Het evangelie van Mattheüs. (NBV21)

 


De Nieuwe Bijbelvertaling 2021 moet natuurlijk wel gelezen worden. Het is een prettig leesbare vertaling. Ik besloot om het Nieuwe Testament erin te lezen, dat ik minder goed ken dan het Oude. Om te beginnen het evangelie van Mattheüs waarvan ik een deel in het Duits uit mijn hoofd ken, vanwege Bach, maar grote delen ook niet.

Jezus is een onruststoker, in dit evangelie. Het is duidelijk dat hij iemand is die de gevestigde religieuze orde tergt, en alles helemaal anders wil. Wat hij inhoudelijk dan precies allemaal anders wil is niet eens zo makkelijk te zeggen, en toch ook weer wel: hij wil weg van sociale structuren, hij wil dat ieder mens individueel hem volgt, en wel tot in het extreme. Godsdienst is een individuele keuze, niet langer een kwestie van voortbouwen op wat eerdere generaties gebouwd is – hoewel Mattheüs tegelijkertijd de hele tijd naar de profeten verwijst om te bewijzen dat Jezus echt de Messias is. 

De individuele keuze moet wel meteen radicaal zijn. Het gaat niet langer om overspel (iets wat je van buiten kan zien) maar zelfs om de gedachte aan overspel. Religie zit niet van buiten, maar van binnen. Jezus is misschien wel de uitvinder van het binnenste van de mens. 

Heel moeilijk te begrijpen vind ik dat hij daarbij in raadselen spreekt, en mensen verwijt dat ze die raadselen niet begrijpen. Of, nu, verwijt, hij meldt in ieder geval dat er voor mensen die zijn parabelen niet vanzelf begrijpen weinig hoop is. Tegelijkertijd legt hij zijn volgelingen wel degelijk uit wat hij precies met die verhalen bedoelt. Hoe moeten we dat begrijpen?

Er zit sowieso iets onredelijks in de Jezus van Mattheüs. Je moet alles weggooien om hem te volgen, je moet alles begrijpen wat hij zegt, maar het enige dat hij daartegenover stelt zijn de wonderlijke genezingen die hij kan laten zien. Is dat genoeg bewijs?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.