Jordan Ellenberg. How Not To Be Wrong. The Hidden Maths of Everyday Life. Penguin, 2014.

Hoe moet je een vak populariseren? Dat is een onderwerp waarover ik natuurlijk weleens nadenk; ik ben er bij betrokken als producent, als het om taalkunde gaat, en als consument, als het om wiskunde gaat.

Wiskunde, en dan vooral getaltheorie, is een onderwerp dat mij als leek mateloos fascineert, waarbij de nadruk toch wel moet liggen op het lekendom. Ik heb nu toch al aardig wat boeken over wiskunde gelezen, maar ik kom bijna nooit een stap verder. Dat ligt er onder andere aan dat ieder boek weer van voren af aan begint, en dus nooit genoeg ruimte heeft om echt verder te komen. Ik zou dan misschien een 'echt' wiskundeboek moeten gaan lezen, maar ik heb geen idee welk boek dat zou moeten zijn. Ik ken de weg niet.

Dit nieuwe boek van de Amerikaanse wiskundige Jordan Ellenberg is bij vlagen heel irritant. Dat komt onder andere doordat het zich min of meer in de traditie plaatst van de populaire economieboeken van het afgelopen decennium van het type freakonomics: het gaat over loterijen en verkiezingen en dat soort zaken – uit het zogenoemde 'echte leven', waarop dan vooral een goed begrip van statistiek ons een beter beeld kan verschaffen.

Bovendien schiet het boek allerlei kanten op, en worden er allerlei zaken aan elkaar gepraat die ik helemaal niet wil weten. Ik hoef niet te weten wat allerlei literaire schrijvers over het toeval dachten, Lenneberg! Ik zit hier voor de wiskunde! (Altijd maar al die wiskundeboeken die mensen over hun wiskundeangst proberen heen te helpen; alsof iemand met wiskundeangst ooit op het idee zou komen zo'n boek te lezen.) Het schiet niet genoeg op, op deze manier, naar mijn smaak. (En dan het einde van dit boek! Mijn hemel! De ineens gezwollen, hoogdravende toon over de Boodschap van de Mathematica, dat er structuur zit in de werkelijkheid!)

Toch heb ik het boek uitgelezen, eerlijk is eerlijk, want veel van de verhalen zijn interessant – zoals dat van de loterijen waar je gegarandeerde winst had wanneer je maar tienduizenden loten kocht en die sommige slimmerikken dus op een bedrijfsmatige manier begonnen te bespelen.

Maar voorlopig blijf ik nog op zoek naar een boek over wiskunde over mensen die de allersimpelste dingen nu wel zelf hebben kunnen uitvissen.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.