Diane Coyle. The Soulful Science. What Economists Really Do and Why it Matters. Princeton and Oxford: Princeton University Press, 2007.
Coyle weerlegt daarmee allerlei vooroordelen waarvan ik niet eens wist dat ik die had. In het begin van dat boek is dat een beetje irritant, het is alsof iemand je huis komt binnenstormen om je uit te leggen dat ze heus niet slecht is. Maar gaandeweg begon Coyles verhaal me meer te interesseren, vooral omdat het nebenbei een aantal vragen beantwoordt die wel al in me opgekomen waren. Vooral begreep ik eigenlijk nooit zo goed wat nu eigenlijk de relatie is met aanpalende vakken, zoals sociologie, maar vooral psychologie en biologie. De economische wetenschap gaat immers over menselijk gedrag, dus je zou verwachten dat daar een verband ligt met die andere wetenschappen; maar wat dat verband precies was, daarover had ik tot nu toe niet veel gehoord. Coyle gaat wel op dit soort vragen in, al is het zijdelings. (Mijn eigen idee, niet per se dat van Coyle, is dat de economie specifiek gaat over het rationele deel van de menselijke cognitieve vermogens.)
Coyles boek is daarmee een complement voor Freakonomics: dat laatste boek beschrijft de (micro-)economie vooral als een verzameling methoden, The Soulful Science gaat meer in op het onderwerp van onderzoek, op de vragen die (macro-)economen tegenwoordig bezighouden. Ik begin het al bijna interessant te vinden, die economie.
Reacties