Hella Haasse. Sleuteloog. Amsterdam: Rubinstein, 2003.

Dit was voor het eerst dat ik een hele roman heb beluisterd -- via de iPod die ik een paar weken geleden heb gekocht. In het begin kostte het me wat moeite om in het verhaal te komen, meer dan het geval zou zijn geweest als ik de letters voor me zou hebben gehad, maar gaandeweg raakte ik eraan gewend. Zoals ik ook gewend raakte aan de stem van Willem Nijholt, die misschien het enigszins tuttige van het milieu (een ouderwets soort intellectuelen, de hoofdpersoon is een professor emerita in de kunstgeschiedenis) extra benadrukt, bijvoorbeeld door de overdreven precieze manier waarop hij slotmedeklinkers uitspreekt.

Het verhaal is niet uitzonderlijk spannend: de hoogleraar komt er gaandeweg achter dat haar beste vriendin en haar man haar in het verleden waarschijnlijk langere tijd bedrogen hebben. Daarnaast wordt er veel verteld over ons Indië in de jaren dertig, de ingewikkelde raciale verschillen die er gemaakt werden, het leven van Nederlanders in zo'n vreemde omveving. Alles bij elkaar heb ik er toch wel met plezier naar geluisterd, de sessies waarin ik dat deed werden ook steeds langer: in het begin luisterde ik misschien 10 minuten, maar de laatste twee uur heb ik binnen een paar dagen gehoord (waarvan een dag liggend in het gras in de Hortus, dat is toch wel het ideaal).

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.