Nelleke Noordervliet. Altijd roomboter. Amsterdam/Antwerpen: Augustus, 2005.
Wat was het bijvoorbeeld mooi geweest als Noordervliet als een onvermoeibare verslaggever in de geschiedenis was gedoken, als je het idee had dat ze elke steen had bovengehaald om meer over haar oma te weten te komen: mensen proberen op te sporen die haar nog gekend hebben &emdash; dat moeten inmiddels zelf oude mensen zijn geweest, maar ze zullen er toch nog wel zijn &emdash;, mensen die in soortgelijke milieus hebben geleefd; al had ze maar uitgebreide beschrijvingen gegeven van de huidige staat van de Leidse huizen waar Engelbertha heeft gewoond, al had ze maar aangebeld in die huizen om er nog eens te komen kijken. In plaats daarvan krijg je de indruk dat ze heeft volstaan met een enkel bezoekje aan het Leids Gemeentearchief, het raadplegen van één negentiende-eeuwse krant, een citaat uit Multatuli, en nog wat vrij willekeurige andere bronnen. Je krijgt daardoor niet het gevoel dat de schrijfster echt heel graag heeft willen weten wie haar overgrootmoeder was. De rest wordt aangevuld met eigen beschouwingen van Noordervliet, en uit haar fantasie voortgesproten belevenissen van haar grootmoeder. En jammer genoeg vind ik noch die beschouwingen, bijvoorbeeld over de vruchtbaarheid door de eeuwen heen, noch die fantasieën bijzonder inspirerend. De laatste vijftig bladzijden heb ik niet eens meer gelezen, alleen een beetje doorgebladerd. Jammer!
Reacties