{P} Joost Zwagerman. Walhalla. Muntinga, 2001.

Joost Zwagerman wil heel graag lage en hoge cultuur met elkaar verbinden, maar ik snap eigenlijk niet zo goed waaróm hij dat wil. Wat maakt het uit?

Nou ja, als het maar aardige essays oplevert, toch? Jawel, maar dat is dan weer niet zo. Het is net alsof Zwagerman die low culture noch die high culture echt in de vingers heeft. Zijn stukken over Schopenhauer of Nabokov zijn bijvoorbeeld nogal saai en plichtmatig. Ik heb echt totaal geen nieuwe gedachte over die schrijvers gekregen sinds ik dit boek las. Maar ook zijn stuk over Madonna - een eindeloze opsomming van beschrijvingen van haar videoclips - of Prince - idem over zijn platen - vind ik weinig opwekkend of opwindend.

Het mooist en het best zijn eigenlijk nog de stukken over bijvoorbeeld Camille Paglia - iemand die zelf de lage en de hoge cultuur met elkaar verbindt, in ieder geval volgens Zwagerman — ik heb nooit iets van haar gelezen. Dat maakt misschien wel duidelijk waarom Zwagerman de twee culturen met elkaar wil verbinden: hij is niet geïnteresseerd in een van de twee culturen op zich, alleen in de verbinding van de twee. Wat een curieus verlangen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.