Homeros. Ilias. Amsterdam: Van Oorschot, 2016.

Vertaling: Imme Dros

Mocht iemand willen weten wat mijn taalervaring van de afgelopen maanden was, dan zou ik zeggen: Imme Dros' vertaling van de Ilias. Ik had hem al een tijdje in huis, en er een half jaar geleden al her en der in gelezen. En toen meteen gezien dat hier iets bijzonders aan de hand was.

Ik vond tot nu toe de Ilias altijd moeilijker dan de Odyssee: het wereldbeeld is moeilijker te vatten, je kunt je als 21e eeuwer, of in ieder geval als Marc van Oostendorp, moeilijker verplaatsen in een verhaal dat voor een belangrijk deel toch gaat over op welke plaats in het lichaam van welke held welke speer precies binnendringt en waar die speer het lichaam dan weer verlaat. De Odyssee is meer een avonturenboek; en tegelijkertijd, besef ik nu, misschien ook wel minder een eenheid.

De Ilias vertelt toch heel duidelijk een verhaal, waarin alles logisch uit elkaar voortvloeit, gegeven enkele premissen (bijvoorbeeld dat er goden zijn): door het onredelijke gedrag van Agamemnon geraakt Achilleus in een onredelijke wrok en vanaf dat moment gaat alles mis. Nu heb ik de Ilias gelezen in een periode dat ik ook het idee had dat men mij op onredelijke wijze het mijne had afgepakt, en ik mij wrokkig terugtrok op het Italiaanse platteland.

Ik ga nu binnenkort weer terug, maar niet omdat ik nu ineens zie dat men mij nodig heeft, dat is wel een verschil.

Maar ik dwaal af. Ik heb de Ilias al vaak gelezen en nog vaker geprobeerd te lezen, maar nooit werd het feest van het boek me zo duidelijk als met deze nieuwe vertaling van Imme Dros, die eerder ook de Odyssee al zo levendig en prettig en menselijk vertaalde. Het stond allemaal zo ver van me af. Ja, ik kon het verhaal wel volgen, maar wat moest ik met die geschiedenis van de strijd om Troje en die rare helden en die zo mogelijk nóg raardere goden? Het was duizenden jaren geleden vast mooi, maar waar was die glans?

De tekst heeft een duidelijk, hexametroïde, maar niet al te dwingend ritme (alleen aan het eind van elke regel staat het vast) en tegelijkertijd is de tekst op de een of andere manier leesbaar tot en met: niet te ouderwets en niet te populair, helemaal van nu, maar toch nog met de Homerische eigenaardigheden. Iedere regel een plezier om te lezen en samen ineens een aanleiding om te begrijpen wat de mensen duizenden jaren heeft bewogen om naar dit boek te grijpen.

Ik laat het hier op mijn Italiaanse vluchtplaats achter, dan kan ik er een volgende keer misschien weer naar grijpen. Maar ik koop in Nederland denk ik ook een exemplaar.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.