Peter Hofman. Lichtschikkend en zingend. De jonge Lucebert. Amsterdam: De Bezige Bij, 2004.

Over een paar weken ga ik een lezing geven over het werk van Lucebert. Nu gaat die lezing helemaal niet over 's mans leven, maar ik vond dat ik daar toch wat meer van moest weten. Dit boek geeft een heel helder beeld van de jonge man die Lucebert ooit was.

Gelukkig voor mij bleek Lucebert weinig op te hebben met het biografische: 'signalement onbekend' liet hij opnemen als persoonsbeschrijving in een vroege bloemlezing van werk van de Vijftigers. Toch is het om andere redenen een interessant boek. Wat een man was die Lucebert: wat een persoonlijkheid. Hoe kan iemand zo overtuigd zijn van zijn eigen talent dat hij bereid is daarvoor jarenlang in armoedige omstandigheden te leven, zich de opdringerigheden van allerlei uitkeringsambtenaren te laten welgevallen en ook niet ontmoedigd te raken van afwijzingen van galeriehouders en uitgevers? En dat dan ook nog voor een man uit een gezin dat helemaal niets in kunst zag? Waar komt zoveel innerlijke kracht vandaan? Hoe weet je dat het geen onzin is die je najaagt?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.