Isa Hoes. Toen ik je zag. Artemis & Co, 2013.

Ik ken Isa Hoes. Een beetje. Of nou ja, ik heb op dezelfde lagere én dezelfde middelbare school gezeten in Den Bosch als zij. Een jaar zaten we zelfs in dezelfde klas – omdat de vierde en de vijfde waren samengevoegd in hetzelfde lokaal (bizar, ik weet eigenlijk niet meer precies hoe dat ging). Niet dat ik me veel van haar herinner, maar ze was toen al op de een of andere manier een soort beroemdheid, vanwege haar moeder die een tamelijk bekende politicus was in de stad en bovendien een nogal prominente aanwezigheid waar ze ook maar verscheen, en ook wel een beetje doordat Isa zelf de aandacht wist te trekken. Er moeten exemplaren zijn van de schoolkrant van het St. Janslyceum waar we allebei instaan – maar ik heb die niet.

Ik kan niet zeggen dat ik Isa's carrière op de voet heb gevolgd. Ik heb ooit de eerste aflevering van Goede Tijden Slechte Tijden gezien; daar heb ik het bij gelaten. Ik wist wel dat ze getrouwd was met een andere acteur uit die serie, en dat die acteur zelfmoord pleegde. De krant wijdde daar een voorpagina aan.

Hoes heeft nu een boek geschreven over haar leven met die man, Antonie Kamerling. Ik heb ernaar geluisterd als luisterboek, waarop ze het zelf, ingehouden, voorleest. Ik vond het bijzonder ontroerend en indrukwekkend.

Toen ik je zag is een boek over twee mensen. Zij is een Bossche die op school heel onzeker is, maar niets anders wil dan toneelspelen; iemand die onzeker is, zich door haar moeder niet begrepen voelt, en daarom graag op het toneel wil staan. Iemand die de Havo maar met heel veel moeite afmaakt, maar voldoende praktisch verstand heeft om zich te handhaven. Hij is een jongen die rechten gaat studeren, maar die graag een beetje op de piano pingelt en bij toeval vanwege zijn charisma bij de soap terechtkomt. Ze vallen voor elkaar in het kleine kringetje van jonge acteurs die ineens overvallen worden door de populariteit – GTST was de eerste echt Nederlandse soap ooit.

Het is een verhaal van twee mensen die allebei enigszins ambitieus zijn, zij het ook weer niet té (hoewel ze er in verloren minuutjes wel over dromen om in Amerika te gaan werken, zetten ze geen serieuze stappen); mensen die verwend zijn door het succes op jonge leeftijd, maar later toch wel een beetje tegen de grenzen van hun talent oplopen. Van een vrouw die zich losworstelt van haar moeder. Van een man die gaandeweg wegglijdt in steeds ernstiger wordende manisch-depressieve perioden, en daarbij alle hulp weigert. Die ruzie maakt met zijn vrouw, die wegglijdt van zijn vrouw, die af en toe dan toch ineens weer de lieve, attente man is – en die dan een einde aan zijn leven maakt.

Het is een ontroerend verhaal omdat het droog is opgeschreven, zonder veel pathetiek en zonder veel stijlmiddelen. Sterker nog, het wordt gaandeweg, vermoedelijk deels onbedoeld, duidelijk dat de schrijfster het bijzonder moeilijk vindt om gevoelens te benoemen. Wanneer mensen lachen, of zich prettig voelen bij elkaar, of zich van hun zonnige zijde laten zien, of uitgelaten zijn, schrijft Hoes iedere keer weer dat ze "de grootste lol" hebben. Wanneer ze kinderen moet krijgen, of in een nieuw huis gaat wonen, of een relatie verbreekt, is dat telkens "spannend". Dat zijn allemaal heel moderne woorden, woorden die veel gebruikt worden door een bepaalde generatie (de mijne) en die dus veel afdekken.

En die precies door dat afdekken in dit geval veel onthullen: je hebt het gevoel dat je met de schrijfster meedenkt over wat er mis gaat, dat jij als lezer sommige dingen misschien duidelijker ziet dan zij. Totdat er ineens het verschrikkelijke gebeurt dat ook jij niet had kunnen voorzien of voorspellen, maar dat zij in ieder geval weet te accepteren.

Toen ik je zag is een verhaal over een vrouw die haar onzekerheid lang heeft verborgen achter een soort hooghartigheid en die een man heeft gevonden van wie ze zielsveel moet hebben gehouden. Een man die ze in zijn laatste periode niet begrepen heeft, waar ze zich nu schuldig over moet voelen.

Vermoedelijk komt de ontroering natuurlijk ook wel doordat ik Isa Hoes een beetje ken, doordat ik herinneringen aan haar heb. Het zijn er maar een paar (in een ervan zat ze in de klas een prinsesje te tekenen), maar ineens worden die herinneringen nu verbonden aan die van een vrouw van mijn leeftijd die iets heel ergs heeft meegemaakt. Het is raar en vreemd en aangrijpend om te zien dat andere mensen parallel aan het jouwe een leven hebben geleid dat in allerlei opzicht anders was, waarin heel andere keuzes zijn gemaakt, en dat toch op hetzelfde neerkomt: eindeloos getob.

Maar wat kan mij het schelen: andere mensen moeten Toen ik je zag maar om hun eigen redenen lezen. Of niet. Het is een hartverscheurende geschiedenis over iemand die je je leven lang op de achtergrond hebt waargenomen en die nu ineens een mens blijkt te zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.