{P} George Soros. George Soros on Globalization. Oxford: PublicAffaris, 2002. Het is curieus om een boek te lezen van zo'n invloedrijk iemand onmiddellijk nadat je net zijn vader over zijn jeugd hebt gelezen. Uit de foto op het omslag blijkt dat Soros uiterlijk heel erg op zijn vader lijkt. Zijn houding heeft hij ook niet van een vreemde: het is eenzelfde lakonieke combinatie van zakelijkheid en proberen de wereld net ietsje beter te maken. En enige gepaste trots over zichzelf is beide heren ook niet vreemd. Soros wil geloof ik dat de wereld een mooie democratische regering krijgt, en snel een beetje. Volgens hemzelf heeft hij nu een duidelijker idee over hoe we dat moeten bereiken dan in eerder boeken, maar ik zie nog steeds niet helemaal hoe het nu allemaal moet. Er zijn denk ik wel duidelijke parallellen met de esperantistische visie op de wereld: er moet een neutraal platform komen waarop mensen elkaar kunnen ontmoeten zonder dat de een zich a priori inferieur hoeft te voelen aan de ander. Alleen gaat het Soros niet om taal, zou je kunnen zeggen, maar om de echt belangrijke dingen in het leven: verdeling van goederen en kennis. Een adept van Karl Popper, kom daar nog maar eens om. Hij heeft denk ik wel gelijk, al is hij denk ik wel een beetje erg ongenuanceerd over bijvoorbeeld de antiglobalisten, die hij verwijt dat ze de bestaande internationale instituten uithollen in plaats van te proberen ze van binnenuit te hervormen. Die antiglobalisten vormen een ongestructureerd geheel en zo radicaal antiinstitutioneel zijn ze heus niet allemaal.
Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.
Met een vertaling van Ton Naaijkens. Dit is het verslag van een mislukking. Paul Celan is een groot dichter die ook in Nederland gerespecteerde liefhebbers heeft, en door een van hen, de hoogleraar Duits en vertaalwetenschap Ton Naaijkens, in het Nederlands is vertaald. Celans verhaal - dat van een Duitstalige Roemeense Jood die na de oorlog het Duits opnieuw moest uitvinden om een glimp de verschrikkingen op te kunnen schrijven - is indrukwekkend, en zijn Verzamelde gedichten zijn in het Nederlands ongehoord prachtig opgeschreven. Maar het boek ziet er ook uit als een brok geblakerd beton, en het is me niet gelukt om er doorheen te breken. Ik begrijp niet wat ik als lezer verondersteld wordt te doen met een gedicht als: Das umhergestossene Immer-Licht, lehmgelb, hinter Planetenhäupten Erfundene Blicke, Seh- narben, ins Raumschiff gekerbt, betteln im Erden- münder. (Het alle kanten op gestoten steeds licht, leemgeel, achter planetenhoofden. Bedachte blikken, kijk- krasse
Reacties