueel hem volgt, en wel tot in het extreme. Godsdienst is een individuele keuze, niet langer een kwestie van voortbouwen op wat eerdere generaties gebouwd is – hoewel Mattheüs tegelijkertijd de hele tijd naar de profeten verwijst om te bewijzen dat Jezus echt de Messias is. </p><p>De individuele keuze moet wel meteen radicaal zijn. Het gaat niet langer om overspel (iets wat je van buiten kan zien) maar zelfs om de <i>gedachte</i> aan overspel. Religie zit niet van buiten, maar van binnen. Jezus is misschien wel de uitvinder van het binnenste van de mens. </p><p>Heel moeilijk te begrijpen vind ik dat hij daarbij in raadselen spreekt, en mensen verwijt dat ze die raadselen niet begrijpen. Of, nu, verwijt, hij meldt in ieder geval dat er voor mensen die zijn parabelen niet vanzelf begrijpen weinig hoop is. Tegelijkertijd legt hij zijn volgelingen wel degelijk uit wat hij precies met die verhalen bedoelt. Hoe moeten we dat begrijpen?</p><p>Er zit sowieso iets onredelijks in de Jezus van Mattheüs. Je moet alles weggooien om hem te volgen, je moet alles begrijpen wat hij zegt, maar het enige dat hij daartegenover stelt zijn de wonderlijke genezingen die hij kan laten zien. Is dat genoeg bewijs?</p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-25020133241698076652022-01-08T21:48:00.002+01:002022-01-08T21:48:20.303+01:00Godfried Bomans. In alle ernst. De keuze van Joost Prinsen. Meulenhoff, 2021<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEifIr-PPT5nrgrib5iupduALSXzuKfBVWMrKUUcrqyNtIVZfGjFwgO9n88oZ3D7rUXwIw9bEA1-IoaV9gZA1Sj0oLy9BS6gYpePLGja8YyrI_XKyNSQwKPYIjpUUazxUKACEvanwg/" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="800" data-original-width="514" height="609" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEifIr-PPT5nrgrib5iupduALSXzuKfBVWMrKUUcrqyNtIVZfGjFwgO9n88oZ3D7rUXwIw9bEA1-IoaV9gZA1Sj0oLy9BS6gYpePLGja8YyrI_XKyNSQwKPYIjpUUazxUKACEvanwg/w391-h609/9789029094849.jpeg" width="391" /></a></div><p></p><p>Joost Prinsen suggereert, nee, <i>zegt</i> in zijn inleiding bij deze keuze van beschouwingen van Godfried Bomans dat dit de definitieve selectie van stukken van Godfried Bomans is. Iedereen die zijn taak even serieus zou nemen, zou met de selectie komen. Ik weet niet of dat een grapje is, maar het is in ieder geval onzin.</p><p>En toch is de keuze van Prinsen een heel goede. Hij heeft gekozen voor de stukken waar Bomans wat minder de <i>pleaser</i> probeerde uit te hangen, de wat ernstiger stukken, de essays. Het is misschien waar dat je juist daar de stijl beter kunt zien al moet ik toegeven dat ik in zo'n selectie toch ook wel wat van de heel komische stukken zou toevoegen. Maar dat kan natuurlijk niet, want dan zou mijn selectie anders zijn geweest.</p><p>Maar beter dan zijn stijl was Bomans in zijn psychologisch inzicht. Het fraaiste stuk is dat waar hij de relatie beschrijft tussen de in zijn tijd waanzinnig populaire schrijver Charles Dickens – Bomans was een groot fan van hem – en de veel minder beroemde, maar veel subtielere schrijver William Makepeace Thackeray. De mannen hadden jarenlang een vete die ze uiteindelijk bijlegden, maar de manier waarop Bomans beschrijft hoe ze onderling over elkaar moeten hebben gevoeld – Thackeray die te sjiek was om zich druk te maken over Dickens' verkoopcijfers, Dickens die daar nooit overheen kwam, de wederzijdse bewondering die daar ook weer onder lag, Bomans weet het in een paar pagina's te beschrijven.</p><p>Je kunt de twee Britten zien als de twee kanten die Bomans in zich had, het populaire van Dickens dat het subtiele van Thackeray verdrong (voordat Joost Prinsen het weer opdiepte). Maar het is vooral ook een heel fraai, en met grote kennis geschreven portret van twee mannen.</p><p><i>In alle ernst</i> laat zien dat Bomans een groot Nederlands essayist was.</p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-80611500566068449832022-01-06T10:41:00.004+01:002022-01-08T21:49:21.713+01:00Rob van Essen. Miniapolis. Atlas Contact, 2021<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEgx02z2d7UmSA1iT3h2pTpfJ_GnA7_3adrrrw3fnb_YdoGtQJQMIgHPJO5tA18qlw5Y-GvJ5NkE7_V9Y-HUL1QrijEM2N5lWIhrvCgI5auIDEEKcMlL6A6CGhwHbkUeamdXm0wDpgrcWEkPPlMcZpITTnGvSFgl7ScbksUAUPIogPzWuORSj70=s468" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="468" data-original-width="300" height="487" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEgx02z2d7UmSA1iT3h2pTpfJ_GnA7_3adrrrw3fnb_YdoGtQJQMIgHPJO5tA18qlw5Y-GvJ5NkE7_V9Y-HUL1QrijEM2N5lWIhrvCgI5auIDEEKcMlL6A6CGhwHbkUeamdXm0wDpgrcWEkPPlMcZpITTnGvSFgl7ScbksUAUPIogPzWuORSj70=w312-h487" width="312" /></a></div><br /><p></p><p><i>Miniapolis</i> is de overtreffende trap van een road movie. De drie hoofdpersonen, waarvan er twee alleen een achternaam hebben (Wildervanck en Scherpenzeel) en één alleen een voornaam (Jonathan) gaan eerst te voet, dan per fiets en uiteindelijk in een vliegtuigje, dat bestuurd wordt door het enige personage met een voor- én een achternaam, Charlie Quarles. Totdat dit vliegtuigje uit elkaar valt, en de personages allemaal op eigen kracht met onbekende bestemming wegvliegen. Terwijl ze eigenlijk net thuis gekomen zijn.</p><p>Er is geen schrijver zoals Rob van Essen. Een schrijver die laat zien wat een verhaal vertellen is – alles kan in een verhaal, en toch weer niet. De personages maken allemaal ongelooflijke dingen mee, en ze geloven elkaar dan ook niet of nauwelijks als ze die ongelooflijke dingen aan elkaar vertellen. Wat de ander vertelt kan niet waar zijn, terwijl op de keper beschouwd hun eigen verhaal even ongelooflijk is.</p><p>Het is meer zo dat de ongelooflijkheid van iemand anders er niet óók nog bij past.</p><p>Maar <i>Miniapolis</i> is veel meer dan een verhaal over het vertellen van verhalen. Het is ook een verhaal over afmetingen. De titel verwijst naar een miniatuurstadje waar Scherpenzeel ooit naartoe is geweest met zijn ouders: afmetingen van gebouwen spelen op allerlei manieren een belangrijke rol. Joanathans heeft bijvoorbeeld op het dak van een gigantisch huis gewoond – dat later de omvang blijkt te hebben gehad van een hele stadswijk. Het verhaal begint in zekere zin met het feit dat Wilvervanck, die boven zijn kantoor woont, besluit om voortaan naar zijn werk te fietsen. Ook de afmetingen – lang, groot, enz. – van de personages worden, eh, breed uitgemeten.</p><p>En alles en iedereen is <i>larger than life.</i></p><p>Geografie speelt in het werk van Van Essen altijd een belangrijke rol, maar nergens meer en beter dan in <i>Miniapolis. </i>De namen van de hoofdpersonen suggereren Nederlandstalig gebied, maar de stad waar zich een en ander afspeelt is van buitenlaaglandse proporties – aan het eind wordt zelfs gesuggereerd dat het uren zou duren om erover heen te vliegen. </p><p>Van Essen is ook een plezier om te lezen, misschien wel de prettigste persoon om te lezen. Zijn boeken zitten vernuftig in elkaar, maar op geen enkele manier wordt je als lezer gedwongen daarover na te denken. Wildervanck leest in dit boek goedkope detectives en een goede <i>whodunnit</i> zit natuurlijk ook zo in elkaar. Dat is <i>Miniapolis:</i> een <i>wheredunnit.</i> </p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-6403697713513792692021-12-28T15:32:00.002+01:002021-12-28T15:32:18.557+01:00Charles Seife. Hawking, Hawking. The Selling of a Scientific Celebrity. <div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEg-ZIeO1jGAvfNwTwP42_B_GhNEt4PMwc2O83h141KstAOLSGXu1axPHtclNdRhbWiZ4gzkdYtzJDzv9nROyk7ic1UZq-XIaNgQ4WXIeog9pyP_m4YyUFn_upbqQuP8z75aWtIH-YKgTFwJVu10Lz0CAZmDiBc7ybvdElLjkgVxEfX7cV8njDM=s840" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="840" data-original-width="541" height="405" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/a/AVvXsEg-ZIeO1jGAvfNwTwP42_B_GhNEt4PMwc2O83h141KstAOLSGXu1axPHtclNdRhbWiZ4gzkdYtzJDzv9nROyk7ic1UZq-XIaNgQ4WXIeog9pyP_m4YyUFn_upbqQuP8z75aWtIH-YKgTFwJVu10Lz0CAZmDiBc7ybvdElLjkgVxEfX7cV8njDM=w261-h405" width="261" /></a></div><br /><p><br /></p><p>Iemand vertelde Stephen Hawking (1942-2018) ooit dat er een overeenkomst was tussen de beroemde Britse natuurkundige en Marilyn Monroe. Wat was dat dan, vroeg Hawking via zijn computersysteem. "Jullie zijn beiden bang dat je meer gewaardeerd wordt om je lichaam dan om je verstand." Hawking vond het eerst geen leuk grapje, maar moest uiteindelijk toegeven dat er iets in zat.</p><!-- wp:paragraph -->
<!-- /wp:paragraph -->
<!-- wp:paragraph -->
<p>Hij was wereldberoemd, hij was hét icoon van de wetenschap, maar hij leek die beroemdheid voor een groot deel te danken aan de mythe van de man in de rolstoel die vrijwel niets meer kon bewegen, die dus via een computerstem moest praten, maar die desalniettemin raadsels van het universum wist te ontsluieren.</p>
<!-- /wp:paragraph -->
<!-- wp:paragraph -->
<p>In de biografie <em>Hawking Hawking</em> zet de wetenschapsjournalist Charles Seife de mythe en de mens scherp tegenover elkaar. Vooral de laatste decennia, zeker in de eenentwintigste eeuw, heerste de mythe: het genie dat de lichamelijke beperkingen wist te overstijgen, terwijl tegelijkertijd de belangrijkste bijdragen van Hawking in de jaren 60 en 70 lagen (niet zo gek: wiskundige creativiteit dooft vaak uit voor iemands veertigste, en de lichamelijke beperkingen eisten nu eenmaal hun tol) en terwijl het boek dat Hawking echt beroemd maakte, <em>A Brief History of Time</em>, feitelijk slecht geschreven is, en dan ook nog eens nauwelijks door hemzelf. </p>
<!-- /wp:paragraph -->
<!-- wp:paragraph -->
<p>Zozeer overheerste de mythe, of misschien moeten we zeggen: het <em>merk</em> Hawking, dat we zelfs nauwelijks nog iets weten over de persoon. Die kon immers alleen naar buiten komen via die computerstem, en dat kostte de man steeds meer moeite. Bovendien werd hij bovendien omringd door verpleging en andere verzorgers – wat hij diep van binnen dacht is heel lastig vast te stellen en tot handelen was hij niet meer in staat. Hawking het merk was een omhulling geworden die de mens volkomen onzichtbaar maakte.</p>
<!-- /wp:paragraph -->
<!-- wp:paragraph -->
<p>Er wordt in de besprekingen die ik van het boek gelezen soms net gedaan alsof er wordt onthuld dat die Hawking een onaangenaam mens was, en een bedrieger, die wetenschappelijk weinig voorstelde. Maar hij had eigenlijk weinig manieren om zijn hele leven – de ziekte ALS openbaarde zich bij hem al toen hij promovendus was – veel voor te stellen. Je kunt alleen maar zeggen dat hij er gegeven de omstandigheden enorm veel van maakte, ook al was hij dan geen Einstein. </p>
<!-- /wp:paragraph -->
<!-- wp:paragraph -->
<p>Maar wie is er nu wel Einstein.</p>
<!-- /wp:paragraph -->
<!-- wp:paragraph -->
<p>Toch is Einstein heel belangrijk om de mythe Hawking te begrijpen. Volgens Seife was er na de dood van Einstein behoefte aan een nieuw wetenschappelijk icoon zoals hij: iemand die onbegrijpelijk maar belangrijk werk had gedaan, maar tegelijkertijd heel menselijk was, grappig, benaderbaar. Dat gat vulde Hawking.</p>
<!-- /wp:paragraph -->
<!-- wp:paragraph -->
<p>De vraag is alleen: wie heeft er eigenlijk iets aan zo'n icoon? Hawking heeft van zijn roem de dure rekening kunnen betalen voor verpleging en andere ondersteuning, dat is zeker. Maar heeft de wetenschap, of heeft de natuurkunde, of heeft de kosmologie, ook geprofiteerd van die roem? Dat is eigenlijk heel moeilijk te bepalen. Het vak zal wat meer aanzien hebben gekregen, maar je krijgt niet de indruk dat Hawking zich ooit heeft ingezet om anderen beurzen te bezorgen.</p>
<!-- /wp:paragraph -->
<!-- wp:paragraph -->
<p>Hoe interessant het verhaal van Hawking is, ik vind dat Seife er meer van had kunnen maken. Hij heeft de redelijk bizarre keuze gemaakt om het leven achterstevoren te vertellen, van de dood tot aan het leven. Dat is een gimmick: Hawking was zelf geïnteresseerd in de richting waarin tijd zich bewoog, maar het is ook heel onhandig, want vooral in het begin moet Seife voortdurend allerlei achtergronden geven bij gebeurtenissen die later pas duidelijk worden. </p><p>Daarbij geldt dan ook nog dat hij eigenlijk niet zo veel mensen gesproken lijkt te hebben. Als het gaat over de eerste twintig jaar (1942-1962) komt hij in wezen niet veel verder dan het beschrijven van foto's. Maar zo lang geleden is dat niet, er moeten mensen zijn die nog in leven zijn en die iets over die jeugd – de enige periode dat Hawking echt gezond was – kunnen vertellen. </p>
<!-- /wp:paragraph -->Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-22510269308878337172021-09-19T18:41:00.004+02:002021-09-19T18:41:52.738+02:00Chimamanda Ngozi Adichie. Americanah. Alfred A. Knopf, 2013<p></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-aw0CDtS1sVA/YUdlrWghheI/AAAAAAAAaQo/-z4kbpm62zIjAzXW3x9oo1enz4Tu6S-1ACLcBGAsYHQ/Americanah_book_cover.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="499" data-original-width="335" height="383" src="https://lh3.googleusercontent.com/-aw0CDtS1sVA/YUdlrWghheI/AAAAAAAAaQo/-z4kbpm62zIjAzXW3x9oo1enz4Tu6S-1ACLcBGAsYHQ/w257-h383/Americanah_book_cover.jpeg" width="257" /></a></div><br /><br /><p></p><p>Ergens in de rijke roman <i>Americanah</i> klaagt een personage over het feit dat mensen als je een roman leest vragen waar het over gaat. Alsof een roman altijd over maar één ding gaat!</p><p><i>Americanah</i> gaat zeker niet over maar één ding. Het is het verhaal van twee jonge Nigerianen, een vrouw en een man, waarvan de eerste een aantal jaar naar Amerika gaat en de ander een aantal jaar naar Engeland. Ze blijven aan elkaar denken en als ze eenmaal beiden terug zijn in Lagos krijgen ze een verhouding. Maar dat is alleen maar – heel, heel kort – het verhaal en ik geloof niet dat het daar over 'gaat'. Je zou misschien kunnen zeggen dat het over racisme gaat, want daarover wordt veel gepraat en gedacht: het diepgewortelde racisme in Amerika, het wat ontspannener maar nog altijd aanwezige racisme in Engeland, de afwezigheid ervan in Nigeria. Ifemelu, de vrouw, schrijft er haar blogs over, verschillende mensen kijken er verschillend tegenaan. Het boek bevat er satirische beschouwingen over, bijvoorbeeld over de zeer precieze witte Amerikaanse vrouw die iedere zwarte vrouw 'beautiful' noemt, ook als ze lelijk is.</p><p>Het boek gaat net zo goed ook over de liefde – Ifemelu en Obinze hebben ieder hun eigen zoektocht, net trouwens als veel andere figuren in het boek. Wat is liefde? Hoe bepaal je dat iemand een geschikte partner is?</p><p>Maar voor mij, sorry hoor, is het ook een boek over taal. Over het accent van vrijwel alle personages wordt wel wat gezegd, en iedere manier van spreken wordt genoteerd (ik heb ook deels een audioboek gehoord waarin de actrice op een wonderbaarlijke wijze allerlei Britse, Afrikaanse en Amerikaanse accenten tevoorschijn toverde in de dialogen). Ook wordt de manier van dingen vertellen in blogs nadrukkelijk gesteld tegenover die van romans (er zijn integrale blogs opgenomen in het boek). De taal bepaalt je identiteit, <i>Americanah</i> is een in die zin een sociolinguïstische roman. Ifemelu doet de eerste paar jaar haar best om Amerikaans te leren spreken, maar houdt daar op een bepaalde dag radicaal mee op als ze beseft dat haar accent mensen doet denken dat ze haar hele leven in Amerika heeft gewoond.</p><p>Zoals ook de manier waarop Yoruba en Igbo in Nigeria met elkaar omgaan wordt gerelateerd aan hun taal. De Igbo schamen zich voor de hunne, terwijl de Yoruba veel zelfbewuster zijn.</p><p><i>Americanah </i>is met dat alles een rijk boek, een slim boek, een fijn boek, en een boek om nog lang over na te denken.</p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-33331873484114790042021-08-16T08:32:00.002+02:002021-08-16T08:32:52.877+02:00Douglas Adams. The Hitchhiker's Guide to the Galaxy. Random House, 2014.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-B24PqkqJZw4/YRoDgIQMbGI/AAAAAAAAaOQ/z2WWId85E90V9W7uF0Zuhu-0EnSwUcBwgCLcBGAsYHQ/9780345391803-it.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="500" data-original-width="307" height="676" src="https://lh3.googleusercontent.com/-B24PqkqJZw4/YRoDgIQMbGI/AAAAAAAAaOQ/z2WWId85E90V9W7uF0Zuhu-0EnSwUcBwgCLcBGAsYHQ/w414-h676/9780345391803-it.jpeg" width="414" /></a></div><br /><p></p><p>Het is, <a href="http://marc-las.blogspot.com/2002/04/p-douglas-adams.html">zie ik</a>, bijna 19 jaar geleden, sinds ik <i>The hitchhiker's guide to the galaxy</i> las. Wat stond ik er, blijkens mijn aantekeningen, toen boven! Ik heb nu naar de audioversie met Stephen Fry geluisterd, en wat me nu vooral opviel is: wat voor een klassieker dit boek is. Misschien is het dat ondertussen meer geworden dan het indertijd was, maar bijna iedere passage – van de horreurs van de Vogon-poëzie tot en met natuurlijk het antwoord op het mysterie van alles, 42 – hebben een plaats gevonden in de populaire cultuur.</p><p>En toch is het fris en vrolijk, in ieder geval in de wijze waarop Stephen Fry het brengt in dit audioboek. Want wat is die man goed – het Engelse absurdisme komt er goed uit, ieder persoon heeft een eigen, en heel grappige stem zonder dat er iets geforceerd klinkt. </p><p>Het absurdisme in het verhaal zit uiteindelijk toch ook in het herkenbare: iemand kan twee hoofden hebben, of een manisch-depressieve robot zijn, uiteindelijk is het een gewone Engelsman. </p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-72413297006323797622021-08-15T07:06:00.001+02:002021-08-15T07:06:53.885+02:00Heike Geißler. Saisonarbeit. Spector, 2014.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-vXNNRuDKqfw/YRieN4mNdEI/AAAAAAAAaOI/lwHhEBZnGTwzPPbQcPutl0EpTFbKGonVgCLcBGAsYHQ/71d0QG5HWZL.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="1502" data-original-width="936" height="648" src="https://lh3.googleusercontent.com/-vXNNRuDKqfw/YRieN4mNdEI/AAAAAAAAaOI/lwHhEBZnGTwzPPbQcPutl0EpTFbKGonVgCLcBGAsYHQ/w405-h648/71d0QG5HWZL.jpeg" width="405" /></a></div><br /><p></p><p>Een schrijfster in Leipzig kan niet rondkomen van haar schrijven en vertalen en besluit daarom in de kerstperiode een tijdje bij Amazon te werken, om te helpen alle kerstcadeautjes in te pakken. En die schrijfster bent u.</p><p>Heike Geißler heeft de vraag of de <i>ik</i> in het verhaal nu samenvalt met haar zelf op te lossen door de hoofdpersoon aan te duiden met <i>Sie.</i> Zo wordt de lezer zelf degene die zo lang de werkvloer opgaat tot ze opstandig wordt. Overigens komt er af en toe ook nog een <i>ik</i> voorbij, die duidelijk maakt dat ze sommige dingen anders heeft gedaan dan hier beschreven. Zo is <i>u</i> duidelijk wat minder op haar mondje gevallen dan <i>ik</i>, iets eerder in staat om tegen iemand te zeggen waar het op staat.</p><p>Het <i>Sie</i> heeft nog een functie, want een van de draden in het boek is dat men bij Amazon besloten heeft dat iedereen op de werkvloer elkaar aanduidt met <i>Du,</i> als een teken van de 'platte hiërarchie' bij het bedrijf. Hoe plat die hiërarchie ook is, maakt Geißler duidelijk, feitelijk is ze er wel. Met het Sie krijgt de werker het respect terug.</p><p>Heel interessant aan <i>Saisonarbeit</i> is dat het niet speciaal een aanklacht is tegen het bedrijf, zij het misschien wel tegen de samenleving waarin het opereert (de consumptiedrift, de arbeidsbureaus die het kennelijk normaal vinden om mensen min of meer te dwingen van Chemnitz naar Leipzig te reizen voor een baantje). Amazon komt er best genadig af. Aan het eind van het boek zegt de schrijfster dat ze zou willen dat er wat meer aandacht komt voor de stemmen van mensen op de werkvloer, en dan niet als losers of juist als helden, die altijd iets bijzonders maken van het soort werk dat miljoenen doen, maar voor hun alledaagse belevenissen en hun kijk op de werkelijkheid. </p><p>Ik geloof dat dit zo'n boek is: een erudiet boek, half essay, half roman en toch ook nog half lyriek in proza, dat natuurlijk oog heeft voor het absurde, het nare, het komische, maar toch ook vooral voor het gewone. </p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-54751869338581893352021-08-14T07:22:00.003+02:002021-08-14T07:22:56.293+02:00John Carey. A little history of poetry. Yale University Press, 2020<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-zHQ3GwZplVk/YRdOA_wYIGI/AAAAAAAAaNs/JxK-GimLA5E8tYrpaKrrMN_nRDd4lIn7gCLcBGAsYHQ/51wGSAKBqjL.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="500" data-original-width="319" height="645" src="https://lh3.googleusercontent.com/-zHQ3GwZplVk/YRdOA_wYIGI/AAAAAAAAaNs/JxK-GimLA5E8tYrpaKrrMN_nRDd4lIn7gCLcBGAsYHQ/w411-h645/51wGSAKBqjL.jpeg" width="411" /></a></div><i>A little history of poetry</i> is het soort boek dat het waarschijnlijk wereldwijd goed doet: in kleine stukjes verdeeld geeft het een geschiedenis van de poëzie. Het is geschreven door een vooraanstaand criticus en het begint met een definitie van poëzie: "Poetry is language made special, so that it will be remembered and valued." Het belooft, met andere woorden, dat je door 280 bladzijden te lezen wel zo'n beetje bij bent.<p></p><p>Het is ook ongelooflijk oppervlakkig. Als poëzie taal is die bijzonder is gemaakt, waarom verandert wat er bijzonder is dan door de jaren heen? Wat is de relatie tussen je dichtregels herinneren en ze waarderen? Op zulke voor de hand liggende vragen komen er geen antwoorden. In plaats daarvan krijg je een overzicht in column-achtige stukjes – deze <i>little history </i>had zo een serie stukjes in de krant kunnen zijn – met heel veel dingen die ik, toch niet bepaald een kenner van de Engelse dichtkunst, ook wel had kunnen verzinnen.</p><p>Want dat is nog het raarste van dit boek: dat het eigenlijk gaat over de geschiedenis van de Engelse poëzie, maar dat nauwelijks lijkt te kunnen scheiden van 'de' poëzie. Het begint met Homerus en Ovidius, maar al snel gaat het over op <i>Beowulf</i> en hoewel er daarna ineens nog vrij en slechts heel af en toe <i>random</i> stukjes opduiken over Rilke of Poesjkin, gaat het vanaf dan alleen nog over de Engelstalige poëzie.</p><p>Dat die poëzie een plaatsje heeft op het wereldtoneel, op allerlei manieren beïnvloed is geweest door andere culturen die mede bepaalden wat "made special" betekende tot het op zeker moment zélf het centrum werd van de wereldwijde definitie van de poëzie: het moment dat ook de taal waarin die gedichten geschreven zijn wereldwijd de macht kreeg. Het moment dat er boeken konden worden geschreven met als titel "a history of poetry" waarin wordt gedaan alsof alle andere talen slechts bijfiguren zijn. </p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-38210813804014877222021-08-13T08:10:00.004+02:002021-08-13T08:10:55.713+02:00Giulia Alberico. La signora delle Fiandre. Piemme, 2021.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-EuanR1h50vg/YRYFYsRHe7I/AAAAAAAAaNM/qybNtAnJAtwwz6j444mxVSNuRr0rg8pEgCLcBGAsYHQ/9788856679410_0_536_0_75.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="821" data-original-width="536" height="767" src="https://lh3.googleusercontent.com/-EuanR1h50vg/YRYFYsRHe7I/AAAAAAAAaNM/qybNtAnJAtwwz6j444mxVSNuRr0rg8pEgCLcBGAsYHQ/w502-h767/9788856679410_0_536_0_75.jpeg" width="502" /></a></div><br /><p></p><p>Aan de kust van Abruzzo, in het stadje Ortona, woont een oude vrouw: de gravin van Parma Margaretha, samen met een paar van haar getrouwen. Ze kijkt terug op haar leven: geboren als de dochter van keizer Karel en een vrouw uit het Vlaamse volk, steeg ze op tot in hoge kringen. Het werd lange tijd een eenzaam leven, met een eerste man die al na een paar maanden stierf en een tweede van wie ze in ieder geval fysiek niet veel wilde weten, met weinig vrienden, en ook weinig omhanden. Totdat ze voor korte tijd door haar broer Philip tot landvoogd over de opstandige Lage Landen werd gemaakt.</p><p>Ik wist eigenlijk alleen het laatste van haar, en dat er dan in boeken over de opstand altijd wordt gezegd dat ze de menselijke kant van het Spaanse regime liet zien. In deze interessante roman <i>La signora delle Fiandre</i> krijgt ze een gezicht, als iemand die deel uitmaakte van een min of meer ontwortelde internationale elite maar die door intellectuele belangstelling in aanraking komt met de min of meer moderne ideeën van zulke verschillende geesten als Ignatius van Loyola, Erasmus en Copernicus. </p><p>Hoeveel er waar is van wat Giulia Alberico vertelt, weet ik niet, ze heeft duidelijk een roman geschreven en doet niet aan bronvermelding, maar als roman is <i>La signora delle Fiandre</i> geslaagd, vooral psychologisch. De lichamelijke afkeer van een man die ze op zich sympathiek vindt (hij ruikt niet lekker), haar manier om zich van fysiek contact af te keren, een heel late aantrekkingskracht voor een andere man, namelijk de graaf van Egmont, het wereldvreemde van deze vrouw die precies daardoor achteraf beslissingen heeft genomen waar je alleen maar sympathie voor kunt hebben, haar contacten met Greta, de ingewikkelde verscheurdheid tussen noord en zuid, het wordt allemaal heel invoelbaar. </p><p>Voor mij persoonlijk is er nog de extra dimensie dat ik iedere vakantie wel een keer in Ortona kom, omdat de stad vlakbij de plaats ligt waar ik al die vakanties doorbreng. Ik wist wel dat Margaretha van Oostenrijk hier had gewoond, maar dacht daarbij altijd aan <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Margaretha_van_Oostenrijk_(1480-1530)">die andere</a> (een oudtante, als ik het nu goed zie). Dat die toch enigszins exotische locatie verbonden wordt met een overbekende passage in de vaderlandse geschiedenis, is natuurlijk grappig. </p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-87829282682784957152021-08-12T10:49:00.002+02:002021-08-12T10:49:42.109+02:00Wim Willems. De wereldwandelaars. Een verbond van idealisten Querido, 2020.<p></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-UGJn2A05R38/YRTd3FGy8-I/AAAAAAAAaNA/pOagDZrMf1QwPMv8D67qCHVT4T2vr0sCgCLcBGAsYHQ/5f45f_9789021423654_cvr.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="2048" data-original-width="1287" height="744" src="https://lh3.googleusercontent.com/-UGJn2A05R38/YRTd3FGy8-I/AAAAAAAAaNA/pOagDZrMf1QwPMv8D67qCHVT4T2vr0sCgCLcBGAsYHQ/w469-h744/5f45f_9789021423654_cvr.jpeg" width="469" /></a></div><br /> De journalist Wim Willems kreeg goud in handen toen hij materiaal kreeg over de - aanvankelijk – drie jongens die aan het begin van de twintigste eeuw besloten om de wereld over te wandelen. De hele wereld lukte uiteindelijk niet, na jaren en vele avonturen kwamen ze niet verder dan het Midden-Oosten, maar ondertussen hadden ze dingen meegemaakt waarvan jonge mannen ook aan het begin van de eenentwintigste eeuw kunnen dromen.<p></p><p>Zoals de ondertitel van het boek zegt is <i>De wereldwandelaars</i> vooral ook een verhaal over het wonderlijke idealisme aan het begin van de twintigste eeuw. Aan tal van die idealen namen de jongens of in ieder geval sommige van degenen die langere of kortere tijd met ze opliepen deel: socialisme, vegetarisme, 'Rein leven', nudisme, esperantisme, geheelonthouderschap, pacifisme. Maar zelden heb ik zo duidelijk uiteengezet gezien hoe ingewikkeld het eigenlijk zat met die idealismen. Waar het gaat over het vegetarisme legt Willems bijvoorbeeld helder uit hoeveel verschillende redenen er waren waarom een vegetariër kon worden – de eerste vegetariërs ging het niet zozeer om dierenleed, maar vaker om het idee dat vlees ongezond was.</p><p>En niet te verwaarlozen was bij al die idealen ook het sociale, het samenbindende element. Je wilde de wereld beter maken, maar door aan die idealistische bewegingen deel te nemen, had je het ook meteen daadwerkelijk prettiger. </p><p>De wandeling van de jongens is daar een voorbeeld van. Ze konden wat aandacht genereren voor hun idealen, maar vooral hadden ze vooral de eerste tijd een heel prettig bestaan, waarin ze genoten van de vrijheid, van het slapen in de buitenlucht, van de onderlinge verbondenheid. </p><p>Ik voel wel nostalgie voor dat leven, voor die idealen die we nooit hebben gehaald maar waar we nog altijd naar kunnen streven en die de wereld ook als ze nooit gehaald zijn een beetje beter hebben gemaakt. </p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-36245394024954797922021-08-09T07:37:00.001+02:002021-08-09T07:37:26.947+02:00Aldo Cazzullo. A rivedere le stelle. Dante, il poeta che inventò l'Italia. Mondadori, 2020.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-sNQRmRUeafY/YRC5Dr7HKGI/AAAAAAAAaMc/B82ClvnEm7sBF241PTCUtllpAb1wPFFwgCLcBGAsYHQ/61UVCFtW3UL.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="1399" data-original-width="1000" height="777" src="https://lh3.googleusercontent.com/-sNQRmRUeafY/YRC5Dr7HKGI/AAAAAAAAaMc/B82ClvnEm7sBF241PTCUtllpAb1wPFFwgCLcBGAsYHQ/w556-h777/61UVCFtW3UL.jpeg" width="556" /></a></div><br /><p></p><p>Volgens Aldo Cazzullo, journalist bij de <i>Corriere della Sera,</i> is Italië gemaakt door Dante en de schrijvers na hem. Andere landen zouden zijn gevormd door politiek en oorlog – Italië niet. Voor het Dante-jaar schreef Cazzullo, die verder vooral veel boeken heeft geschreven over Italië, een boek waarin hij dit laat zien, vooral aan de hand van de <i>Commedia Divina</i>, en eigenlijk vooral aan de hand van het <i>Inferno</i>.</p><p>Dat is een aardig idee, al is die obsessie met wat 'Italië' eigenlijk is wel opvallend. Cazzullo laat zien naar hoeveel Italiaanse steden er wordt verwezen, hoeveel van de zonden die Dante noemt er nog steeds zijn, hoe vaak dichters en zangers nog verwijzen naar Dante of in ieder geval naar dezelfde thema's als Dante. Heel overtuigend is dat allemaal niet, zeker niet voor die centrale stelling – precies omdat Dante zelf schreef over politiek en oorlog is het moeilijk vol te houden dat die geen rol hebben gespeeld –, maar dat doet er niet toe.</p><p><i>A rivedere le stelle</i> is een zomerboek, een luchtig boek 'waar je ook nog wat van opsteekt', al is het maar omdat het de <i>Commedia </i>bekijkt vanuit een origineel perspectief: niet wat zegt het ons over de mens, maar wat zegt het ons over Italië.</p><p><br /></p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-27264560347324340532021-08-08T15:34:00.003+02:002021-08-08T15:34:44.829+02:00Karl Ove Knausgaard. My Struggle. First Book. Audible, 2015.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-rbbCWn5JYzs/YQ_askqy0YI/AAAAAAAAaME/ftkw29btiGkecRmUw_LTkjSjwZd5V3ywgCLcBGAsYHQ/download%2B%25281%2529.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="225" data-original-width="225" height="390" src="https://lh3.googleusercontent.com/-rbbCWn5JYzs/YQ_askqy0YI/AAAAAAAAaME/ftkw29btiGkecRmUw_LTkjSjwZd5V3ywgCLcBGAsYHQ/w390-h390/download%2B%25281%2529.jpeg" width="390" /></a></div><br /><p></p><p>Sommige bergen moet je als lezer beklimmen. En als lezer aan het begin van de 21e eeuw kom je dan niet om de hoogvlakte heen die <i>Min kamp</i> heet. Ik heb besloten het te beklimmen als in het Engels vertaald audioboek, en dat was in ieder geval voor deel 1 geen slecht idee. Bij zo'n uitgestrekt verhaal kun je er af en toe ook best iets naast doen, en degene die het verhaal voorleest, Edoardo Ballerini, doet dat meesterlijk.</p><p>Knausgaard is een jaar jonger dan ik, en zijn leven is herkenbaar – zo veel verschilt en verschilde het leven in Noorwegen nu ook weer niet van dat in Nederland, en tegelijkertijd is het anders. Ik weet niet hoe mensen <i>Min kamp</i> over honderd jaar zullen lezen, maar als hedendaags lezer kun je het niet anders lezen dan als monument voor het dagelijks leven dat in zoveel kleuren en variëteiten komt.</p><p>Dat je het niet heel precies leest, doet ook niet af aan de enorme rijkdom aan details, ja, aan het feit dat die details een belangrijk deel zijn van het genoegen. Hier vond iemand de moeite waard om het zich allemaal eens goed te herinneren – toegegeven, je weet niet hoeveel de verteller lijkt op de schrijver, en je weet ook nog eens niet hoeveel die verteller, die op zeker moment klaagt over zijn geheugen, erbij verzonnen heeft – en het ook nog eens vast te leggen. </p><p>Deel 1 is het verhaal van de vader, een wat stugge man, die weinig oog lijkt te hebben voor precies de fantasieën van zijn zoon en die zich aan het eind van zijn leven heeft verloren in grote hoeveelheden drank, onder het oog van zijn moeder (de moeder van de vader, bedoel ik, dus de oma van Karl-Ove). Met die drank heeft de zoon ook nog een rare relatie, een Noorse relatie, het lijkt alsof de strenge regels van het land iedereen er tot alcoholist heeft gemaakt, ook degenen die niet drinken. </p><p>Een groot deel van het boek beschrijft hoe Karl Ove en zijn broer de rotzooi opruimen die de vader heeft achtergelaten toen hij op een dag ineens dood neerviel, in dat huis, hoe ze proberen het helemaal schoon te krijgen voor de begrafenis. Het is een boek over herinneren, over monumenten oprichten. Het is een boek dat je gelezen moet hebben, en dat is geen straf.</p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-9204123877930059902021-08-07T08:06:00.001+02:002021-08-07T08:06:14.828+02:00Alessandro Barbero. Dante. Laterza, 2020.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-f3aQeZRju7c/YQ4eogEuhyI/AAAAAAAAaL4/AQAAMIPbrVcRlf-kkdvs1-wM7LJet004QCLcBGAsYHQ/9788858141649_0_500_0_75.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="726" data-original-width="500" height="729" src="https://lh3.googleusercontent.com/-f3aQeZRju7c/YQ4eogEuhyI/AAAAAAAAaL4/AQAAMIPbrVcRlf-kkdvs1-wM7LJet004QCLcBGAsYHQ/w502-h729/9788858141649_0_500_0_75.jpeg" width="502" /></a></div><p></p><p><i>Dante </i>van Alessandro Barbero is een boek dat in het Nederlands niet zo snel zou verschijnen: een boek van een historicus die bekend is van radio en tv en die naar aanleiding van een jubileumjaar en een boek schrijft over een literator. Ik kan me in ieder geval geen recent voorbeeld voor de geest halen. (Maarten van Rossem die een boek schrijft over Vondel.)</p><p>Maar het zou ook op een andere manier ondenkbaar zijn: het is een populair boek, het lag in grote stapels in de kleine boekwinkel in het provinciestadje waar ik het kocht, maar het is volkomen onleesbaar. De stijl is die van Italiaanse intellectuelen, accoord: lange zinnen zonder zich veel te bekommeren om de arme lezer. Maar daarvan zou je nog kunnen zeggen – dat zijn die lezers nu eenmaal gewend.</p><p>Maar <i>Dante</i> is een omgevallen boekenkast. Het vertelt nauwelijks het verhaal van Dante, maar vooral het verhaal van die historicus zegt dit en die historicus zegt dat. Heeft hij zijn eeuwige geliefde Beatrice voor het eerst gezien toen hij acht was? Hier is wat X denkt, hier is wat Y denkt, hier is wat Z denkt. Woonde ze inderdaad in de buurt? Hier zijn nog wat opinies van nog wat historici. Op geen enkele manier komt Dante daarmee tot leven.</p><p>Dan begint het boek ook nog met een uitgebreide discussie van Dantes achtergrond. Was hij nu wel of niet van Florentijnse adel? Ook hier een parade van opvattingen, maar geen genade voor de lezer die helemaal geen boek over Dante begon te lezen zonder veel belangstelling voor de vraag of deze van Florentijnse adel was. </p><p>En op deze manier kom je eigenlijk ook niet veel te weten over het waarschijnlijk zeer boeiende verhaal van het Dante-onderzoek. Daarvoor worden de opvattingen van geleerden uit allerlei eeuwen te veel zonder veel ordening behandeld: wat voor soort ontwikkelingen zijn hier geweest?</p><p>Het is een bestseller in Italië. Dat zal wel een culturele kloof zijn – of het zijn enkel de namen van de schrijver van de biografie en die van de gebiografeerde. </p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-52805173540627328452021-08-06T16:04:00.002+02:002021-08-06T16:04:49.986+02:00Khalid Mourigh. De gast uit het Rifgebergte. Cossee, 2021<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-RuUTxEHJTCU/YQ09t3Q7R3I/AAAAAAAAaLs/MhDuNTeeH0YyTnVL26-sxlYwR_mtty1cgCLcBGAsYHQ/9789059369566_front.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="768" data-original-width="500" height="697" src="https://lh3.googleusercontent.com/-RuUTxEHJTCU/YQ09t3Q7R3I/AAAAAAAAaLs/MhDuNTeeH0YyTnVL26-sxlYwR_mtty1cgCLcBGAsYHQ/w453-h697/9789059369566_front.jpeg" width="453" /></a></div>Mannen als de opa van Khalid Mourigh heetten ooit <i>gastarbeiders.</i> Een gast komt tijdelijk langs, is misschien van harte welkom en misschien ook niet, maar hoe dan ook: als de gast eenmaal weg is, keert alles weer terug naar het oude. Dat het zo niet was, dat die gasten hier gewoon zijn gebleven, en dat ze Nederland in de afgelopen decennia mede bepaald hebben, dat weten we wel.Wat Mourighs boek <i>De gast in het Rifgebergte</i> laat zien dat het zelfs nog verder gaat: die zogenaamde gasten brachten de wereld binnen in Nederland.<p></p><p>In zijn boek tekende Mourigh de verhalen op die zijn grootvader vertelde. Aan het eind van het leven van de opa, heeft Mourigh, die wetenschapper is, die verhalen opgenomen. Geruime tijd later is hij die opnamen gaan uitschrijven en vertalen in het Nederlands, om ze uiteindelijk ook nog uit te werken tot schrijftaal. Het levert het soort verhalen op zoals ze over de hele wereld in de mondelinge overlevering worden verteld (laten we zeggen, als jonge man wordt opa samen met zijn maten een keer opgevat en moet dan gratis voor de politie werken) waarvan afdruipt dat ze net een beetje te sterk zijn om zo echt gebeurd te zijn, zonder dat je precies weet wanneer ze nu eigenlijk de grens van het realisme oversteken. Het is een vorm van magisch realisme die heel lokaal is en tegelijkertijd internationaal klinkt.</p><p>Hoewel ongeveer de helft van het boek in Noord-Afrika speelt, in de jaren voordat opa Ali uiteindelijk in België en Nederland terecht komt, maakt Mourigh het verhaal van zijn opa een onderdeel van het verhaal van Nederland, van de geschiedenis van Nederland. <i>Juist</i> ook dat deel uit Marokko waarover zo weinig wordt geschreven: ik heb in ieder geval nog nooit iets anders gelezen dan sociologische beschouwingen over de mensen die hierheen kwamen, toen ze nog ver weg waren en hier niet te gast.</p><p>Je beseft voortdurend terwijl je alle spannende verhalen van Ali leest: zo zijn er natuurlijk nog heel veel verhalen te vertellen, de geschiedenis van Nederland is veel rijker dan wat er meestal wordt verteld. We zijn een gast in de grote wereld die bestaat uit heel veel kleine wereld ver weg.</p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-77425726699077629572021-08-05T11:24:00.002+02:002021-08-05T11:26:24.910+02:00Hervé Le Tellier. L'anomalie. Gallimard, 2020.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-z6kHrv6aYT4/YQuoOOr4rOI/AAAAAAAAaLk/focnyaMaNLsVdUqZfyuQeptpMCr_j6cTgCLcBGAsYHQ/unnamed.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="512" data-original-width="350" height="702" src="https://lh3.googleusercontent.com/-z6kHrv6aYT4/YQuoOOr4rOI/AAAAAAAAaLk/focnyaMaNLsVdUqZfyuQeptpMCr_j6cTgCLcBGAsYHQ/w480-h702/unnamed.jpeg" width="480" /></a></div><br /><p></p><p>Nóg een boek over het plezier van vertellen. Of misschien is plezier niet het goede woord. (Ik kan het volgende niet schrijven zonder een paar dingen te onthullen die je tijdens het lezen van het boek pas gaandeweg duidelijk worden. Mocht je hier gekomen zijn om je door een sprankelend boek te laten verrassen, lees dan niet verder.)</p><p>In <i>L'anomalie</i> maken we eerst kennis met 11 heel verschillende personen: een huurmoordenaar, bijvoorbeeld, een jonge actrice, een schrijver, de vrouw van een soldaat, enzovoort. Ze hebben op het eerste gezicht allemaal met elkaar gemeen dat ze in het voorjaar van 2021 – het wordt hier relevant dat <i>L'anomalie</i> in de zomer van 2020 verscheen – allemaal in dezelfde vlucht zaten die ergens tussen New York en Parijs in een vreselijk onweer terecht raakt. Voor sommigen is dit een enorm ingrijpende gebeurtenis terwijl voor het anderen niet meer is dan een bijzin.</p><p>Maar gaandeweg blijkt er voor allemaal iets mis: de vlucht komt aan op 10 maart én hij komt aan in juni. Twee keer precies hetzelfde, licht gehavende vliegtuig met precies dezelfde mensen aan boord. Die dus verdubbeld zijn, behalve dat de ene versie een paar maanden voorsprong heeft op de andere.</p><p>Hervé Le Tellier haalt alles uit dit gegeven dat erin zit. Zo'n beetje alles wat je kunt verzinnen dat er gebeurt tussen een paar identieke personen, gebeurt: de een vermoordt de ander, de twee worden de beste vrienden, de een geeft de ander advies over hoe de komende maanden in te vullen, de een gaat precies hetzelfde vreselijke pad op als de ander. Het wordt ook nog in een grote variëteit aan stijlen verteld – van de hard-boiled thriller tot en met satire op – bijvoorbeeld – de Amerikaanse talkshow.</p><p>Want er blijkt gaandeweg nog een verhaal een en ander te overkoepelen. De populairste theorie om dit wonderlijke verschijnsel te verklaren blijkt te zijn dat we met zijn allen leven in een gigantische computersimulatie, en dat de makers van die simulatie weleens wilden zien hoe we zouden reageren op een dergelijk 'foutje' – een experiment, kortom. Het soort experiment waaraan Hervé Le Tellier zijn personages heeft onderworpen. </p><p><i>L'anomalie</i> is daarmee een vrolijk boek over een filosofisch onderwerp, een boek met zin in het leven dat zich afvraagt of we eigenlijk wel leven. Het is een bestseller in Frankrijk en daarmee een doorbraak van Le Tellier naar een groter publiek. Allemaal volkomen terecht!</p><p><br /></p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-96219037200187332021-08-03T16:59:00.002+02:002021-08-03T16:59:30.044+02:00Oscar Wilde. The Importance of Being Earnest. <p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-0lzxheNK3EM/YQlYgbgueSI/AAAAAAAAaKc/x5InrI1pRNEQURtfke2C45P-Jw1OJ8lzACLcBGAsYHQ/InTC_Importance-of-Being-Ernest-2sm.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="433" data-original-width="650" height="378" src="https://lh3.googleusercontent.com/-0lzxheNK3EM/YQlYgbgueSI/AAAAAAAAaKc/x5InrI1pRNEQURtfke2C45P-Jw1OJ8lzACLcBGAsYHQ/w568-h378/InTC_Importance-of-Being-Ernest-2sm.jpeg" width="568" /></a></div><br /><p></p><p><i>The importance of being Earnest</i> is aan opera waarin de taal de plaats in heeft genomen van de muziek. Het gaat niet om het verhaal, het gaat niet om de psychologie van de personages, het gaat om de muziek van de taal, de brille. Er is geen regel die verveelt, er is geen grap die niet meer te begrijpen is. Het seksisme van de mannen gaat er op een bepaalde manier nog gemakkelijker in omdat je weet dat het stuk geschreven is door een homo.</p><p>Zou er al eens iemand hebben geprobeerd een bittere laag in het stuk te vinden zoals die bijvoorbeeld zit in <i>Così fan tutte?</i> De cynische manier waarop mannen en vrouwen in dit stuk met elkaar omgaan – het is een komedie en dus zou het goed moeten aflopen, maar het loopt af met echtparen waarvan je je afvraagt wat die in elkaar zien. Zoals op een bepaald moment de grap wordt gemaakt dat het onsmakelijk is als echtelieden met elkaar flirten, dat hoort niet. </p><p>Wat dat betreft is het natuurlijk opvallend dat de relaties tussen de mannen onderling en die tussen vrouwen onderling veel beter lijken. Op een zeker moment spreken ze zelfs unisono. Mannen begrijpen elkaar, vrouwen begrijpen elkaar, maar de kloof tussen de seksen is onoverbrugbaar. Dat je uitgerekend over zo'n kloof heen moet trouwen, is eigenlijk onverdraaglijk.</p><p><br /></p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-84506363469785309602021-08-03T08:56:00.004+02:002021-08-03T08:56:34.047+02:00Christian Kracht. Eurotrash. Kiepenheuer & WItsch, 2020.<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-eHsrfS1JmHQ/YQjmuBWsmeI/AAAAAAAAaKM/RMFPBWGqXQ4WDZqLgQ3m27slosCvPbhKACLcBGAsYHQ/814cjUFdXsL.jpeg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="2048" data-original-width="1241" height="659" src="https://lh3.googleusercontent.com/-eHsrfS1JmHQ/YQjmuBWsmeI/AAAAAAAAaKM/RMFPBWGqXQ4WDZqLgQ3m27slosCvPbhKACLcBGAsYHQ/w398-h659/814cjUFdXsL.jpeg" width="398" /></a></div><br /><br /></div><br />Het postmodernisme is inmiddels helemaal geïntegreerd in het literaire leven. Iemand kan een boek schrijven over een man die dezelfde naam heeft als hijzelf en die met zijn moeder een bizarre tocht door Zwitserland maakt, iemand kan die man en zijn moeder af en toe laten verwijzen naar het debuut van de schrijver, en grapjes laten maken over de vraag of wat zij nu meemaken echt is of een verhaal, en je leest gewoon door.<div><br /></div><div>Kracht is een heel onderhoudende schrijver, <i>Eurotrash</i> was me door verschillende mensen aangeraden en ik las het in 1 adem uit. Je geniet vooral van het vertelplezier: niet alleen het verhaal van Christian Kracht met zijn moeder (ze halen 600 000 Zwitserse frank van de bank en strooien er op een ontzettend zorgeloze manier mee om zich heen) maar ook de bizarre verhalen die Christian onderweg op gezette tijden aan zijn moeder vertelt (over twee rijke broers wier autoverzameling door hun medewerkers was vernietigd en die daarop die hele verzameling in chocola hebben laten namaken – de miniatuurtjes moeten nog steeds in een geheime suite in een Zwitsers hotel staan) spatten van vreugde. Ja, je kunt alles verzinnen!</div><div><br /></div><div>Toch ben ik het soort lezer dat zeker achteraf dan toch ook wel mist dat er niet iets was dat deze verzameling ballonnen wat zwaarte gaf. Het had misschien moeten komen van het bitterzoete portret van de hulpeloze en aggressieve moeder, een moeder van Arnon Grunberg in de overdrive, maar precies die overdrive maakt het net te weinig invoelbaar. Anders dan <i>Imperium,</i> dat ik eerder van Kracht las, is dit een boek om toch ook weer te vergeten.</div>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-15964927707999489322021-01-03T10:54:00.003+01:002021-01-03T11:00:05.392+01:00Walter van den Berg. Schuld. Amsterdam, Das Mag, 2016.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-UZKkhUvl2OQ/X_GPA0Zsz1I/AAAAAAAAZ6k/8us1WVya9hAAYZSAOSQkldaNBUkvAnQFACLcBGAsYHQ/523x840.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="840" data-original-width="523" height="734" src="https://lh3.googleusercontent.com/-UZKkhUvl2OQ/X_GPA0Zsz1I/AAAAAAAAZ6k/8us1WVya9hAAYZSAOSQkldaNBUkvAnQFACLcBGAsYHQ/w457-h734/523x840.jpg" width="457" /></a></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><i>Schuld</i> is een boek met bijna alleen maar mannelijke hoofdpersonen, die in hoofdmoot proberen zich zo mannelijk mogelijk te gedragen: er zijn maar weinig boeken waarin een personage alleen <i>ok</i> zegt. Ze begeven zich in criminele of semicriminele milieus, ze rijden met gestolen telefoons in hun auto door nachtelijk Amsterdam. Ze zeggen dingen als <i>kankerlul.</i> Slechts één van de zes hoofdpersonen is een vrouw, Sandra.</div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">En toch kun je <i>Schuld</i> lezen als een boek over de verhouding tussen man en vrouw. </div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">De titel geeft de rode draad weer in die relatie. Dat is deels een macho-houding: een belangrijk deel van de intrige is dat Sandra door haar man mishandeld wordt. Uiteindelijk kom je er als lezer – spoiler alert – achter dat zij haar man daarop doodslaat. Maar zelfs die enige daad van opstandigheid wordt haar niet gegund: een andere man, Ron, neemt de schuld voor die doodslag op zich, op voorwaarde dat ze 'er ook voor mij zal zijn' als hij terugkomt uit de bak. </div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Ook Rons moeder is ernstig mishandeld door Rons stiefvader. Ook hier had Ron voor zijn gevoel moeten ingrijpen – en van dat schuldgevoel heeft hij een levenslange obsessie aan overgehouden voor het 'redden' van vrouwen. </div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"> Rons zoon Kevin voelt zich dan weer een slachtoffer van die obsessie. Zijn moeder heeft Ron ooit verlaten voor een andere man, die bepaalde dat Ron niet bij hen mocht horen. Ron heeft dat maar toegestaan en zijn zoon zo goed mogelijk opgevoed. Kevin leeft de frustratie daarover uit door vrouwen te stalken van wie hij compromitterende beelden heeft gevonden op gestolen laptops. </div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Zo hebben mannen schuld aan de vrouwen, vrouwen aan de mannen, en nooit kan er iets worden afgelost. (In het boek hebben mannen ook schuld aan elkaar, maar dan gaat het om centen, en dan kan die schuld dus uiteindelijk worden afbetaald.)</div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Alleen blijken die vrouwen helaas niet zo bang voor Kevin te zijn als hij hoopte. Want dat is een van de knappe dingen van Van den Berg: hoewel hij mensen beschrijft die zelf allemaal gevangen lijken te zijn in hun eigen cliché-gedachten, laat hij zien hoe ingewikkeld de materie is. Die mannen kunnen wel denken dat vrouwen alleen maar passieve wezens zijn die op een man zitten te wachten om hen te beschermen of te corrigeren, als je goed leest, merk je dat de vrouwelijke personages, al spelen ze in dit verhaal maar bijrollen, een veel glorieuzer hoofdrol spelen in hun eigen verhaal.</div><br /><p></p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-70813814479635653862021-01-02T09:35:00.000+01:002021-01-02T09:35:00.563+01:00Carlo Minnaja. Introduzione alle letteratura esperanto. Parma: Athenaeum, 2019.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-mxIbLAZ78vU/X_AqppMO70I/AAAAAAAAZ6I/9CjCghFO5nAGfK5oawuEseMTX2sJlrI9ACLcBGAsYHQ/71cUd3wL37L.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="1386" data-original-width="1000" height="615" src="https://lh3.googleusercontent.com/-mxIbLAZ78vU/X_AqppMO70I/AAAAAAAAZ6I/9CjCghFO5nAGfK5oawuEseMTX2sJlrI9ACLcBGAsYHQ/w444-h615/71cUd3wL37L.jpg" width="444" /></a></div><br /><p></p><p>Dat er nu al ruim 130 jaar literatuur wordt geschreven in het Esperanto – dat mensen pogingen doen kunst te scheppen in een kunsttaal, ik geloof niet dat er mensen zijn die het weten. Als je het mij vraagt, zit er ook nog geen <i>Divina Commedia,</i> geen <i>Hamlet</i>, en geen <i>Madame Bovary </i>tussen, en zelfs geen <i>Max Havelaar. </i>Maar het feit er zijn wel een paar interessante boeken verschenen en het feit dat die literatuur er is, is op zich interessant. Waarom besloten schrijvers te kiezen voor zo'n tal met internationale aspiraties die niet hun moedertaal was (er zijn slechts een paar moedertaalsprekers van het Esperanto, en geen van hen heeft tot nu toe literaire ambities getoond) en tegelijkertijd hun bereik verkleinde? En waar schreven ze dan over?</p><p>Carlo Minnaja, een Italiaanse wiskundige uit 1940 (en zelf wel moedertaalspreker) is een groot kenner van de taal en de literatuur. Eerder schreef hij samen met zijn landgenoot Giorgio Silfer een gigantische <i>Historio de la Esperanto Literaturo,</i> waarvan <i>Introduzione alla letteratura esperanto</i> een samenvatting in het Italiaans. Doordat het Italiaanse boek veel korter is (en misschien doordat het slechts één auteur heeft), bevat het ook meer een verhaal en dat is prettig – ook al zou het niet mijn verhaal zijn.</p><p>Minnaja ziet de ontwikkeling van de literatuur vooral als de pogingen om van de esperantisten een 'volk' te maken, een groep met een gemeenschappelijke eigen cultuur, een verzameling gedeelde waarden en een manier om naar de wereld te kijken. Dat is op zich een interessante gedachte, en er zat zeker voor heel wat schrijvers iets in: er werd vanaf het begin expliciet gewerkt aan het opbouwen van een eigen literatuur die zich zou kunnen spiegelen aan die van de grote literaturen in de wereld, met een eigen epos, een eigen romankunst, een eigen toneelkunst en een eigen lyriek. In ieder van die genres (behalve misschien het toneeel) zijn er inmiddels werken die vrij algemeen erkend worden als de hoogtepunten in die genres. </p><p>Maar, hoewel mijn belezenheid op het gebied van de Esperanto-literatuur vergeleken met die van Minnaja tekort schiet, lijkt mij dat tegelijkertijd dat beeld wel erg eenzijdig is. Mensen schrijven en schreven ook in het Esperanto omdat het juist een geheimtaal was (Minnaja houdt duidelijk niet van de erotische traditie, waarvan mij het succes juist ingegeven leek doordat vader de enige in huis was die Esperanto kon lezen), doordat mensen graag met de taal wilden spelen of doordat het een eenvoudiger manier was om gepubliceerd te worden dan in de eigen taal (better a big fish in a small pond than a small fish in a big pond).</p><p>Wat ik ook opmerkelijk vind, is dat Minnaja vertalingen vrijwel helemaal buiten het boek heeft gehouden. Hij zegt dat deze min of meer hun waarde hadden om te tonen dat je in de taal ook de grote gedachten van de mensheid kon uitdrukken, maar deze waarde verloren toen dit eenmaal was aangetoond, maar mij lijken ze voor de ontwikkeling van de taal veel langer van belang geweest. Bovendien is natuurlijk een deel van de identiteit van de esperantist een belangstelling voor <i>alle</i> mensen zonder noodzakelijke ordening van de ene cultuur als superieur boven een andere. </p><p>Over de laatste jaren heeft Minnaja overigens weinig te zeggen. Zo'n beetje de enige door hem genoemde schrijver die geboren is na 1970 is (Minnaja's landgenoot) Nicola Ruggiero (geboren in 1986). Dat komt als ik het goed begrijp door de enorme afkeer die Minnaja heeft van publicatie op het internet (waar niet geredigeerd wordt, waar iedereen alles zomaar op kan plempen, enfin, het gebruikelijke rijtje dat we nu ook al zo'n 25 jaar horen), maar ik vraag me ook af of er nog wel echt zo'n sterke literaire generatie is. Dankzij apps als Duolingo zijn er relatief veel mensen die de taal hebben geleerd de afgelopen jaren – vergeleken met de grote talen stelt het niks voor, maar in de geschiedenis van het Esperanto is het ongekend – maar ook in mijn perceptie heeft dat tot nu toe weinig literaire ambities opgeleverd. Al weet je nooit of dat niet nog komt.</p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-83141491445873578822021-01-01T10:16:00.003+01:002021-01-01T10:21:20.330+01:00Barber van de Pol. Lieve Erasmus. Verkeren met een denker. Amsterdam: Athenaeum, Polak & Van Gennep, 2002<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://1.bp.blogspot.com/-gtZ86E9-TB0/X-7iNyJRx6I/AAAAAAAAZ54/efu9L1g9jkoDdlVR9FTU-QDVq3vKE5qxgCLcBGAsYHQ/s1200/746x1200%2B%25281%2529.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1200" data-original-width="746" height="794" src="https://1.bp.blogspot.com/-gtZ86E9-TB0/X-7iNyJRx6I/AAAAAAAAZ54/efu9L1g9jkoDdlVR9FTU-QDVq3vKE5qxgCLcBGAsYHQ/w494-h794/746x1200%2B%25281%2529.jpg" width="494" /></a></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Was Erasmus 'lief'? Het lijkt me niet het eerste wat in je opkomt, maar de essayiste Barber van de Pol claimde bijna twintig jaar geleden verliefd te zijn op deze denker – een wat wonderlijke stijlfiguur. Het wordt niet helemaal duidelijk wat de basis is van die verliefdheid, of dit niet gewoon een fascinatie betreft, voor inderdaad een van de belangrijkste Nederlandse schrijvers – een die eigenlijk nauwelijks gelezen wordt, afgezien van de <i>Lof der Zotheid</i>.</div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Van de Pol laat in ieder geval zien dat die ongelezenheid onterecht is, dat de oude Desiderius nog steeds wat te zeggen heeft voor onze tijd. Al valt tegelijkertijd op hoe ver de tijd van haar – het begin van dit geplaagde millennium – al afstaat van deze. Ze beschrijft nog een tijd in Amsterdam die je alleen maar onbezorgd kan wonen – een groep vrienden van haar die allemaal ervan overtuigd lijken in de best mogelijke tijd te leven in een 'grote stad' (dat is een epitheton dat Van de Pol echt van toepassing verklaart op Amsterdam), waar alles minstens even goed en vaak beter geregeld is dan elders, waar iedereen vrij is.</div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Ik zou zeggen dat <i>Lieve Erasmus</i> vooral een confrontatie is tussen die grachtengordel van twintig jaar geleden en de grote vroeg-zestiende-eeuwse denker. Wat Van de Pol bijvoorbeeld het meest lijkt te hinderen aan Erasmus is dat hij in God geloofde. Hoe is zoiets nu toch mogelijk, lijkt ze te denken, en het is een kwestie waarop ze herhaaldelijk terugkomt. Eigenlijk gelooft ze niet dat iemand zo verstandig als Erasmus in God gelooft. Met al haar geloof in eigen tolerantie, is dat een soort blinde vlek: het is vrij duidelijk dat Erasmus het eigenlijk heel lastig gehad zou hebben in Van de Pols kringen in het jaar 2001 (het boek verscheen in 2002, maar ik vermoed dat het al voltooid was voor <i>nine eleven</i>). </div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Het is die confrontatie die het boek meteen aardig maakt. Een andere draad door het boek is die van man tegenover vrouw. Hoe vrouwelijk was Erasmus, met bijvoorbeeld zijn hardnekkige weigering om, anders dan de 'mannelijke' Luther, eenduidig stelling te nemen in de kerkscheuring? Hoe vrouwelijk is Van de Pols reactie op diens werk, het gedweep bijvoorbeeld? Dat zijn aardige gedachten om je aan over te geven bij het lezen van een boek waaruit je dus eigenlijk evenveel leert over wat er de afgelopen 20 jaar met ons gebeurd is als over de tijd van 500 jaar geleden.</div><p></p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-67862331094733251262020-12-27T14:57:00.003+01:002020-12-27T14:59:08.195+01:00Martinus Don Hogervorst Benders. Ginneninne. Udenhout, de Kaneelfabriek, 2020.<div class="edit-post-visual-editor editor-styles-wrapper" style="background-color: white; box-sizing: border-box; flex: 1 1 100%; line-height: 1.8; outline: 0px; padding: 10px; position: relative;" tabindex="-1"><div class="block-editor__typewriter" style="box-sizing: inherit; font-family: var(--text-font); height: 2142.39px; line-height: 1.75; outline: 0px;"><div style="box-sizing: inherit; height: 2142.39px; outline: 0px;"><div class="block-editor-writing-flow" style="box-sizing: inherit; display: flex; flex-direction: column; height: 2142.39px; outline: 0px;"><div style="box-sizing: inherit; outline: 0px;"><div style="box-sizing: inherit; outline: 0px;"><div style="box-sizing: inherit; outline: 0px;"><div class="block-editor-block-list__layout is-root-container" style="box-sizing: inherit; outline: 0px; position: relative;"><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="8631eeb3-81e4-4db5-a04e-f7b3e6f006c3" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-8631eeb3-81e4-4db5-a04e-f7b3e6f006c3" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0"></p><div class="separator" style="clear: both; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: 1.0625rem; text-align: center;"><a href="https://1.bp.blogspot.com/-DBhIbPo5lRA/X-iJQY0NKMI/AAAAAAAAZ5A/r7Byte3bkgoRA8NagCz66zj2kVY1xKelQCLcBGAsYHQ/s788/550x788.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="788" data-original-width="550" height="659" src="https://1.bp.blogspot.com/-DBhIbPo5lRA/X-iJQY0NKMI/AAAAAAAAZ5A/r7Byte3bkgoRA8NagCz66zj2kVY1xKelQCLcBGAsYHQ/w459-h659/550x788.jpg" width="459" /></a></div><br /><em data-rich-text-format-boundary="true" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: 1.0625rem;"><br /></em><p style="color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: 1.0625rem;"></p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="8631eeb3-81e4-4db5-a04e-f7b3e6f006c3" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-8631eeb3-81e4-4db5-a04e-f7b3e6f006c3" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0"><em data-rich-text-format-boundary="true" style="box-sizing: inherit;">Ginneninne</em> is met gemak de meest ambitieuze dichtbundel die er dit jaar verschenen is. De dichter, Martijn Benders, weet het zelf ook. In een brief aan het einde van deze 'kerstbundel' ('Lieve lezer') noemt hij het 'tegenraads' en zegt hij dat het 'van belang' is 'dat iemand een ander geluid laat horen, een lang vergeten geluid, een sluimerende taal'. </p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="afb7336b-f504-49f2-b467-5f18f2f24b87" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-afb7336b-f504-49f2-b467-5f18f2f24b87" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Het is opvallend dat de bundel voor zover ik kan zien, nergens is besproken. Misschien weet geen recensent zich raad met de dichter, misschien weet geen recensent zich raad met de bundel. Je zou zeggen dat dit een goed teken is, in ieder geval in aanleg: dit is geen bundel die zoveel lijkt op andere bundels dat je hem na lezing keurig in je boekenkast kunt zetten. Niet het zoveelste boekje met keurige stijloefeningen, handelend over problemen waarover iedereen zich wel een beetje zorgen maakt, brave, fraai geformuleerde teksten over hanteerbare onderwerpen, maar een woeste sprong in het onbekende. </p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="0929debd-eef6-4246-8b4c-a370ffc58bf2" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-0929debd-eef6-4246-8b4c-a370ffc58bf2" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Ging de kunst daar niet over?</p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="e2865344-b67c-4ebf-917a-ca3d84a1d97e" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-e2865344-b67c-4ebf-917a-ca3d84a1d97e" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Het <em style="box-sizing: inherit;">is</em> ook lastig om er iets over te zeggen. Benders vindt, al dan niet sluimerende, taal voor nieuwe ervaringen, en vindt als bespreker dan maar eens op jouw beurt een taal om daar iets over te zeggen. Maar dat niemand dat probeert, dat vind ik toch wel een bedenkelijk teken voor onze literaire cultuur.</p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="a46ce6ee-263f-45dd-908c-a04e3a49318f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-a46ce6ee-263f-45dd-908c-a04e3a49318f" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">De dichter probeert het de lezer buiten de eigenlijke gedichten nog wel zo gemakkelijk uit te leggen. De bundel komt voort uit een gevoel van verzet. Dat heeft zelfs letterlijk met taal te maken: de verengelsing van onze taal, maar misschien nog wel meer de veramerikanisering van onze cultuur, inclusief onze poëzie. Die heeft twee, met elkaar samenhangende, nadelen: de poëzie wordt eenvormiger én ze wordt eenvoudiger, meer hapklaar. Dit is bovendien iets dat al lang aan de gang is: "Toch geloof ik dat de romanisatie van het westen die ooit met de Romeinse boomkappers begon nog altijd doorzet." De verengelsing is dus een romanisatie met moderne middelen.</p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Als je je daartegen wilt verzetten en niet helemaal alleen wil staan, kun je je richten op een Europese cultuur van vóór de romanisatie. En de enige enigszins geletterde cultuur die in onze hoek van Europa dan voor de hand ligt, is de Keltische. Dat is bovendien in Groot-Brittanië de eeuwige tegenstander én het eerste slachtoffer van die romanisatie. Daar komt nog bij dat Benders duidelijk belangstelling heeft voor het soort magie dat je ook met de Keltische wereld kunt vereenzelvigen. (Een beetje paradoxaal is dan dat precies die magie gepopulariseerd is in de Engelstalige cultuur; laten we zeggen, Tolkien. Ontsnappen aan de romanisatie doet niemand.)</p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Ook <i>in</i> de gedichten zelf maakt Benders het de lezer op een bepaalde manier gemakkelijk – gemakkelijk om je mee te laten voeren zonder dat je begrijpt, zonder dat het zelfs nodig is om te 'begrijpen', als begrijpen betekent: een en ander vergelijken met wat je al kent. De taal is behalve een beetje Keltisch vooral zo particulier als taal maar zijn kan:</p><blockquote style="color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: 1.0625rem;"><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Ze spraken in een goddels taaltje,
de liefde zelf hun ezelsbruggetje.</p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Twee koppige dwergezels en een ophaalbrug.
Afdankertjes uit de Donkey Derby
bij de kantelbrug en toen! Een viaduct!
Een viaduct vol Nubische wilde ezels!</p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Barokezels, aan gene zijde van de Boogbrug!
De Grand noir du Berry op die waanzinnige zweefbrug!
Een Merzifoon bij de kokerbrug, een Zweedse Husasna!</p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Op het einde altijd weer
twee muilezels op een hangbrug.</p></blockquote><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative; white-space: pre-wrap;" tabindex="0">Dit is een woordenspel met het begrip <i>ezelsbruggetje,</i> maar het is vooral ook iets dat je meesleept als je er gevoelig voor bent. (In het recensie-exemplaar dat ik van deze bundel kreeg was een dosis lsd toegevoegd, maar volgens mij is lsd niet nodig om deze poëzie te ervaren; je moet alleen begrijpen <i>dat</i> je dit werk psychedelisch moet begrijpen. </p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative;" tabindex="0"><span style="background-color: transparent; color: #202020; font-family: "Noto Serif"; font-size: inherit; white-space: pre-wrap;">Met een beetje googlen is het niet lastig uit te vinden dat <i>Merzifon</i> een Turkse ezelsoort is (genoemd naar de stad), en </span><span style="color: #202020; font-family: Noto Serif;"><span style="font-size: 17px; white-space: pre-wrap;"><i>husåsna </i>een Zweeds woord voor huisezel. Het woord <i>goddels</i> kan ik niet goed thuisbrengen, je kunt het associëren met <i>goddelijk, </i>het zou ook een vorm (misschien een dialectvorm) van <i>goeddeels</i> kunnen zijn. Maar ik weet eigenlijk niet of google een betere vriend is dan lsd. Het is toch eigenlijk vooral een manier om deze weerbarstigheid, dit sluimerende geluid, toch weer te laten klinken als de muzak overal om ons heen.</span></span></p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative;" tabindex="0"><span style="color: #202020; font-family: Noto Serif;"><span style="font-size: 17px; white-space: pre-wrap;">Het is vooral ook een lied, zou ik zeggen: een weemoedig liefdeslied over een oud thema – geliefden die zich wonder wat voorstellen, die een privé-taal bedenken, en die niet bij elkaar kunnen komen.</span></span></p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative;" tabindex="0"><span style="color: #202020; font-family: Noto Serif;"><span style="font-size: 17px; white-space: pre-wrap;">Maar het gedicht viert, zoals al het werk van Benders, ook de taal zelf, dat wonderlijke systeem dat ons voortdurend inkapselt en waar we tegelijkertijd toch ook uit kunnen breken – als we maar durven. </span></span></p><p aria-label="Paragraafblok" aria-multiline="true" class="block-editor-rich-text__editable block-editor-block-list__block wp-block rich-text" data-block="ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" data-title="Paragraaf" data-type="core/paragraph" id="block-ef3afb6c-de13-44bd-927c-368bc297f95f" role="group" style="box-sizing: inherit; line-height: inherit; margin: 28px auto; max-width: 940px; overflow-wrap: break-word; position: relative;" tabindex="0"><span style="color: #202020; font-family: Noto Serif;"><span style="font-size: 17px; white-space: pre-wrap;">Jammer dat zo weinig mensen durven. </span></span></p></div></div></div></div></div></div></div></div>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-37851510620076131592020-12-26T11:02:00.001+01:002020-12-26T11:02:51.936+01:00Geerten Meijsing. Zeven kerstvertellingen. Amsterdam, De Arbeiderspers, 2020. <p></p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://1.bp.blogspot.com/-0htcdrBzg1w/X-cFFuz_TdI/AAAAAAAAZ4w/0KsIZx0et2YKSClQJuBNf9zgwEJ3qDN9gCLcBGAsYHQ/s2048/5fc71_9789029542968_cvr.jpg" imageanchor="1" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="2048" data-original-width="1279" height="778" src="https://1.bp.blogspot.com/-0htcdrBzg1w/X-cFFuz_TdI/AAAAAAAAZ4w/0KsIZx0et2YKSClQJuBNf9zgwEJ3qDN9gCLcBGAsYHQ/w486-h778/5fc71_9789029542968_cvr.jpg" width="486" /></a></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">De zevende kerstvertelling van Geerten Meijsing eindigt met een lijst van allerlei lijstjes, die de schrijver aanmaakt als hij niet slapen kan. Het is een rijke en wat je zou kunnen noemen een recursieve lijst. Een onderdeel van de lijst zijn bijvoorbeeld de eigenschappen waarop hij in het verleden vriendinnen heeft beoordeeld – een lijst binnen de lijst. Maar een van die eigenschappen zijn dan weer de 'sportieve vaardigheden, anders dan seks, zoals tennissen, zwemmen (borstcrawl), roeien & zeilen, (...)'</div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">De zeven kerstvertellingen zijn op een bepaalde manier ook een lijst – het zijn duidelijk zeven autobiografische verhalen, in verschillende perioden geschreven, maar steeds handelend rond de kerstperiode. Het zijn opsommingen van melancholie, maar je kunt ze ook lezen als brieven zonder geadresseerde.</div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Wat ik mooi vind – de schrijver weet je het gevoel te geven dat hij, of laten we voor de vorm zeggen: de verteller, door en door eerlijk is. Heel aangenaam vind ik dat hij bijvoorbeeld van Kerstmis houdt. Weliswaar vindt hij, in navolging van zijn vader, die een aantal keer fraai wordt herdacht in deze verhalen, dat andere mensen het feest verkeerd vieren (op kerstavond hoor je vis te eten, want het is eigenlijk een vastendag, op Eerste Kerstdag dien je een zelf in de oven klaargemaakte eend te eten), maar het is echt lang geleden dat ik iemand positief over kerst lees. Cultureel correct is om kerstmist te verafschuwen, bijvoorbeeld als een te commercieel feest, en het dus als de hel af te schilderen, en Meijsing is bepaald niet cultureel correct. </div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Hij heeft het ook niet nodig, want de hel is er toch wel, bijvoorbeeld omdat zijn dochter – naast zijn vader de enige van wie hij houdt en aan wie het boek is opgedragen – niet naar zijn Kerstfeest komt, of omdat de armoede – er valt geen bestaan op te bouwen op Sicilië als Nederlandse schrijver – voortdurend aan de deur klopt. Meijsing is een échte bohémien, die dagenlang zure linzensoep moet eten hoewel hij eigenlijk in zijde gehuld op een bank moest liggen terwijl iemand hem gebraden eend in de mond legt. </div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;"><br /></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: left;">Het zijn daardoor échte noodkreten <i>de profundis</i>, ze voelen niet gespeeld, en tegelijkertijd is Meijsing stevig genoeg om overeind te blijven staan. Her en der in de verhalen wordt verwezen naar gedachten over zelfmoord, maar de schrijver blijft steeds overeind te staan. Er zijn altijd, altijd genoeg mooie dingen in dit melancholieke universum.</div> <p></p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-49680125231551366142020-12-24T09:47:00.005+01:002020-12-24T09:52:51.231+01:00Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://1.bp.blogspot.com/-PSApbSU7hrE/X-RPkDCBvwI/AAAAAAAAZ4M/1-CZsjK7NAcnez9qvlByQgnuq-fMTlL0gCLcBGAsYHQ/s1200/758x1200.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="1200" data-original-width="758" height="869" src="https://1.bp.blogspot.com/-PSApbSU7hrE/X-RPkDCBvwI/AAAAAAAAZ4M/1-CZsjK7NAcnez9qvlByQgnuq-fMTlL0gCLcBGAsYHQ/w549-h869/758x1200.jpg" width="549" /></a></div><br /><p></p><p><i>Jaguarman</i> is misschien wel het meest ambitieuze boek dat er dit jaar verschenen is. Raoul de Jong probeert er geloof ik niets minder in dan de zin van het leven te doorgronden. </p><p>Hij doet dat door een zoektocht naar de wortels van zijn vader – een Surinaamse man, die Raoul nauwelijks gekend heeft en nauwelijks kent –, en dat op twee niveau's: door een reis te maken naar Suriname, op zoek naar <i>Jaguarman,</i> een mythische voorouder van zijn vader, die zichzelf in een jaguar kon veranderen; en later door zeven dagen in zijn Rotterdamse appartement in retraite te gaan volgens de regels van de winti. </p><p>Maar hij wil in Suriname niet alleen zijn vader of de jaguarman leren kennen, maar het leven zelf. Hij lijkt veel meer aangetrokken tot het regenwoud dan tot de stad, zoals hij ook meer aangetrokken lijkt tot de caraïben en de marrons dan tot de creolen. Hoe leef je samen met die wilde, op het eerste gezicht zo wrede natuur?</p><p>Maar het boek wil nog meer zijn, een beschrijving van de geschiedenis van Suriname, in ieder geval vanaf het moment dat de eerste witte er zijn vuile voet op de bodem zette tot aan de onafhankelijkheid, een aanklacht tegen de slavernij, een ode aan de intellectuele helden van het land, de vele Surinaamse schrijvers die er zijn geweest en die De Jong naar eigen zeggen ook pas leerde kennen toen hij op zoek ging naar die wortels: Edgar Cairo, Astrid Roemer, Anil Ramdas en vele anderen. Het is een oproep om trots te zijn om die wortels, op Suriname, op de wereld, op het menszijn.</p><p>Het boek overtuigt vooral door de grote eerlijkheid, De Jong houdt geen gedachte achter, zo lijkt het wel, Af en toe zijn de ideeën over hoe de indianen en marrons samenleefden met de natuur hyperromantisch, je zou bijna zeggen: die van de nobele wilde die de natuur nog echt begrijpt. Soms zijn de ideeën over het moderne Nederland zeer, zeer bitter en een keer spreekt hij zelfs hyperbolisch over slavernij als hij beschrijft hoe mensen geregeerd worden door hun agenda. Maar dat alles wordt goed gemaakt doordat hij zelf ook altijd het omgekeerde heeft bedacht, en niet ontkent dat hij ook wortels heeft die hij in dit boek niet beschrijft – witte, Nederlandse, via zijn moeder. De winti-rituelen waaraan hij zich onderwerpt worden tegelijkertijd met enige nuchterheid beschreven – ze werken uiteindelijk wel.</p><p>Het is natuurlijk verleidelijk om <i>Jaguarman</i> te vergelijken met <a href="https://marc-las.blogspot.com/2020/09/johan-fretz-onder-de-paramariboom.html"><i>Onder de paramariboom</i> van Johan Fretz</a>: ook een boek over een man van rond de dertig met half-Nederlandse half-Surinaamse wortels die in Suriname meer over zichzelf probeert te weten te komen. Bij Fretz is het de moeder die Surinaams is, en gaat ze zelf mee, dus komt er meer daadwerkelijke familie voor, en blijft Fretz ook meer in de stad. Maar bovenal ben ik bang dat het bij Fretz uiteindeijk allemaal vriendelijker is en daardoor oppervlakkiger. De Jong durft de strijd echt aan, laat meer pijn zien, meer dwaze gedachten, meer clichés, en door dat alles uiteindelijk veel meer diepte. </p><p>Of hij de zin van het leven heeft ontdekt, durf ik niet te zeggen – maar hij heeft volgens mij een geslaagde poging gedaan nieuwe lagen aan te boren van wat Suriname betekent, ook voor Nederlanders zonder wortels in de tropen.</p><p><br /></p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-43896173008245851872020-12-20T18:55:00.002+01:002020-12-20T18:55:33.234+01:00Rob van Essen. Een man met goede schoenen. Atlas Contact, 2020. <p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://lh3.googleusercontent.com/-6JjNeyIrSEM/X9-KD2bSqBI/AAAAAAAAZ30/3mRbOiA5_ZMUGqpDY8fUjUXEXj5_LeA3QCLcBGAsYHQ/768x1200.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img alt="" data-original-height="1200" data-original-width="768" height="726" src="https://lh3.googleusercontent.com/-6JjNeyIrSEM/X9-KD2bSqBI/AAAAAAAAZ30/3mRbOiA5_ZMUGqpDY8fUjUXEXj5_LeA3QCLcBGAsYHQ/w465-h726/768x1200.jpg" width="465" /></a></div><br /><p></p><p>Stel dat er iemand is die beweert niet van fictie te houden, en liever 'echt gebeurde' verhalen te lezen, of niets te lezen. Raad die persoon dan aan om <i>Een man met goede schoenen </i>te lezen. Mocht die persoon zich bij dat boek vervelen, dan kan hij of zij inderdaad zich de rest van het leven de moeite besparen om nog fictie te lezen. </p><p>Ik heb in geen jaren zoveel <i>plezier</i> beleefd aan een boek als dit. Het bestaat uit een verzameling korte verhalen die Van Essen, blijkens het nawoord, de afgelopen jaren schreef, voor literaire tijdschriften, voor zijn eigen weblog, voor <i>De Groene Amsterdammer – </i>heel verschillende media, die bijvoorbeeld heel verschillende eisen stellen aan de lengte. Maar echt ieder van die verhalen deed me echt op iedere bladzijde glimmen van vreugde, en een paar keer heb ik zelfs hardop gelachen, ook iets wat me niet vaak overkomt.</p><p>De verhalen stralen zelf ook van blijdschap – over de fantasie, de inventiviteit, de mogelijkheid dat alles ineens heel anders zou kunnen gaan. Dat doet het dan ook in deze verhalen, je kunt echt geen alinea overslaan omdat daarin de ontwikkelingen ineens een heel andere wending kunnen nemen dan je kon voorzien, terwijl aan het eind alles toch weer op zijn pootjes terecht komt. </p><p>De meeste verhalen beginnen vrij alledaags – er zijn er een paar die beginnen met de schrijver die opstaat om een wandeling te maken door Amsterdam – maar vervolgens gebeuren er krankzinnige dingen. Er komt zomaar een jonge man in je huis wonen die 's nachts met een tamboerijn rondloopt. Je therapeut blijkt je ouders met zakdoekjes aan hun stoelen te hebben vastgebonden. Politieagenten die net twee lifters hebben opgepikt beginnen een gesprek over Cees Nooteboom. En dat is dan over het algemeen nog maar het begin, terwijl het allemaal aan je wordt verteld alsof het de normaalste zaak van de wereld is.</p><p>In sommige verhalen blijft de geheimzinnigheid bestaan. Waarom zijn die twee mensen op de stoep nu zo jaloers op het feit dat iemand goede schoenen heeft? Hoezo weet die hele drom mensen die in de verteller hun overleden jeugdvriend en klasgenoten menen te herkennen, hoewel ze vijftien jaar ouder zijn, zijn adres? In andere verkeert de wereld uiteindelijk toch weer in een soort normaliteit.</p><p>De verhalen gaan ook vaak over het vertellen van verhalen. Veel vertellers zijn nadrukkelijk vertellers van hun verhalen. Ze wijzen er bijvoorbeeld op dat ze nu bij het zoveelste woord van hun verhaal zijn aangekomen, of ze dissen aan hun medespelers allerlei verhalen op die al ongeveer even krankzinnig zijn als de verhalen waarin ze verkeren. </p><p>Ik geloof dat dit minder gebruikelijk is bij verhalen dan bij gedichten, en het klinkt een beetje zwaar bij verhalen die zoveel vertelvreugde verspreiden, maar mij lijkt dat je deze verhalen <i>poëticaal</i> kunt lezen: ze gaan over verhalen, over het belang van verhalen, de onmogelijkheid om te leven in een wereld zonder verhalen, een wereld waarin nooit eens een vreemd toeval gebeurt, waarin nooit eens iemand een huis uit komt stappen in de grachtengordel en dan de hele tijd van mening blijft dat hij nu juist ergens <i>binnen</i> is, waarin nooit eens iemand in de Albert Heijn blijkt te staan die er hetzelfde uitziet en precies dezelfde boodschappen blijkt te hebben gedaan die hij ook nog eens 'ongeveer' in dezelfde volgorde heeft gelegd. </p><p>Zonder verhalen heeft het leven geen kleur. Ik ben nog geen lijstje tegengekomen waarin <i>Een man met goede schoenen</i> werd gerekend tot de boeken van 2020. Dat lijkt me een sterk argument tegen al die lijstjes.</p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3083809.post-32211467162025727942020-12-12T21:26:00.002+01:002020-12-12T22:33:52.725+01:00Christiaan Weijts. Furore. De Arbeiderspers, 2020.<p> </p><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><a href="https://1.bp.blogspot.com/-sewDfdtadfk/X9UeHwvRkVI/AAAAAAAAZ24/hRm3TdEDYhEavvYEgrg3T_t759BmkKr8gCLcBGAsYHQ/s2048/IMG_3917.jpg" style="margin-left: 1em; margin-right: 1em;"><img border="0" data-original-height="2048" data-original-width="1536" height="597" src="https://1.bp.blogspot.com/-sewDfdtadfk/X9UeHwvRkVI/AAAAAAAAZ24/hRm3TdEDYhEavvYEgrg3T_t759BmkKr8gCLcBGAsYHQ/w448-h597/IMG_3917.jpg" width="448" /></a></div><br /><p></p><p>Het lijkt net alsof Christiaan Weijts in zijn oeuvre uiteindelijk alle kunsten behandeld wil hebben. In <i>Art. 285b</i> was het bijvoorbeeld de muziek, in <i>Via Cappello</i> het toneel, in <i>Euforie</i> de architectuur, en in <i>Furore</i> nu vooral de beeldende kunst, al komen de andere kunsten er ook in voor (de hoofdpersoon van Weijts debuut mag aan het eind van dit boek bijvoorbeeld nog een Scarlatti ten gehore brengen).</p><p>Maar uiteindelijk wint altijd de literatuur. Kris, de verteller in Furore, begint weliswaar zijn carriere in de <i>virtual reality-</i>industrie, maar begint gaandeweg te begrijpen dat hij zijn bevindingen het best in een boek kan vatten. Ik lees <i>Furore</i> als een ode aan de taal en de literatuur. Weijts toont een adembenemende techniek, een verhaal dat heel knap in elkaar zit, verteld uit een bijzonder soort perspectief, en dat alles in een onberispelijke stijl. </p><p>Er zijn om te beginnen twee hoofdpersonen in het boek: <i>ik</i> en <i>jij.</i> <i>Ik</i> is (dus) Kris, iemand die geboren is in 2020 en spreekt in 2054. <i>Jij</i> is Tom Schilperoort, een Nederlandse journalist aan het begin van de twintigste eeuw, die zijn carrière begon in Parijs, die het lukte om Pablo Picasso voor enige tijd naar Nederland te halen en die uiteindelijk autojournalist werd. Kris doet zijn onderzoek naar Tom, en leeft ondertussen een leven in een Nederland dat in veel opzichten nog net wat dystopischer is dan 2020: met name de sociale spanningen zijn nog wat groter geworden.</p><p>Het knappe is dat de twee verhalen elkaar op allerlei manieren spannen. Waar Tom in Schoorl een 'meidenmarkt' meemaakt, waar alleenstaande meisjes van een heuvel afrollen om zo op te vallen bij de jongens, daar komt Kris zijn latere geliefde tegen als zij van een duin komt rijden. In beide verhalen spelen rivaliteit met een andere man een rol, fascinatie voor autotechniek, en de strijd tussen het woord en het beeld. </p><p>Doordat de <i>ik</i> van Kris uit 2054 zich tot de <i>jij</i> van Tom uit de eerste helft van de twintigste eeuw richt, gaat hij als het ware over het hoofd van de lezer van nu heen. De ontwikkelingen die begonnen met Tom en die eindigen met Kris, daar zitten we nu middenin. De sfeer in die toekomst is licht Houellebecqiaans, onder andere doordat de islam een belangrijke speelt, zij het een minder gewelddadige dan bij Michel Houellebecq zelf – net als in <i>Soumission </i>is er sprake van een politicus van islamitische herkomst die hoge ogen lijkt te gooien in de landelijke verkiezingen, maar bij Weijts is hij een soefi. De Houellebecqiaanse sfeer wordt nog eens versterkt doordat <i>Furore</i> zich deels in Frankrijk afspeelt. Tegelijkertijd is Weijts in veel beheerster in zijn toekomstbeeld en in zijn stijl. </p><p>Dat een <i>ik</i> zich richt tot een <i>jij</i> maakt <i>Furore</i> in technische zin ook een lyrische roman. De <i>jij</i> is ook een echt lyrische apostrofe – een dode die de <i>ik</i> tot leven wekt door zich tot hem te richten.</p><p>(Er is trouwens één aspect dat me voor raadselen stelt: de manier waarop Weijts Arabische en Romeinse cijfers afwisselt in de nummering van hoofdstukken en deelhoofdstukken. Daar lijkt een systeem achter te zitten, maar ik zie niet welk systeem.)</p><p>Het omslag van <i>Furore</i> is heel fraai, maar raakt tijdens het lezen beschadigd. Je kunt dat als een beeld zien: in de strijd tussen beeld en woord blijkt het goud van het beeld uiteindelijk klatergoud, terwijl de woorden, duurzamer dan brons, blijven staan. Het boek heeft een fraai motto, een citaat van een interview door Bibeb met Picasso uit 1961, waarin Bibeb over het bezoek aan Nederland schrijft: "De naam van degene bij wie hij logeerde, versta ik niet, maar hij zegt op m'n vraag: 'Ach nee, die is toch niet bekend.'" </p><p>Maar nu heeft Weijts die onbekende toch maar mooi vereeuwigd.</p>Marc van Oostendorphttp://www.blogger.com/profile/06370308174223161604noreply@blogger.com0