Arnon Grunberg. Tirza. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2006

Arnon Grunberg zonder grappen, daar moest ik de eerste tweehonderd pagina's wel aan wennen. Er gebeurt bovendien niet bijster veel, tijdens de eerste helft van het boek. Ja, Jörgen Hofmeester maakt sushi en sashimi op het feestje van zijn dochter, en zijn vrouw komt onverwacht weer thuis na vele jaren van afwezigheid.

Die relatieve gezapigheid dient alleen als achtergrond voor het geweld dat later in het boek uitbarst, als Jörgen Hofmeester uit zijn pantser van beschaving breekt, als het beest in hem loskomt, heel even. Nu blijft een achtergrond van tweehonderd pagina's zonder grappen wel een beetje lang. Het verhaal wordt daarna wel enerverend en Tirza is een mooi boek, maar toch niet echt een meesterwerk. Ik denk bij Grunberg de hele tijd dat zo'n meesterwerk nog een keer zal komen — maar wanneer eigenlijk? Er zou in ieder geval meer in te lachen moeten zijn dan in dit boek, en net zoveel om over te huiveren.

Eerder schreef ik hier over Grunberg rond de wereld, De joodse messias en De techniek van het lijden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.