Knut Hamsun. Hunger. Baden-Baden: Suhrkamp, 1978 (Sult, 1890).

Vertaling: J. Sandmeier en S. Angermann

Er is geen betere manier om in te zien hoe slecht je geheugen werkt, dan door een boek te herlezen. De ervaring is totaal anders, maar dat kan niet aan het boek liggen, dat is immers niet veranderd. Hoe kan het dan dat er essentiële dingen zijn die je je echt niet herinnert?

Neem Honger van Knut Hamsun. Een man loopt aan het eind van de negentiende eeuw door de straten van Oslo en heeft honger. Alles, alles, alles in zijn leven staat in het teken van die honger. Een heel enkele keer verdient hij wat geld door een stuk te slijten aan een krant, maar naarmate de honger zijn geest aantast wordt dat ook steeds lastiger.

Dat alles kon ik me nog herinneren van de laatste keer dat ik Honger las. Wanneer was dat? Zelfs dat weet ik niet eens meer. Minstens vijftien jaar geleden, misschien twintig, misschien nog (iets) langer. Maar er gebeurt ook van alles in het boek dat ik me helemaal niet kon herinneren, als je me een week geleden had verteld dat die dingen in dit boek staan, had ik je niet geloofd. Dat de hoofdpersoon korte tijd (nou ja, op de keper, een uurtje) een affaire heeft met een jongedame bijvoorbeeld. Of dat hij aan het eind aanmonstert om een heuse carrière te beginnen, als zeeman. Dat past eigenlijk helemaal niet in het beeld dat ik van het boek had.

Wat ik me nu geloof ik ook meer heb afgevraagd dan de vorige keer: hoe is die man eigenlijk in deze miserabele omstandigheden terechtgekomen? Daar wordt niet echt een antwoord op geformuleerd, je merkt alleen af en toe dat er tijden moeten zijn geweest dat hij het niet zo slecht had, dat hij het zich zelf kon permitteren om bladmuziek te kopen bijvoorbeeld. Ik vermoed dat deze man echter altijd twee problemen heeft gehad: hij leeft zo in het heden dat hij er niet aan toekomt om zijn leven echt op te bouwen, en hij wil met alle macht de schijn ophouden voor zijn medemens zodat hij geen hulp van anderen kan accepteren. Door de honger worden allebei die neigingen alleen nog maar versterkt. Het levert een huiveringwekkend beklemmend boek op.

De episode met dat meisje en het aanmonsteren aan boord van dat schip kloppen nog steeds niet met dat beeld dat ik van dit boek heb: ze verwijzen wel degelijk naar de toekomst, en er lijkt bijna contact met een mens te ontstaan. Misschien dat ik ze daardoor zo gemakkelijk vergeten ben. Ik ben benieuwd hoe dat is als ik dit boek over twintig jaar weer lees.

Reacties

Anoniem zei…
Daarom worden veel romans teruggebracht tot clichés. Recensenten, of ander volk dat over boeken iets te berde brengt, hebben geen tijd om de hele literatuur de hele tijd te herlezen - en brengem dus, als de gelegenheid hen dwingt, een boek terug tot een karakteristieke, kernachtige bewering, die soms uit een diepe put moet worden opgevist. Terwijl een boek, een echt kunstwerk, vaak zo veel meer is. Ik zeg dat niet als verwijt, ik probeer een proces te beschrijven. (Maar het is een interessant thema, ik zal het op www.derecensie.web-log.nl ook eens aansnijden. Waar we - dit terzijde - jouw boek over Esperanto ook eens hebben besproken.)
Ja, en eigenlijk is het nog erger. In het werkelijke leven gaat het ook zo, de verhalen uit je eigen leven herinner je je natuurlijk ook zonder al die details die niet echt in het verhaal passen. En dat kun je nooit meer teruglezen om te zien hoe het echt was!
Anoniem zei…
Tenzij je een uitputtend dagboek bijhoudt, met een vastberadenheid van een Willem Oltmans.
Maar zelfs dan maak je tijdens het schrijven alvast een verhaal, dat je dan onthoudt. Je zou eigenlijk alles nog eens echt moeten beleven, ach ja.

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.