Franz Kafka. Das Schloß. Originalfassung. Frankfurt: Fischer, 2008 (1926).
Geen enkele van die theorieën klopte helemaal, zei Evans. En dat was ook Shakespeares bedoeling: zo weerspiegelde Shakespeare het onbegrijpelijke van het menselijke gedrag. Het stuk was geschreven in een tijd dat alles op zijn kop kwam te staan door de ontdekking van Amerika, de reformatie, enz. De mens was niet langer doorzichtig, en Shakespeares stuk daarom ook niet. Hamlet begint niet voor niets met een op het oog onschuldige schène — de wisseling van de wacht — waarin al allerlei persoonsverwisselingen zitten. 'There is more between heaven and earth than are dreamt of in your philosophy.'
Hoewel Evans een en ander wel wat ver doorvoert met zijn bewijsvoering, zit er misschien wel wat in. En dat is misschien ook wel een sleutel tot Kafka's werk.
Het gedrag van hoofdpersoon K. in dit boek is ook onbegrijpelijk, niet om wat hij niet doet, zoals in Hamlet, maar vooral om wat hij wel doet. Waarom wil hij zo graag doordringen in de bureaucratische boezem van het slot? Waarom gaat hij niet weg uit dat dorp, waar hij op de eerste bladzijden immers ook maar achteloos verzeild lijkt te zijn geraakt? Waarom begint hij zo'n vreemde relatie met het meisje Frieda?
Ook over het slot zijn inmiddels al heel veel theorieën. Het werk zou gaan over de bureaucratie die het individu vermorzelt — maar dat verklaart niet waarom dat individu dat eigenlijk toestaat. Het zou gaan over de zoektocht naar God — maar dat verklaart niet waarom er zo weinig devotie is. En zo voort.
Maar misschien was dat allemaal ook wel Kafka's bedoeling, weerspiegelt hij met Het Slot ook weer een deel van de onbegrijpelijkheid van de menselijke motieven. We gaan de strijd aan met een onzinnig systeem dat groter is dan wijzelf, in plaats dat we onze schouders erover ophalen en verder gaan op ons eigen pad. Waarom?
(Eerder schreef ik hier over Amerika en Der Process van Kafka.)
Reacties