Sofie Rozendaal. Indien plaats beschikbaar. Amsterdam: Van Gennep, 2012

Wie is Sofie? Een jonge vrouw die te kampen heeft met een eetprobleem met een minder bekende oorzaak – ze is er niet op uit om te vermageren, ze kan alleen niet tegen de gedachte dat ze allerlei vreemde dingen in haar buik moet toelaten, die haar misschien ziek maken. Ze gaat op een dag mee met haar vader, een piloot die een passagiersvliegtuig de oceaan over vliegt, naar Californië. Dat vliegtuig heeft als het ware ook iets vreemds in zijn buik: een paard dat zo panisch van angst raakt dat het een gevaar wordt. De vader moet een noodlanding maken in Canada, maar weigert uiteindelijk om het paard uit de buik van het vliegtuig te laten gaan – in Canada zou hij moeten worden afgemaakt.

WIe is Sofie Rozendaal? Zij is de 24-jarige schrijfster van deze roman over buiken en wat daar in kan verdwijnen, en over paarden en mannen die wild en woest worden. Eerder heeft ze (blijkens de achterflap) boeken geschreven met titelsals Gek van eten. Als voeding je leven regeert en Blonde manen. Net als Sofie in Rozendaals debuutroman Indien plaats beschikbaar woont ze niet ver van Rotterdam, in de Hoeksche Waard.

Ik zou Indien plaats beschikbaar vermoedelijk niet gelezen hebben als de schrijfster het me niet ter recensie had aangeboden via de e-mail. Het leek me niet voor mij geschreven – een boek over een jonge vrouwen dat in veel opzichten doet denken aan een meisjesboek en dat soms lijkt te verwijzen naar Boeketreeks-achtige romans. Zo vliegt er op het vliegtuig ook een jonge, woest aantrekkelijke derde piloot mee, met wie Sofie zelfs – heel even – zoent. Tegelijkertijd word dat Boeketreeks-beeld ook weer gerelativeerd, doordat Sofies vader de hoofdpiloot is en tegelijkertijd thuis een sukkel.

Uiteindelijk heb ik het boek, dat dus niet voor mij geschreven was, vooral gelezen als een soort sociologische studie: hoe schrijft een jonge vrouw tegenwoordig over relaties tussen mannen en vrouwen? Want behalve over de relatie van een vrouw met haar eigen lichaam (vooral haar buik) lijkt me dit boek over dat onderwerp te gaan. Ook die relaties met mannen gaan heel vaak over het lichamelijke: wat hebben ze aan, hoe zien ze eruit, hoe ruiken ze. Tegelijkertijd blijft het allemaal in het kuise – met de copiloot gaat het dus niet verder dan een zoen, en een vriend van de moeder van Sofies vriendin die een beetje creepy wordt, doet dat niet door Sofie aan te randen, maar door zijn hand op haar buik te leggen en haar voorstellen om te trouwen.

Het blijft dus letterlijk en figuurlijk allemaal nogal aan de buitenkant voor de hoofdpersoon; het binnenste van een mens is net zo eng als het vrachtrijder van een vliegtuig. Dat geldt ook het geestelijke (Sofie klaagt herhaaldelijk over het feit dat haar ouders haar niet begrijpen). Om in de buik-metafoor te blijven: het lijkt net alsof Sofie niets echt binnen wil laten dringen. Of het nu een paard, een boterham met pindakaas of een aantrekkelijke piloot betreft: ze moeten allemaal buiten blijven. Aandacht, dat is wat ze vooral nodig heeft: en hoe oppervlakkiger die aandacht blijft, hoe liever het haar is.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.