Gerrit Komrij. Papieren tijgers. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1978.

Gerrit Komrij

Van Gerrit Komrij heb ik bijna alle boeken, of in ieder geval de boeken die verschenen zijn tot ergens begin jaren negentig. Hij was de eerste Nederlandse levende dichter met wie ik een beetje dweepte, als scholier heb ik ooit de premiere van een toneelstuk van hem bijgewoond. Ik leerde gedichten van hem uit mijn hoofd en probeerde te schrijven zoals hij. Op een zeker moment kwam daar verandering in. Niet omdat er iets gebeurde, maar omdat ik mijn belangstelling verloor, zonder dat ik zelfs kan zeggen waarom. Ik heb nog steeds als zijn oude boeken, maar zijn nieuwe boeken heb ik niet meer.

Tussen die oude boeken ontbreekt Papieren tijgers. Ik heb het ooit gehad, maar het is verdwenen, mogelijk heb ik het ooit uitgeleend of ergens laten liggen. Nu heb ik het dan herlezen en wel om te vieren dat ik een nieuw stuk speelgoed heb: een e-book reader. Van de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren heb ik het gedownload, in de vorm van drie pdf's (1, 2, 3). En toen heb ik voor het eerst een heel boek dat niets met mijn werk te maken had vanaf een schermpje gelezen! Wat een prachtige uitvinding, zo'n e-book reader. Het leest echt bijna net zo prettig als een papieren boek.

En dan maakte ik ook nog tussen neus en lippen door hernieuwd kennis met een boek dat ik misschien al vijftien jaar niet meer had aangeraakt, terwijl ik het daarvoor enkele malen gelezen moet hebben. Ik kon me sommige stukken nog herinneren - de hilarische humor, en vooral de woedende aanklacht tegen Scientology, die Komrij in latere stukken zou voortzetten -, maar andere niet meer. Dat komt onder andere doordat mijn smaak duidelijk veranderd is. Grote stukken van Papieren tijgers vond ik nu flauw: waarom is het nodig om bijvoorbeeld boulevardblaadjes aan te vallen? Of om F.B. Hotz op te hemelen? Van de afgekraakte debutanten kan ik er nu nog slechts een terugvinden op Google: Roeland Kerbosch, tegenwoordig eigenaar van een BV in de filmindustrie. De stukken zijn allemaal brilant geschreven en daardoor heel amusant, maar ook te ironisch om de lezer echt te raken ('Eer zal ik kakken in mijn hoed / dan dat ik u mijn ziel blootleg / en zeg wat ik nu lijden moet', dat was toch wel Komrijs lijfspreuk).

Maar dan eindigt het boek ineens prachtig, met essays die indertijd helemaal niet hebben mogen beklijven: een aantal artikelen over de negentiende-eeuw en dan vooral het allerlaatste artikel over enkele totaal en terecht vergeten dichters uit de arbeidersklasse, die zich vooral voegden naar de status quo en daardoor door de dominee, de dokter en de notaris in het hart werden gesloten. Weg is hier ineens de ironie, hier rijst Komrij ineens met al zijn belezenheid, zijn verontwaardiging en zijn goede smaak op van het grijze schermpje van de e-book reader.

(Zie Achille van den Branden en Boeklog voor heel andere manieren om dit boek te lezen.)

Reacties

Anoniem zei…
U schrijft lyrisch over Gerrit Komrij. Wat u eigenlijk niet zou mogen missen is de recent verschenen boek-cd Komrij & Gauthier Dansen op Spijkers (De Bezige Bij). Binnen een paar weken overal uitverkocht. Een prachtige eenheid van dichtkunst en muziek (van componist Louis Gauthier). Zoals Gerrit K. het kort geleden in een interview op de Belgische Radio 1 (cultuurpgrogramma Mezzo)verwoordde is de mengvorm van literatuur + muziek in dit geval een derde kunstwerk geworden.
Hendrik-Jan zei…
Een echte aanrader is om nog eens het boekje Horen, zien en zwijgen met de televisierecensies van Komrij uit 1977. Ik denk helaas nog niet als e-book verkrijgbaar, maar het is echt geweldig te lezen hoe verbazend actueel Komrij is.

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.