Remco Campert. Het satijnen hart. Amsterdam: De Bezige Bij, 2006.
Het thema van deze kleine roman is verwant aand at van een andere kleine roman die ik onlangs las — Everyman van Philip Roth, waarin ook een schilder (zij het niet zo'n succesvolle) terugkijkt op zijn leven en zijn liefdes. Merkwaardig hoe dat werkt, de tijdgeest, dit is een tijd van oude mannen. Het nodigt uit tot vergelijking: Campert is wat lichter van toon, daar kun je niet omheen. Neem het begin van dit boek:
'Mijn beste schilderij maakte ik toen ik tegen de zestig was,' zeg ik tegen mijn halfzusje Bettina, terwijl ze een washandje tussen mijn billen door haalt.
Dat is niet alleen een zin waar het taalplezier vanaf spat, hij blijkt later ook nog veelbetekenend te zijn: de hele roman zit er als het ware in verwerkt. Tegelijkertijd is Roth treuriger en zwarter.
Reacties