D. H. Lawrence. Sons and lovers. Project Gutenberg, 2010
Een leven van lezen is een leven van door een rijstebrijberg gaan: er is een eindeloze hoeveelheid om te smullen, je kunt als consument niet beter doen dan almaar door te happen; de meeste tijd ga je door smakelijke kost heen - als het niet lekker is, kun je altijd weer een hoekje omslaan - en soms stuit je ineens op een bijzondere lekkernij.
Van D.H. Lawrence had ik, als redelijk beschaafd burger van een vroeg-21e-eeuwse West-Europese samenleving natuurlijk wel gehoord, maar ik had me nooit in hem verdiept en al helemaal nog nooit iets van hem gelezen. Op basis van zijn reputatie had ik het idee dat hij een vroege Engelse voorloper van Ernest Hemingway was, een schrijver over woeste echte mannen en hun liefdesleven. Zoiets als Sons and lovers had ik nooit verwacht.
Iedereen moet dat boek lezen, vind ik. Het zou verplichte literatuur moeten zijn op de middelbare school, want het kan iedereen die ooit met menselijke relaties te maken krijgt, een hoop tijd sparen in zelf dingen uit te pluizen. Nog nooit heb ik zo'n precieze en heldere analyse gezien van hoe ingewikkeld liefdesrelaties zijn, hoe moeilijk het is om je te geven aan een ander, hoe mensen in zo'n relatie de hele tijd heen en weer gaan tussen grote liefde en aantrekkingskracht op het ene moment en afkeer (Lawrence noemt het consequent hate) op het andere.
Een ruwe, onontwikkelde mijnwerker en een wat gevoeliger, maar ook zelfstandige vrouw krijgen vier kinderen. Alle vier die kinderen, maar vooral de protagonist Paul Morel, worden in hun liefdesleven getekend door de manier waarop ze tussen die twee heen en weer geslingerd zijn. Paul is een gevoelige en begaafde man die een baan vindt als kantoorklerk en niet onverdienstelijk schildert, maar die in zijn liefdesleven niet kan kiezen tussen de gevoelige, hoogstaande, begripvolle Miriam (die hem afstoot door te veel van hem te houden) en de frivolere, zinnelijkere, getrouwde Clara (die hem verlaat als hij zich bij de ziekte en dood van zijn moeder in zichzelf keert). Het boek is tegelijk een roman en een essay over menselijke gevoelens en menselijke verhoudingen. Het gaat wel over de man als iemand die misschien nooit kan geven wat een vrouw wil (zijn 'diepste zelf'), maar het is dus geen boek over blanke bolsters, zoals ik verwachtte. Het is iets mateloos boeienders - een onverwachte verrijking van mijn leven. Hopelijk vind ik snel weer een nieuwe D.H. Lawrence in mijn eigen rijstebrijberg.
Van D.H. Lawrence had ik, als redelijk beschaafd burger van een vroeg-21e-eeuwse West-Europese samenleving natuurlijk wel gehoord, maar ik had me nooit in hem verdiept en al helemaal nog nooit iets van hem gelezen. Op basis van zijn reputatie had ik het idee dat hij een vroege Engelse voorloper van Ernest Hemingway was, een schrijver over woeste echte mannen en hun liefdesleven. Zoiets als Sons and lovers had ik nooit verwacht.
Iedereen moet dat boek lezen, vind ik. Het zou verplichte literatuur moeten zijn op de middelbare school, want het kan iedereen die ooit met menselijke relaties te maken krijgt, een hoop tijd sparen in zelf dingen uit te pluizen. Nog nooit heb ik zo'n precieze en heldere analyse gezien van hoe ingewikkeld liefdesrelaties zijn, hoe moeilijk het is om je te geven aan een ander, hoe mensen in zo'n relatie de hele tijd heen en weer gaan tussen grote liefde en aantrekkingskracht op het ene moment en afkeer (Lawrence noemt het consequent hate) op het andere.
Een ruwe, onontwikkelde mijnwerker en een wat gevoeliger, maar ook zelfstandige vrouw krijgen vier kinderen. Alle vier die kinderen, maar vooral de protagonist Paul Morel, worden in hun liefdesleven getekend door de manier waarop ze tussen die twee heen en weer geslingerd zijn. Paul is een gevoelige en begaafde man die een baan vindt als kantoorklerk en niet onverdienstelijk schildert, maar die in zijn liefdesleven niet kan kiezen tussen de gevoelige, hoogstaande, begripvolle Miriam (die hem afstoot door te veel van hem te houden) en de frivolere, zinnelijkere, getrouwde Clara (die hem verlaat als hij zich bij de ziekte en dood van zijn moeder in zichzelf keert). Het boek is tegelijk een roman en een essay over menselijke gevoelens en menselijke verhoudingen. Het gaat wel over de man als iemand die misschien nooit kan geven wat een vrouw wil (zijn 'diepste zelf'), maar het is dus geen boek over blanke bolsters, zoals ik verwachtte. Het is iets mateloos boeienders - een onverwachte verrijking van mijn leven. Hopelijk vind ik snel weer een nieuwe D.H. Lawrence in mijn eigen rijstebrijberg.
Reacties