Isabel Wilkerson. Caste. The Origins of Our Discontents. Penguin, 2020.

 

Het is misschien nodig om een andere invalshoek te kiezen om het over Black Lives Matter te hebben. Dat moet ongeveer Isabel Wilkersons idee zijn geweest toen ze Caste ging schrijven, al moet ze daar al lang voor BLM aan begonnen zijn.

Wilkersons centrale gedachte in dit boek is dat de relaties tussen groepen in Amerika beter te begrijpen is in termen van kasten, zoals in het traditionele Indiase systeem, dan in termen van rassen. Het racisme, hoe reëel inmiddels ook, is er ooit alleen maar bijgehaald om de slavernij te kunnen verantwoorden. Maar met name na afloop van de slavernij, en vooral in het zuiden van de VS, werd het systeem al snel omgezet in een systeem waarin bepaalde mensen vanwege hun afkomst van nature superieur waren en anderen op een al even natuurlijke manier als minder werden gezien. De witte mensen waren de brahmanen, bij uitstek geschikt om te leiden, de zwarten waren de onaanraakbaren (of dalit, zoals ze in de moderne literatuur over India worden genoemd).

Het is misschien inderdaad op een aantal manieren handiger om het zo te zien. Het probleem met de term 'racisme' is dat het tegelijkertijd een krankzinnige theorie en een aantal grotendeels onbewuste vooroordelen uitdrukt. Daarenboven wordt, in een derde betekenislaag, de racist ook nog eens als een crimineel gezien: racisme is verboden. Die krankzinnige theorie speelt eigenlijk alleen een marginale rol in de hedendaagse discussie in Amerika, en het idee dat racisme tegelijkertijd iets onbewusts is én iets misdadigs, zet die discussie enorm onder een spanning die het bijna onmogelijk maakt tot een oplossing te komen.

Hem herzien in termen van een kastestructuur werpt een nieuw licht op de zaak, dat laat Wilkerson in dit essay goed zien. De gruwelen van het Amerikaanse zuiden of het Amerikaanse heden gaat ze niet uit de weg – ze vertelt er allerlei dingen over waarover ik nog nooit had gehoord en die meer dan gruwelijk zijn en ze doet dat aan de hand van details (de ansichtkaarten die mensen konden sturen vanaf een plaats waar net iemand gelyncht was, met meteen ontwikkelde en afgedrukte foto's). De overeenkomsten met het Indiase kastensysteem zijn interessant – al had ik wel graag gehad dat ze over dat laatste wat meer had verteld.

Ze merkt ook zelf herhaaldelijk op dat ze zeker niet de enige is die deze observaties doet. Martin Luther King jr. trok zelf naar India om daar te bestuderen hoe Gandhi de opstand van de dalit had geregeld. Het is een overtuigende analyse.

Tegelijkertijd miste ik in dit essay wel een moment waarop er net wat analytischer, net wat wetenschappelijker wordt gekeken naar die vergelijking. Is dat nu alleen maar poëzie, of is het kastensysteem iets dat in de menselijke aard zit en steeds weer opduikt? Met name haalt Wilkinson er af en toe nog een derde systeem bij – de Jodenvervolging in Nazi-Duitsland – die eigenlijk het hele systeem juist onderuit trekt. Want het lijkt mij een raar kastensysteem dat een van de kasten systematisch wil vernietigen. Hoe gruwelijk de lynchpartijen ook waren, ze waren toch ook opgezet als incidenten, niet als een moordmachine. 

Het komt misschien doordat de rassenhaat in haar analyse uiteindelijk helemaal ontbreekt, omdat ze het echt ziet als een soort hulpstuk om  het kastensysteem in stand te houden, niet als iets dat geheel zelfstandig kan bestaan en lijden tot grote gruwelen. De onbewuste vooroordelen ziet ze ook alleen maar als zodanig.

Omgekeerd ontbreekt aan haar eigen analyse het begrip klasse. Ze merkt dat ook wel een keer op, maar het is toch een blinde vlek, bijvoorbeeld als ze een paar anekdotes verteld waarin ze verontwaardigd verteld dat ze niet serieus werd genomen omdat mensen niet geloofden dat ze een journalist is van de New York Times. Terwijl ze dat toch echt is! Alsof onrecht dat iemand wordt aangedaan die voor de New York Times werkt pas écht onterecht is.

Maar dat zijn misschien dan allemaal punten voor academici om uit te werken, want de kern van het idee: het gaat allemaal om de kasten, lijkt me wel degelijk interessant en waardevol. En iets dat denk ik voor lange tijd een rol in mijn achterhoofd ga spelen als ik over deze onderwerpen nadenk.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.