Harry Mulisch. Twee vrouwen. Amsterdam: CPNB, 2008 (1975).

Harry Mulisch. Twee vrouwen Twee vrouwen is volgens het omslag van de uitgave die ik deze week voor tien euro kocht 'peilloos diep'. Dat is moeilijk te weerleggen: de lezer die de peilloze diepte niet ervaart, is misschien wat oppervlakkig. Maar ik ervaar de peilloze diepte niet.

Het verhaal is tamelijk rechttoe-rechtaan: gescheiden vrouw leert een geheimzinnig meisje kennen, de twee beginnen een relatie; dan loopt het meisje weg met de ex-man van haar geliefde; na een paar maanden komt ze echter weer terug: ze is zwanger van de man, maar dat kind wil ze aan haar geliefde geven. Dan wordt ze echter door de man vermoord.

Waaruit bestaat de peilloze diepte? Niet uit het gevoel. Daarvoor is de liefde tussen de twee vrouwen vooral te vanzelfsprekend. Laura ziet Sylvia en weet: met haar ga ik samenwonen, maar grote hartstocht of tederheid komt daar niet aan te pas. En daarmee worden de gevoelens van verlatenheid als Sylvia wegloopt, of verdriet als ze dood is, ook minder invoelbaar.

Misschien komt de peilloze diepte uit de verwijzingen naar kunst en mythologie? Maar die verwijzingen zijn er ook alleen maar voor zover ze er zijn. Je kunt ongetwijfeld allerlei spelletjes bedenken, alle fallische symbolen en symbolen voor de vagina op een rijtje zetten, maar is dat diep? De gedachten over de verschillen tussen man en vrouw, of over de verhouding tussen de seksen, zijn die diep?

Eigenlijk word je door die 'peilloze diepte' op het omslag vooral op het verkeerde been gezet, want Twee vrouwen is een onderhoudend boek met een mooi verhaal dat knap verteld wordt. Niet ieder goed boek hoeft een verpletterend meesterwerk te zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.