Rob Schouten. Spijsamen. Amsterdam: Arbeiderspers, 2007
Soms zijn de gedichten wel erg spreektalig, zoals het C. Buddingh'-achtige Troost (Laat ons de Turken dankbaar zijn / die ons eraan verslaafden,/al las ik bij hun eigen Oktay Rifat: / 'Hij zet beslist thee 's ochtends, net als ik.'), en vaak is hij wel wat erg bedaard, maar af en toe is hij mooi weemoedig, bijna ouderwets:
In de duinen bij IJmuiden denk ik:
ik ga van nu af leven zoals vroeger,
met woorden als rechtvaardigheid
en plotse lichte plekken in een bos,
iemand schrijft me een lange brief,
in de slaapkamer ligt balatum
en uit de rijdende bibliotheek
haal ik Willy Corsari.
In de volgende strofe stort dit gedicht een beetje in mekaar, omdat de dichter zich genoodzaakt voelt uit te leggen dat dit alles natuurlijk niet meer kan en 'daar moeten we het maar mee doen'. Maar die plotse lichte plekken in het bos, die pakt niemand me meer af.
Reacties