Ludwig Wittgenstein. Tractatus Logico-Philosophicus. Amherst: Klement, z.j. (1922)
2. Maar ik heb me pas nu niet laten afschrikken om het eens helemaal te lezen nu ik de tekst op mijn telefoon kon downloaden. De Tractatus is ideaal om te lezen op de telefoon omdat hij uit korte stukjes bestaat, stellingen met een hiërarchische structuur. Er zijn zeven hoofdstellingen, genummerd 1 tot en met 7, en daaronder zitten dan substellingen zoals 1.2 en 1.24.
3. Eerlijk gezegd lijkt me die structuur voor een deel bluf. De laatste substellingen bij 6 leiden eerder naar stelling 7 toe dan dat ze 6 nader toelichten of uitwerken. Er is wel meer bluf, lijkt mij. Zo wordt ijzeren logica gesuggereerd en worden er allerlei formele definities gegeven waar vervolgens eigenlijk niets mee wordt gedaan wat je zou verwachten van een logische tekst. Er wordt bijvoorbeeld voor zover ik kan zien nooit iets bewezen.
4. Nu kan er ook eigenlijk niets bewezen worden, want de tekst hoort tot meer tot de metalogica: hij gaat over omder meer de ongrijpbare relatie tussen denken en werkelijkheid. Wat zeggen we precies als een gedachte (een 'zin') waar is? Hij correspondeert dan op de een of andere manier met een stand van zaken in de werkelijkheid (de 'wereld').
5. Ik heb het weleens ergens gelezen over de Tractatus, al weet ik niet waar: het probeert iets te doen waarvan het zelf zegt dat het onmogelijk is, iets te zeggen over het onzegbare. Gehuld in het vest van de logicus schetst hij de chaos van de wereld. Door net te doen of hij alles onder controle heeft, laat hij zijn hoe weinig hij ervan begrijpt. Net zo weinig als Socrates en daardoor nog altijd meer dan ik.
Reacties