Chrétien Breukers en Mark Cloostermans. De man die van vrouwen hield. George Simenon in 27 roman. De kleine uil, 2015.

 

Wanneer een schrijver ernaar streeft om onsterfelijk te worden, moet hij waarschijnlijk niet tientallen titels schrijven die allemaal de moeite waard zijn en waar geen enkele er echt torenhoog bovenuit steekt: geen Vestdijk, geen Camilleri. En dus ook geen Simenon. Daar houden de lezers in de eigen tijd wel van: steeds als je verlegen zit om iets te lezen komt er wéér iets nieuws uit dat gegarandeerd goed is. Maar lezers in latere tijd die ook nog allerlei andere dingen moeten lezen en willen weten waar ze dan moeten beginnen, die kunnen er niet goed tegen.

Bij zulke schrijvers is er een markt voor boekjes als De man die van vrouwen hield. Georges Simenon in 27 romans. De twee critici Chrétien Breukers en Mark Costermans pikken, min of meer om en om, telkens een boek uit de berg – Maigrets en zogeheten romans durs, de psychologische romans zonder Maigret. Eerder deden Maarten 't Hart en Hugo Brandt Corstius zoiets ook met het werk van Vestdijk – al ging het toen nog om alle romans, maar vergeleken bij Simenon was Vestdijk een krabbelaar. Het werkt in ieder geval goed, zo'n duo: de vermoeidheid slaat, neem ik aan, minder snel toe bij de twee recensenten, en de lezer krijgt het oeuvre te zien uit twee complementaire invalshoeken.

Een belangrijk thema in De man die van vrouwen hield is dat Maigret, de held van al die boeken die het vooral van de psychologie moeten hebben, zelf niet echt een persoonlijkheid heeft – hij is een receptor van indrukken, die zich zo gemakkelijk inleeft in iedereen die hij tegenkomt dat de toedracht van de misdaad hem vanzelf duidelijk wordt – zonder dat hij de misdadiger erom veroordeelt. Deze lijn wordt naar mijn smaak wel wat dik aangezet – pas geleden las ik zelf nog Maigret à l'école, waarin naar mijn idee juist Maigrets herinneringen aan zijn eigen jeugd in een klein dorp een belangrijke rol spelen – maar het is natuurlijk wel een interessante hypothese.

Zoiets geldt ook voor het lijntje waarop de titel van dit boekje wijst. Simenon had de reputatie van vrouwenverslinder, maar uit zijn werk komt vooral een enorm inlevingsvermogen in vrouwen naar voren, en een grote eerbied voor sterke vrouwen, die een intrigerend licht werpen op de relatie tussen leven en werk (1000 vrouwen en 500 boeken).

Het is terecht dat mensen steeds proberen het eerste stof van Simenons graf te blazen – zo'n hooggebergte overleeft in de literatuurgeschiedenis – maar als het met Balzac kon, moet het met Georges Simenon toch ook lukken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.