Lu Xun. Diary of a Madman and other stories. Honolulu: University of Hawaii Press, 1990 (1918-1925).
Hoe was het om bijna honderd jaar geleden een Chinees te zijn? Niet zoveel anders dan om nu een Nederlander te zijn. Er verandert de hele tijd van alles, en je past je aan.
China was indertijd in rep en roer. Er vonden allerlei revoluties en contrarevoluties plaats, en de mooiste verhalen die Lu Xun schreef gaan over het geschipper van de mensen met al die grote politiek. Het allermooiste verhaal - en, naar ik begrijp, ook een van de beroemdste - gaat over de schooier Ah Q, die zich even rijk rekent als er een revolutie aandoet, maar uiteindelijk wordt opgeknoopt. Ook mooi is al het gehannes met haar in een aantal verhalen: volgens de ene factie moest je je hoofd kaalscheren op een lange vlecht na, volgens anderen moest je je haar juist lang en los laten hangen, enzovoort. Wat betekende dat nu voor het kapsel van de gewone Chinees?
Hoewel zijn verhalen ook in het Nederlands vertaald schijnen te zijn, had ik nog nooit van deze schrijver gehoord. Lu Xun was de eerste Chinese schrijver die gebruik maakte van de volkstaal, de eerste die 'westerse' (voor Chinezen waren dat ook Russische) literaire voorbeelden in het Chinees verwerkte en zijn verhalen zijn dan ook een ware ontdekking: die Chinezen konden bij mij om de hoek wonen. Bij de opening en de sluiting van de Olympische Spelen in Beijing liet de Chinese cultuur zich vooral van haar massale kant zien (duizenden danseressen die allemaal dezelfde pasjes zetten); geef mij dan maar deze allerindividueelste verhalen.
Reacties