Esther Gerritsen. Roxy. Breda: De Geus

Roxy is Esther Gerritsens doorbraak bij mij. Enkele jaren geleden moet ik haar naam hebben zien voorbijkomen, in een recensie misschien, of een overzicht van nieuwe schrijvers. Ik heb weleens een interview met haar gehoord, ik heb ook weleens met een boek van haar in handen gestaan. Maar iets gelezen van haar heb ik geloof ik nooit.

Onlangs las ik ergens dat ze een van de belangrijkste schrijvers van haar generatie was, en ook een interview met haar. Dus heb ik Roxy gekocht en ben erdoor overrompeld.

Roxy is het verhaal van een vrouw die op een dag te horen krijgt dat haar man is doodgereden terwijl hij naakt in de armen van zijn minnares lag. Tot die tijd was die man haar burcht. Roxy had ooit een rauw boek geschreven waarin ze afrekende met haar Brabantse ouders, was tijdens een interview de succesvolle producer Arthur tegengekomen en had op zolder in hun huis nog twee veel te geconstrueerde romans geschreven. Nu ze ineens weduwe is van een man die haar blijkt te hebben bedrogen, slaat ze los.

Maar dat is allemaal niet wat indruk op me maakte. Het verhaal is nog wat ingewikkelder dan dat, maar het gaat niet om dat verhaal. Het gaat ook niet om de stijl en de taal, al zitten die nergens in de weg — dat is al heel wat. Het gaat om de psychologie, om de complexiteit van Roxy die je daar ineens in alle subtiele onbegrijpelijkheid krijgt voorgeschoteld: ze is een beetje gek, ze is een beetje onaardig, ze is een beetje onverantwoordelijk, maar je begrijpt het allemaal, nog nooit is zo overtuigend beschreven waarom iemand een weiland in loopt en daar een aantal schapen op hun rug legt. Daar komt dan een bijna Tolstojaanse aandacht bij voor alle bijpersonages: hoe klein hun rol ook is, ze zijn zonder uitzondering echt mensen.

Ik ben verkocht. Wat fijn dat Gerritsen al een hele carrière heeft opgebouwd. Zo kan ik veel meer van haar lezen.

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.