Marten Toonder. Grofstoffelijke trillingen. Amsterdam: BBLiterair, 1979 (1976).
Ik vond ze vast leuk, want dat zijn ze. Ze hebben een soort humor dat kinderen aanspreekt: het grappigst zijn de herhaling en de herkenbaarheid. Bijna alle personen komen in bijna alle verhalen terug, ook al lijken ze elkaar bij een volgende ontmoeting nauwelijks te herkennen. En elke keer zeggen ze weer hetzelfde: 'Als je begrijpt wat ik bedoel', 'Als ik zo vrij mag zijn', 'Fi donc', 'Wat enigjes', 'Hm!'
Tegelijk valt op dat met al die personen iets niet klopt. De dingen die ze de hele tijd zeggen, geven een beeld van een karakter; maar daaronder zit steeds iemand anders. Onder de deftige taal van Markies de Cantecler zit iemand die af en toe onzeker blijkt over zijn eigen positie, onder de gedienstigheid van Joost broeit de opstand. Alleen onder Tom Poes broeit niets, maar Tom Poes zwijgt dan ook.
Wat wilde Toonder eigenlijk met die verhalen? Soms lijkt er een soort moraal aan de oppervlakte te komen: de Zwarte Zwadderneel kun je lezen als een waarschuwing tegen grauw protestantisme. Maar uiteindijk gaat het toch vooral over die verhalen, om het plezier van het vertellen, hoe noem je dat. Die grauwe stijlheid is toch meer een soort motief, zoals ook de kunst en de wetenschap dat zijn. Wetenschappers zijn bij Toonder eigenlijk allemaal gek en wereldvreemd als ze al niet op het slechtste uitzijn — maar het zou overdreven zijn om te beweren dat hij tegen de wetenschap wilde 'waarschuwen', of zoiets. Hij deed iets veel belangrijkers: hij vertelde verhalen.
Reacties
Wat een mooi weblog heeft u! Ik heb er nog niet al te veel van gezien, maar het oogt mij uitstekend en volledig toe, waarvoor dank!
Ik heb een vraag die mij al lang kwelt: als groot bewonderaard van de verhalen van Marten Toonder, vroeg ik mij af of er een overzicht bestaat van de door hemzelf geschreven verhalen en welke OF bewerkt zijn OF geschreven door anderen? Er is namelijk zoveel verschil te bespeuren. Een verschil van dag en nacht.
Waarbij ik Toonder prefereer, met uw goedvinden.
Alvast heel hartelijk dank voor uw antwoord.
Fred Händl