Nick Hornby. The polysyllabic spree

Nick Hornby. The polysyllabic spree. San Francisco: Believer Books, 2004.

Waarom eraan begonnen: Nick Hornby is een schrijver van amusante romans: About a boy, High fidelity en How to be good heb ik de afgelopen jaren gelezen en allemaal met plezier. Dit is een boek over lezen, en ik houd van lezen. Het is zoiets als dit weblog, maar dan beter. Het inspireert me in ieder geval om hier voortaan beter mijn best op te doen op deze rubriek; ook omdat ik begin te merken dat ze gelezen worden. Wat gaan we nu krijgen! Om te beginnen er wat structuur in aan te brengen — al is dat dan ook niet rechtstreeks door deze stukjes geïnspireerd, want die hebben niet zo'n structuur. Wat is het toch leuk om te lezen — toch wel bijna het leukste wat er is.

Wat: The polysyllabic spree is een verzameling maandelijkse columns die Hornby in 2003 en 2004 schreef voor het Amerikaanse tijdschrift The Believer. Elke maand beschrijft Hornby welke boeken hij gekocht, en welke hij gelezen heeft.

Er zijn schrijvers die zich erop laten voorstaan nooit een boek te lezen, of nooit een roman te lezen, of nooit een roman van tijdgenoten te lezen. Dat soort schrijvers, daar houd ik niet zo van. 'Een taartenbakker eet ook nooit taart', heeft Harry Mulisch geloof ik weleens gezegd, maar dat is natuurlijk onzin: een goede taartenbakker gaat elke taartenwinkel binnen die hij tegenkomt, lijkt mij. Een goede taartenbakker eet alleen zijn eigen taarten misschien niet, maar dat is iets anders. Hornby is een taartenbakker die echt van taarten houdt.

En dit boek is zo goed, zo grappig! Ik heb het grotendeels in het vliegtuig gelezen — tijdens een vlucht van Amsterdam naar Genève heb je het allemaal gelezen. Naast me werd een man niet helemaal goed, maar ik moest hardop lachen.

Het mooiste boek dat Hornby gelezen heeft in het jaar dat hij beschrijft: David Copperfield. Dat is ook al zo'n aardig aspect van dit boek. Hij laat duidelijk merken dat hij Charles Dickens een van de beste Engelse schrijvers aller tijden vindt, maar hij schaamt zich er niet voor om op te schrijven dat hij dat boek nog nooit eerder las. Ik heb geloof ik ook nog nooit een boek van Dickens helemaal uitgelezen, laat ik dat dan ook maar opbiechten — en proberen binnenkort maar eens aan David Copperfield te beginnen. Merkwaardig is wel dat hij alleen maar boeken in het Engels lijkt te lezen. Zelfs vertalingen ben ik geloof ik niet tegengekomen. Misschien zou hij dat dan toch ook eens moeten proberen.

Citaten:

«Being a reader is sort of like being president, except reading involves fewer state dinners, usually. You have this agenda you want to get through, but you get distracted by life events, e.g. books arriving in the mail/World War III, and you are temporarily deflected from your chosen path.»

Over de redactie van The Believer (deze redactie noemt hij The polysyllabic spree en een running gag is dat hij ze als een sekte beschrijft):

«The Spree all live together in Believer Towers, high up in the hills somewhere; they spend their days reading Montaigne's essays aloud to each other (and laughing ostentatiously at the funny bits), shooting at people who own TV sets, and mourning the death of every single writer since the Gawain-Poet, in chronological order. When I first met them, they'd got up to Gerard Manley Hopkins. (...) I was impressed by their seriousness, and their progressive sexual relationships, but they really did 't seem like my kind of people.

And yet here we are, still. I'm beginning to see through the white robes to the people beneath, as it were, and they're really not so bad, once you get past the incense, the vegan food, and the communal showers.»

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.