George Orwell. In Defence of English Cooking. London: Penguin, 2005.
Orwell wordt algemeen beschouwd als een belangrijke Engelsalige essayist, maar een van zijn grootste bewonderaars is waarschijnlijk Noam Chomsky, zelf een niet onbelangrijk politiek denker. Hij heeft de term Orwell's Paradox bedacht voor die onverklaarbare onwetendheid van mensen die beter zouden moeten weten. Tegelijkertijd vallen me, als ik Orwell's essays met Chomsky's ogen lees, toch ook wel op dat de twee denkers het op een aantal punten grondig oneens moeten zijn. Zo is Orwell in deze essays voor alles een individualist, iemand die het 't allerbelangrijkst vindt dat de mens voor zichzelf denkt, zijn eigen mening vormt en zich daarbij zo weinig mogelijk aantrekt van anderen. Chomsky trekt zich in de praktijk ook bijzonder weinig aan van wat anderen vinden, maar lijkt toch ook af en toe wat ideologischer. Volgens Orwell bestaat er bijvoorbeeld een vorm van nationalisme die zich tegen het eigen land keert, en vooral kritiek op het eigen land en het eigen systeem keert. Daar is Chomsky vaak van beschuldigd -- en hoewel daar meer over te zeggen valt, krijgt de lezer van Chomsky inderdaad soms het gevoel dat de Amerikaan er bijzonder genoegen in lijkt te scheppen het feilen van Amerika aan te wijzen.
Maar uiteindelijk zijn allebei de denkers vooral graag dwars. Orwell is daarbij af en toe wat frivoler en haalt dan zijn gelijk in een verdediging van de Engelse keuken, waarvan hij overtuigend aantoont dat die helemaal niet zo slecht is, zolang je hem niet in de duurdere restaurants zoekt, maar bij de Engelsen thuis.
Reacties