Henrik Ibsen. A Doll's House. Gutenberg.org, 2001

Henrik Ibsen. A Doll's House Nora woont, een negentiende-eeuwse vrouw,haar hele leven in een poppenhuis. Ze is de pop van haar vader, die precies de gewenste dingen doet en de gewenste opinies heeft, tot haar huwelijk. Daarna wordt ze de pop van haar man, het wat domme gansje dat voor hem de Tarantella danst en wiens enige onafhankelijkheid eruit bestaat dat ze zogenaamd niet met geld om kan gaan. Tot haar ineens de schellen van de ogen vallen, als haar man hun onderlinge relatie altijd verkeerd beoordeeld blijkt te hebben, en ze besluit om een eigen leven te gaan leiden,weguit het poppenhuis.

Wat mij vooral opviel toen ikdit stuk weer eens herlas: hoe spannend het is. Ook al weet je precies hoe het allemaal afloopt, en al weet je zelfs dat het einde waar Nora bang voor is - dat haar man erachter komt dat ze een zakelijke transactie gesloten heeft - uiteindelijk voor haar een zegen zal zijn, toch leef je met haar mee: oh, als hij die brief maar niet opent! Dat verlangen wordt bijna onverdraaglijk, ook voor de lezer.

Eigenaardig is dat er ook nog een andere draad is, die ik min of meer vergeten was en waarover ik ookop internet wei ig lees: die van dr. Rank, die heimelijk verliefd is op Nora, iedere dag als huisvriend op bezoek komt, dan ineens onverhoeds zijn liefde bekent, afgewezen wordt, en zich terugtrekt (om zelfmoord te plegen?) Dat Nora geen zin heeft om nu de pop te worden van weer een derde man, is duidelijk. Maar wat is dat voor een zonderling hartstochtelijke figuur, die Rank? Daar zou ik nou weleens wat meer over willen lezen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.