Robert Musil. Der Mann ohne Eigenschaften. Hamburg: Rowohlt Verlag, 1960 (1930/1933/1952).
Een Duitse vriend van me vertelde me dat hij het boek als tiener had gelezen en er helemaal in een filosofische roes van was geraakt. Hij wilde het daarom niet meer lezen — die roes was zo beangstigend geweest. Een Nederlandse vriend had het boek recenter gelezen en was er ondersteboven van geraakt, ook in een filosofische roes. Die roes heb ik maar zelden gevoeld, maar het boek is een maand lang mijn metgezel geweest, heeft me aan het denken gezet en doen lachen.
Waarover gaat de Mann ohne Eigenschaften? Alle samenvattingen die ik ervan gelezen of gehoord heb, lijken me fout. Hier is mijn eigen poging. Ulrich is de man zonder eigenschappen. Hij is wel tot veel in staat, tot heel veel zelfs want hij is intelligent, welbespraakt, goed getraind en niet onaantrekkelijk. Maar hij weet niet wat hij wil, hij weet niet wat een goed leven is, hoe je dat moet leiden, en hij weigert zich vast te leggen.
Het boek gaat vooral over moraal, over hoe je zou moeten leven, en vooral over de onmogelijkheid om dat te weten of daar al te strenge uitspraken over te doen. Het valt uiteen in twee delen, een over de moraal in de grote buitenwereld, en een over moraal in de binnenwereld.
De beschrijving van de grote buitenwereld is voor een deel satire. Ulrichs vader vindt dat zijn zoon nu, in 1913, eindelijk maar eens iets nuttigs moet gaan doen. Hij maakt hem daarom lid van de Oostenrijkse 'Parallelactie', een comité dat de grootschalige viering van de keizer van de dubbelmonarchie in 1918 moet voorbereiden. Allerhande plannen worden door dit comité onder de loep genomen: daarin schuilt nu juist de satire. Heel grappig is bijvoorbeeld de beschrijving van een man die Ulrich ervan komt overtuigen dat Oostenrijk in het kader van die viering de wereld kan verbeteren door het te overtuigen van een beter stenografisch systeem. Als iedereen maar het beste steno gebruikt, gaat men vanzelf sneller en helderder enz. denken.
De Mann ohne Eigenschaften is daarmee een boek over een grootschalige mislukte poging om iets enorm groots te volbrengen, iets dat uiteindelijk de hele wereld, of op zijn minst de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, op één lijn zal brengen. Daar komt nooit iets van terecht: er zijn teveel ideeën, teveel plannen, en er zijn teveel specialismen, zodat niemand elkaar nog begrijpt. Het boek is zelf ook een dergelijke mislukking geworden, het is Musil boven het hoofd gegroeid en nooit voltooid geraakt.
Die mislukking geldt iets minder de moraal van de binnenwereld. Daar gaat Ulrich een van de grootste morele experimenten ooit aan, door een incestueuze relatie te beginnen met zijn jongere zuster Agathe. Mag dat? Kan dat? Waarom niet? Over al die dingen denkt het boek na, maar een antwoord komt er niet.
Het boek is vooral een worsteling, een wanhopige poging om de redelijkheid en het verstand te verenigen met het religieuze gevoel. Musil moet ervan overtuigd zijn geweest dat alleen zo'n vereniging de ware moraal naar boven moet brengen. Hij wijst er een paar keer op dat we eigenlijk met zijn allen de moraal zouden moeten onderzoeken op ongeveer de manier waarop we wetenschap bedrijven. Maar een diep religieus gevoel moet er ook zijn. Agathe vertelt op zeker moment over haar strenge religieuze opvoeding in een nonnenklooster, waarop Ulrich uitroep:
Weisst du, was das beweist? Doch nichts anderes, als dass die Kraft zum Guten, die auf irgendeine Weise wohl in uns vorhanden ist, sogleich die Wände durchfrisst, wenn man sie in eine feste Form einschliesst, und durch das Loch sofort zum Bösen flieht! [...] Die Gefühle vertragen es nicht, angebunden zu werden, besonders aber gewisse Gefühle nicht. Ich bin überzeugt, dass eure braven Erzieherinnen selbst geglaubt haben, was sie euch predigten; aber Glaube darf nicht eine Stunde alt sein!
Af en toe was het lezen van zo'n omvangrijk boek wel een beproeving. Het waren zinnen als vooral de laatste die me er steeds weer doorheen hebben gesleept.
Reacties