Joseph Conrad. Nostromo. A Tale of the Seaboard. Manybooks.net, 2009 (1904). http://manybooks.net/titles/conradjoetext00nstrm10.html

Joseph Conrad. Nostromo. A Tale of the Seaboard

Joseph Conrad was van het langzaam schrijven en het langzaam lezen. Nostromo is een groots, bewonderenswaardig epos over het politieke gewoel in de stad Sulaco in het imaginaire Latijns-Amerikaanse land Costaguana. Iedere zin van de tienduizenden die het boek telt is prachtig geconstrueerd, alle personen worden heel precies getekend. "A work that aspires, however humbly, to the condition of art should carry its justification in every line," heeft Conrad ooit geschreven, en dat die ambitie heeft hij met Nostromo eer aangedaan.

Het is moeilijk te beschrijven wat het verhaal is - de eerste paar honderd bladzijden is er nauwelijks sprake van een verhaal, maar wordt vooral de geschiedenis van Sulaco en het politieke systeem van Costaguana beschreven. Heel, heel langzaam wordt er ingezoomd op Nostromo, een man van Italiaanse afkomst, van wie duidelijk wordt gemaakt dat hij voor de machthebbers een uiterst betrouwbare kracht is en die uiteindelijk in een moment van grote verwarring vanwege een machtswisseling, de opdracht krijgt het zilver van een groot mijnbedrijf in veiligheid te brengen. Doordat het op zee wemelt van schepen van de tegenstander, lukt het hem alleen maar om dat zilver op een klein nabijliggend nagenoeg onbewoond eilandje te verbergen. Men denkt echter dat het zilver in het water is geraakt toen Nostromo's schip geraakt werd. Nostromo blijkt nu toch niet zo betrouwbaar; als hij het geld zelf probeert te confisceren wordt hij echter doodgeschoten.

Nostromo was geen boek voor mij. Alle kwaliteiten kan ik zien: hoe fraai het Engels is, hoe knap Conrad zijn maatschappij heeft geconstrueerd, enzovoort. Maar afgezien van een enkele passage - Nostromo en de politicus Delcoud alleen op zee, die ontdekken dat er nog een verrader zou kunnen zijn - greep het me nergens echt aan.

Misschien, bedacht ik, is het het totale gebrek aan humor. Ik geloof dat ik weinig boeken echt mooi vind waarin niet op zijn minst bepaalde passages of bepaalde personages grappig zijn. In Romeo and Juliet, dat ik onlangs las, wordt duidelijk de spot gedreven met Romeo die binnen vierentwintig zijn smoorverliefdheid laat overgaan van de een op de ander, en bovendien is er de kwebbelzieke oude bediende van Juliet. Door die humor, is mijn theorie, maak je contact met de schrijver, weet je even zeker dat je begrijpt wat hij bedoelt, en dan komt de eventuele klap ook harder aan. Door de staalharde ernst van iedere punt en komma in Nostromo gaat het in ieder geval langs deze lezer uiteindelijk heen. Het is mooi, en wijs, maar alles op een afstandelijke manier.

Reacties

Dat geldt wat mij betreft een beetje voor alle Conradboeken die ik (verplicht) heb gelezen. Ik vond het boeken om te bewonderen, maar niet om van te houden. Aan de andere kant ken ik ook mensen die helemaal idolaat van hem zijn, dus dat is nogal persoonlijk.

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.