David Pefko. Het voorseizoen. Amsterdam: Prometheus, 2012 (2011)

Wanneer mag je beslissen dat er een trend is in de Nederlandse literatuur? Het voorseizoen van David Pefko is het tweede boek dat ik las dat gaat over iemand die veel te dik is: eerder deze maand las ik Lieve Céline van Hanna Bervoets, waarover ik niet op dit blog schreef maar wel elders.

De protagonisten hebben meer overeenkomsten dan het gewicht: ze verkeren allebei aan de zelfkant van de maatschappij, zijn niet bijster intelligent en gaan uiteindelijk tragisch ten onder. De trend zou dan zijn: een plotselinge aandacht van de romanschrijvende elite voor de mensen die nooit boeken lezen maar wel patat eten.

Mijn stukje over Lieve Céline ging vooral ook over de vraag wat vrouwelijke schrijvers en lezers onderscheidt van mannen. Een grondige vergelijking van dat boek met Het voorseizoen zou misschien licht op die kwestie kunnen werpen, want Het voorseizoen lijkt me een heel mannelijk boek. En dat is niet alleen omdat de hoofdpersoon naar de hoeren gaat (mannelijke schrijvers die over de zelfkant schrijven, schrijven vaak over prostitutie). De aandacht voor het lichamelijke is ook anders: het is kotsen, diarree hebben en masturberen, het gaat over dingen die het lichaam uitkomen. Vrouwelijke schrijvers schrijven vaker over wat er in het lichaam gebeurt. (Nu ik dit opschrijf, bedenk ik dat dit toch ook niet helemaal klopt want Pefko's held, Steve Mellors, heeft ook regelmatig buikpijn.)

Nou ja, daar kom ik niet uit.

Het voorseizoen roept ook een heleboel vragen op: waarom heeft de schrijver dit of dat gedaan? Hoe komt een Nederlandse schrijver er bijvoorbeeld toe om een rechercheur uit Leicester tot hoofdpersoon te kiezen? Technisch is dat behoorlijk ingewikkeld (hoeveel Engelse woorden gebruik je bijvoorbeeld in de dialogen?) Waarom moet die man met alle geweld tegen het eind van het boek naar een Grieks eiland worden weggewerkt? Dat is toch een van de minder geloofwaardige kanten van het boek, dat zijn mislukte advocaat hem zomaar naar zijn eigen vakantiehuisje laat gaan. En wat heeft die jonge Pefko (29 jaar is hij nog maar) met dikke mannetjes die op internet hun gerief zoeken — het internetverschijnsel Louis Nanet is immers ook door hem verzonnen? Waarom staat er op het omslag een afbeelding van een jongetje dat de zee in loopt? Waarom heet het boek Het voorseizoen?

Maar het gaat niet om die vragen. Alles bij elkaar is Het voorseizoen een verbazingwekkende roman, hopelijk de voorbode van nog heel veel moois. Ik heb het gevoel dat het allemaal nu soms nog wat technisch is, dat hij nog teveel een leven van buitenaf beschrijft, en eerlijk gezegd ook een beetje te lang van stof; maar dat er een moment komt dat er uit Pefko's binnenste nog iets veel verschrikkelijkers komt dan de buikpijn van een dikke man. En dat we dan te maken blijken te hebben met een van de grootste Nederlandse schrijvers van onze tijd.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.