{P} David Blatner, The Joy of Pi. Verschenen bij Penguin en gekocht bij de definitieve opruiming (helaas, helaas) van boekwinkel Ulysses op de Denneweg in Den Haag. Ik heb er nog veel meer gekocht (Bericht aan de Rattekoning van Mulisch, 'De draagbare De Swaan', Dichtung und Wahrheit van Goethe, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels van Krol), maar hier was ik het nieuwsgierigst naar en heb het meteen gelezen. Nou, het was nogal flauw, ik heb er weinig uit geleerd en het was ook niet leuk geschreven.

Erg vervelend is het gescheld op en gezeur over de gekken die nog altijd proberen de kwadratuur van de cirkel te berekenen. Natuurlijk zijn dat gekken, maar daar hoef ik geen pagina's over te lezen. Het is net of Blattner een keer iets heel grappigs over dit onderwerp gelezen heeft en dat nog eens wil overdoen. Of dat hij enorm gefrusteerd is geraakt doordat hij altijd met die gekken geassocieerd is. Ach, nou ja.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.