Miguel de Cervantes. Don Quixote. London: Vintage, 2005 (1605/1615)
Vertaling: Edith Grossman
Uit een enquête die de Noorse boekenclub een paar jaar geleden hield onder honderd schrijvers uit vijftig landen, bleek dat Don Quichot door velen wordt beschouwd als het belangrijkste boek van de wereldliteratuur. Ik weet bijvoorbeeld dat ook de Nederlandse dichter Lucebert meer exemplaren van dit boek in huis had dan van welk ander boek ook. En toen ik onlangs met iemand over Don Quichot sprak, verklaarde hij dat er geen belangrijker boek op de wereld is, dan dit. "Hier staat alles in."
En inderdaad, er zijn in de wereldliteratuur weinig aangrijpender momenten dan die van de dood van Don Quichot, die ineens tot het besef komt dat hij eigenlijk Alonso Quichano is, een man van de lagere adel in La Mancha: het spel is uit, zijn leven is verdaan met onzin. En er zijn momenten in het boek die heel grappig zijn, en dat op verschillende manieren, van slapstick — Sancho Panza die een nacht lang het paard van Don Quichot probeert tegen te houden om te voorkomen dat zijn baas een nieuw avontuur tegemoet rijdt, maar ondertussen stiekem zijn behoefte doet — tot heel ingewikkelde ironie — Don Quichot besluit niet naar Zaragoza te gaan omdat een vervalser een boek heeft geschreven over een andere Don Quichot die naar Zaragoza gaat, en de echte Don Quichot die vervalser geen gelijk wil geven. Er is geen gevoel dat je niet krijgt bij het lezen van dit boek. Hier staat alles in.
Het is een rijk boek, en wie zichzelf niet de tijd gunt om zich twee weken in deze opmerkelijke wereld in te leven, zo iemand doet zichzelf tekort.
Toch zijn er ook wel momenten dat de lezer volkomen wanhopig wordt, bijvoorbeeld als de schrijver hem er voor de vijfhonderste keer (ik overdrijf niet, of in ieder geval niet erg) op wijst dat wat de held van het verhaal zegt tegelijkertijd waanzinnig is en heel wijs. Maar wanhoop is natuurlijk ook een gevoel, en er is geen gevoel dat je niet krijgt, ik zei het al. Wat een wonderlijk, wat een krachtig boek. Hier staat alles in; en toch ga ik weer verder met het volgende boek.
Reacties
En om meer inhoudelijk te reageren: zou het boek erbij winnen als je het zou herschrijven naar 21e eeuwste maatstaven? Ik bedoel: tegenwoordig gaan schrijvers er van uit dat hun lezers de significante details hebben onthouden die 150 of 300 pagina's eerder werden vermeld.
Wat je vooral zou veranderen, in de eenentwintigste eeuw, is de humor, denk ik. Kennelijk gold het in Cervantes' tijd als heel grappig om steeds te roepen: kijk eens, wat een domkop! Dat soort humor bestaat geloof ik niet meer. Je lacht nog wel om domkoppen, maar dat zeg je er niet de hele tijd zo bij.
Ik ben er op dit moment in bezig, al meer dan een maand, en ik ben nog niet over de 200 bladzijden. Dat is niet omdat het saai is - ookal is het misschien wat veel van hetzelfde - maar doordat de vertelling inderdaad bestaat uit een reeks avonturen dezelfde premisse. Dat betekent steeds opnieuw opladen voor een nieuw hoofdstuk, en dat is vermoeiend. Toch ga ik hem uitlezen, en dan misschien meer als een reeks korte verhalen dan een roman. En het niet willen overhaasten, dat helpt ook.