Christian Kracht. Imperium. Köln: Kiepenheuer & Witsch, 2012.

Ik was onlangs op vakantie en zocht nog wat interessante moderne boeken om op mijn e-reader te zetten. Wat is volgens jou de interessantste Duitse roman van de afgelopen tijd, vroeg ik aan een bevriende germanist, via Twitter (want als het gaat om het volgen de de hedendaagse literatuur worden alle middelen ingezet). En zo kwam ik aan Imperium, de roman van Christian Kracht.

ik volg de Duitse literatuur niet bepaald van nabij. Ik had bijvoorbeeld noch van Kracht noch van het rumoer rondom zijn boek gehoord. De germaniste verzekerde me dat het schandaal ten onrechte was, en ik besloot Imperium dan ook nu eens niet te goolen – bij uitzondering, want ik lees eigenlijk nooit meer boeken zonder tussendoor af en toe iets over boek of schrijver op te zoeken.

Imperium is inderdaad een mooi boek – een prettige, wat ouderwetse stijl en een aantal fascinerende motieven. Het vertelt de geschiedenis van een zekere Engelhardt, een Duitse vegetariër die aan het begin van de vorige eeuw het idee kreeg dat de kokosnoot de kroon op de schepping was: van die vrucht kon een mens alles maken wat hij nodig had, en bovendien kon je ook het best leven op een dieet van alleen kokosnoten. (De man blijkt echt te hebben bestaan, maar dat vond ik dus pas uit toen ik het boek gelezen had.) Op een Duits eiland in de Stille Oceaan koopt hij een kokosplantage op een klein eiland en begint een experiment. Hij krijgt ook wat volgers, maar die sterven onder verdachte omstandigheden of rennen weg. Langzaam wordt hij gek en begint niet alleen op zijn duim te sabbelen, maar er ook van te eten.

Ondertussen krijgen we een mooi, wat stripverhaal-achtig beeld van een zonderlinge episode in de Duitse geschiedenis – de poging om ook een koloniale macht te zijn. (Het omslag van de papieren editie is een tekening in de klarelijnstijl.) Je hoeft niet echt hardop te lachen om de gouverneur, en de rijke dame, en de vrachtkapitein, maar vermakelijk zijn ze wel.

Vooral is Imperium een spel met de tijd. Een Duits verhaal uit het begin van de 21e eeuw over een Duits 'imperium' aan het begin van de 20e, gaat automatisch ook over wat er tussendoor gebeurd is, en de schrijver laat de tijd dan ook alle kanten op heen en weer schuiven. Dat gaat bijna ongemerkt, het hoeft het lezen van de spannende avonturenroman helemaal niet in de weg te staan. Maar als je goed oplet, zijn er voortdurend vooruitwijzingen (de verteller geeft alvast een waarschuwing over wat er later in het verhaal of in de wereldgeschiedenis gaat gebeuren), denken personen na over de onbegrijpelijkheid van de tijd. Bovendien is dit natuurlijk een verhaal over een idealist: en leven wij lezers nu in de toekomst die die idealist had willen verbeteren. We kunnen alleen maar constateren dat de toekomst van het verleden niet het heden is.

Daarmee gaat het boek dus ook over idealisme. Zonder dat hun namen genoemd worden, maakt Kracht duidelijk dat de twintigste eeuw voor een belangrijk deel bepaald is door vegetariërs – van Hitler tot en met Einstein. Niemand is er in geslaagd om hem tegelijk in de juiste richting te duwen.

Zo'n bittere boodschap in de vorm van een vrolijk intellectueel spel – was dat genoeg voor het schandaal waar mijn adviseuse het over had? Tot mijn verbazing bleek het over iets anders te gaan: een Duitse criticus had Kracht ervan beschuldigd met dit boek literaire vorm te geven aan extreem-rechtse ideeën. Dat had ik nu nooit kunnen verzinnen en net bleek geloof ik ook meer gebaseerd op allerlei al dan niet juiste achtergrondinformatie over de auteur.

Dat gedoe had mijn plezier om het boek weleens kunnen verknallen. Soms kun je voor een goede keuze voor boeken beter terecht bij de sociale media dan bij Google.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.