{P} René van Stipriaan. Het volle leven. Nederlandse literatuur en cultuur ten tijde van de Republiek. Prometheus, 2002. Een boek dat leest als een trein, en een boek waaruit ik veel heb geleerd, bijvoorbeeld over het theatervak, en het boekenvak, en de relatie tussen auteur en uitgever in de zeventiende eeuw (want daarop ligt toch wel heel duidelijk de nadruk; en het is niet overdreven om te zeggen dat de achttiende eeuw er nogal bekaaid vanaf komt). Op van die 'perifere' aspecten ligt de nadruk in dit boek, veel meer dan op de téksten die er in die tijd geschreven werden. Maar dat maakt het geheel wel zo interessant; ik heb echt het idee dat ik de zeventiende eeuw wat beter begrijp nu ik dit boek gelezen heb.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.