Christian Kracht. Eurotrash. Kiepenheuer & WItsch, 2020.




Het postmodernisme is inmiddels helemaal geïntegreerd in het literaire leven. Iemand kan een boek schrijven over een man die dezelfde naam heeft als hijzelf en die met zijn moeder een bizarre tocht door Zwitserland maakt, iemand kan die man en zijn moeder af en toe laten verwijzen naar het debuut van de schrijver, en grapjes laten maken over de vraag of wat zij nu meemaken echt is of een verhaal, en je leest gewoon door.

Kracht is een heel onderhoudende schrijver, Eurotrash was me door verschillende mensen aangeraden en ik las het in 1 adem uit. Je geniet vooral van het vertelplezier: niet alleen het verhaal van Christian Kracht met zijn moeder (ze halen 600 000 Zwitserse frank van de bank en strooien er op een ontzettend zorgeloze manier mee om zich heen) maar ook de bizarre verhalen die Christian onderweg op gezette tijden aan zijn moeder vertelt (over twee rijke broers wier autoverzameling door hun medewerkers was vernietigd en die daarop die hele verzameling in chocola hebben laten namaken – de miniatuurtjes moeten nog steeds in een geheime suite in een Zwitsers hotel staan) spatten van vreugde. Ja, je kunt alles verzinnen!

Toch ben ik het soort lezer dat zeker achteraf dan toch ook wel mist dat er niet iets was dat deze verzameling ballonnen wat zwaarte gaf. Het had misschien moeten komen van het bitterzoete portret van de hulpeloze en aggressieve moeder, een moeder van Arnon Grunberg in de overdrive, maar precies die overdrive maakt het net te weinig invoelbaar. Anders dan Imperium, dat ik eerder van Kracht las, is dit een boek om toch ook weer te vergeten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.