Ronald Giphart. Troost. Amsterdam: Podium, 2005.

Van Ronald Giphart had ik nog nooit een boek uitgelezen; Phileine zegt sorry had ik na een paar bladzijden weggelegd omdat ik het te flauw vond. Ik begon dan ook alleen maar aan Troost omdat ik niet genoeg vliegtuiglectuur bij me gestoken had en omdat dit boek over koken ging.

Wat een ontdekking! Troost is een geweldig goed geschreven, zeer onderhoudend boek waarbij het water je bovendien ook nog eens in de mond loopt. Het verhaal van een topkok met een eigen televisieprogramma die binnen korte tijd op het toppunt van zijn roem heel zijn leven in elkaar ziet storten zit heel goed in elkaar, het wordt met enorme vaart verteld, het is grappig en het geeft je zin om weer eens echt goed uit eten te gaan (dat is dan wel weer een beetje jammer als je in het vliegtuig naar Tromsø zit). Bovendien zit het vol met aardige gedachten over roem en liefde voor het vak en obsessie en televisie, zonder dat de schrijver daar nu zo verschrikkelijk ingewikkeld over doet. Troost is het boek waarvan je in zwaarmoedige momenten denkt dat ze alleen in de angelsaksische landen geschreven worden -- heel knap maar zonder pretenties, maar de vergelijking met bijvoorbeeld William Boyd kan Ronald Giphart wat mij betreft moeiteloos volstaan. Zijn volgende boeken ga ik ook lezen.

Reacties

Anoniem zei…
Grappig, mijn grote bezwaar tegen het boek was juist dat het geen moment de eetlust opwekte.

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.