Safae el Khannoussi. Oroppa. Pluim, 2024.
Een van de dingen die ze je niet vertellen als ze je leren lezen: dat je er als oudere plezier aan kunt leven omdat je je dan alsnog kunt laten overrompelen door de jeugd. Door de levenslust, de vertellust, de inventiviteit, de kracht van jonge schrijvers. Dat je je als 57-jarige op sleeptouw kunt laten nemen door een 30-jarige schrijver. Door Safae el Khannoussi bijvoorbeeld, met haar roman Oroppa.
Het boek is al op veel plaatsen bejubeld, en het trekt je dan ook vanaf de eerste zinnen mee:
De zoveelste schreeuw sneed door de kamer. Maar deze was anders. Op het bed lag de doodverklaarde met opengesperde ogen en mond, haar handen verkrampt in de lucht. De doodsreutel steeg op van het lichaam, klanken als rollend puin, een stem op straat vroeg om een aansteker en de stervende vrouw begon te schudden, te schudden alsof ze om een grap lachte. Salomé Abergel, geboren als Salma Abergel, in een voor haar lang vervlogen wereld nu bevolkt door nieuwe gezichten, krijste zichzelf terug de wereld in.
Salma is vervolgens slechts één van de personages, want El Khannoussi beheerste de kunst die bij uitstek die van de romanschrijver is: om zich moeiteloos het gemoedsleven van talloze mensen toe te eigenen. Van een alcohilistische kankerpatient van in de zestig. Van een veel te dikke snackbarhouder uit de Jan van Galenstraat. Van een verloederde kunstenares die in haar jeugd in opstand is gekomen tegen het regime van het land waarin ze woonde.
De ware romanschrijver herken je eraan dat ze ook de bijfiguren tot personen weet te maken. De vriendin van Salma is galeriehoudster; zij drijft die galerie samen met een jeugdvriend, Daniël Bras. Die jeugdvriend heeft een vrouw, Anke Bras, die flink geld verdient door zich als jurist met duistere cliënten in te laten. Zij speelt geen rol in het verhaal, maar wordt in een paar zinnen getekend.
Oroppa is een boek met een enorme ambitie: het wil het verhaal vertellen van het Europa van de afgelopen veertig jaar, maar dan niet het Europa van de instituties, of de hoge kunsten, maar dat van degenen die iedere avond dronken worden in de kroeg, of die stoned naar hun werk in de snackbar gaan om er nog stoneder te vertrekken, of die als voormalig circusartiest alleen nog maar vervetten. Het is Oroppa, de naam die ze in de Maghreb geven aan het continent: een plaats op afstand, een plaats om naartoe te gaan, een plaats om nooit te wortelen.
De afgelopen 25 jaar heeft zich in de Nederlandse letteren een kleine traditie gevestigd van boeken over migratie naar Europa. Bij El Khannoussi emancipeert die traditie zich: niet alleen doordat er geen duidelijk verschil is tussen de migranten uit Noord-Afrika en de anderen. Ze worstelen zich allemáál door het leven heen.
Maar ook door een ander aspect: de geschiedenis van het thuisland, met name van Marokko, zélf speelt een belangrijke rol zoals het dat bij mijn weten nog niet eerder deed. Een zeer belangrijk thema is de verwerking van de martelingen die Marokkanen andere Marokkanen hebben aangedaan onder het bewind van koning Hassan II, de manier waarop deze nog vele decennia doorwerkt, de weigering van daders en slachtoffers – die elkaar in Oroppa weer tegen het lijf lopen – om dat echt onder ogen te zien.
Maar bovenal is Oroppa een boek over verhalen, hun helende kracht, hun vernietigende kracht. Een paar keer is er sprake van een en en hetzelfde boek, dat verschillende van de personages onder ogen krijgen, en waarin een man in de gevangenis wordt gegooid samen met een sprekende hond. De tweede keer dat het boek ter sprake komt gaat dat zo:
Het boek begint zo: een man is onderweg naar huis wanneer hij door een tweetal wordt tegengehouden en, na een stevig pak rammel, meegevoerd in een busje. In de daaropvolgende weken wordt de man ondervraagd maar tot grote frustratie van zijn ondervragers hangt de man iedere keer een ander verhaal op.
Vervolgens wordt er duidelijke 'een ander verhaal' vertelt dan de eerste keer werd samengevat, zij het ook een verhaal dat het eerste raakt.
Wij mensen bestaan grotendeels uit verhalen. En die verhalen zijn, tot grote frustratie van onze ondervragers, iedere keer weer anders.
Reacties