Woody Allen. Without Feathers. Audible.com, 2010 (1975).

Woody Allen. Without Feathers Het is dat ik Woody Allens films zo graag bekijk - dit weekeinde heb ik nog in een nauwelijks bezet heel klein Parijs' filmzaaltje Midnight in Paris gezien. Het is dat ik dit boek nu eenmaal als luisterboek gekocht heb en er toch al naar het luisteren was, en er bovendien bij dit luisterboek nog vier andere boeken van Allen werden meegeleverd, zodat ik dus nog wat te gaan heb. Misschien speelde ook nog een rol dat Wikipedia meldt dat dit een van Allens beroemdste boeken is. Maar anders had ik Without Feathers nooit helemaal afgeluisterd.

Waar ligt het aan? Ik houd normaal gesproken wel van het soort absurdisme dat Allen hier bedrijft. Ik ben er ook niet per se op tegen dat in verhalen hogere en lagere cultuur door elkaar worden gehaald. (Een van de verhalen gaat over een privé-detective die een bijzonder soort hoertjes op het spoor komt: jonge vrouwen die voor geld een intellectueel gesprek met je aangaan. Zijn droom: "Twee meisjes die Noam Chomsky uitleggen.") Daar kan het dus allemaal níét aan liggen.

Misschien ligt het aan Allens stem, bedacht ik. Hij klinkt nogal oud op de opnamen, een beetje vermoeid, terwijl de grappen elkaar in enorm hoog tempo opvolgen. Hij is duidelijk vijfendertig jaar ouder dan de energieke komiek die zulke absurde parodieën schreef. Maar misschien ligt het ook wel aan de grappen zélf, misschien is dit materiaal echt verouderd. Aan de andere kant veroudert niet alle humor zo snel, de films van Allen of de tv-programma's van Monty Python blijven nog steeds grappig.

Nou ja, misschien is Woody Allen ook in zijn films wel niet altijd even grappig. Ik heb Love and Death en Everything you always wanted to know about sex, die allebei uit ongeveer de periode van dit boek stammen gezien, en ik vond ze geloof ik geen van beiden erg geslaagd, en heb ze alleen gezien omdat ik de andere films zo graag bekeek, enz.

Wat me in het werk uit die tijd geloof ik, alles bij elkaar opgeteld, dan het duidelijkst tegenstaat, is de grapdichtheid. Die is te hoog, niet speciaal voor de oude stem van Allen, maar voor mij. Ik kan dat niet aan, iedere zin een grap. Het wordt me dan te duidelijk dat ik geacht wordt te lachen; dat gaan mijn lachspieren dan weigeren. Zodat ik niet lach - en er is weinig dodelijker voor een grap dan dat er, om welke reden dan ook, niet om gelachen wordt.

Ik vind Woody Allen het leukst als hij af en toe een grapje maakt.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.