Zadie Smith. Intimations. Penguin, 2020


Wat een briljant boekje heeft Zadie Smith geschreven over de eerste maanden van de pandemie. Zes betrekkelijk korte stukken over onder andere hoe een en ander uitwerkte in New York en Londen, haar twee steden, over wat het heeft betekend voor het werk, wat het betekent voor de politiek, en wat het allemaal te maken heeft met Black Lives Matter.

Vooral gaan de opstellen vooral over wat het betekent om Zadie Smith te zijn. Alleen essays kunnen dat geloof ik: je zo trekken in iemands wereld, en dan vooral essays van romanschrijvers. Hoe zat de wereld de afgelopen maanden in elkaar? Er gebeurde achter allerlei deuren van alles, terwijl het meeste menselijke contact bestond uit 'twee gezichten, allebei naar voren gericht, naar het scherm'. zoals Smith schrijft. Corona-literatuur moet waarschijnlijk bijna per definitie gaan over de wonderlijke scheidslijnen tussen privé en openbaar leven die de afgelopen maanden zo zijn verschoven. Smith schrijft daar briljant over – en in een stijl en met een gedachtewereld die zo persoonlijk is, dat je even wordt uitgenodigd je gezicht in dezelfde richting te wijzen als zij.

Het mooiste stuk is dat over het schrijven zelf. Essays over de vraag 'waarom schrijven?' vormen, zegt ze zelf aan de begin van het essay, een genre op zich, en veel inzichtelijks levert het meestal niet op. Met name wordt zelden het antwoord gegeven dat de pandemie ons laat geven: het geeft je wat te doen.

De pandemie bracht allerlei mensen ineens in de positie van de kunstenaar: wat moest je nu eigenlijk doen? Een bananenbrood bakken? Maar waarom? "Ach, het geeft je wat te doen." En precies dat, zegt Smith, is ook een reden om te schrijven: er is niet zoveel verschil tussen een roman en een bananenbrood. De kunstenaar is iemand die de zee van tijd overziet die een mensenleven is, die het niet wil vullen met het 'druk' zijn van andere mensen maar die wel wat wil doen. En we willen allemaal wat doen omdat we tekort schieten. De drukste mens van de wereld moet nog steeds alle uren voelen als die niet gevuld worden met liefde.

There is no great difference between novels and banana bread. They are both just something to do. They are no substitute for love.

Ik vind alleen al het voorbeeld van die bananenbrood zo briljant getroffen – iets wat tegelijkertijd oeroud is en heel modern, alledaags en hip. Het is een genoegen om een essay te lezen waarvan de schrijver niet schroomt om het eigen werk te vergelijken met bananenbrood, zonder daarbij het niet óók serieus te menen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.