{P} Günther Grass. Im Krebsgang. Eine Novelle. Steidl, Göttingen, 2002. Nou, hier moest ik ook weer behoorlijk inkomen. Wat een verzonnen gedoe, dacht ik eerst. De verteller heeft een opdrachtgever om een boek te schrijven, en die opdrachtgever is duidelijk Grass zelf. De verteller heeft ook een zoon en die zoon heeft ook weer een tamelijk ongeloofwaardige website, www.blutzeuge.de, waarop hij zou 'chatten' over allerlei details uit de geschiedenis van nazi-Duitsland (helemaal aan het eind is ook nog sprake van www.kameradschaft-konrad-pokriefke.de, je kan tegenwoordig trouwens geen boek meer openslaan zonder e-mail of web). Maar de kern van het verhaal is zo aangrijpend - de details over de ondergang van een boot vol Duitse vluchtelingen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, en de onmogelijkheid om daar mee in het reine te komen (hier waren de Duitsers ineens slachtoffers, hoe rijm je dat?) dat het me langzaam toch naar de keel greep. En de laatste zinnen verpletteren, in al hun algemeenheid dan toch:
Das hört nie auf. Nie hört das auf.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.