Christien Brinkgreve. Beladen huis. Memoir. Atlas Contact, 2025


 

In Beladen huis gebruikt de schrijfster Christien Brinkgreve af en toe opmerkelijk spreektalige constructies als 'een opmerking die me bijbleef want de kern van de zaak raakte' of 'zo’n voorval ebte dan weer weg.'

Behouden huis is juist in zijn ongepolijstheid een interessant boek. In het begin dacht ik: moet ik dit wel lezen, dit is allemaal zo duidelijk niet voor mij bestemd, zo persoonlijk, iets dat zich zo binnenshuis afspeelt. Maar gaandeweg zag ik in dat dit taboe op wat zich binnenshuis afspeelt nu juist een van de thema's van het boek is.

Brinkgreve en haar man vormden een betrekkelijk bekend gezin van Amsterdamse progressieve intellectuelen. Toen zij promoveerde was dit nog betrekkelijk zeldzaam, dat ze hoogleraar werd, eerst in Nijmegen en later in Utrecht, was een wapenfeit voor het feminisme. Ze schreef ook veel over de verhouding tussen mannen en vrouwen, en maakte de afgelopen decennia mee dat in ieder geval op sommige vlakken in het openbare leven de positie van vrouwen verbeterd werd.

Maar ondertussen was het binnenshuis allemaal ingewikkelder. 

Dat het in Brinkgreves huwelijksleven uiteindelijk allemaal minder makkelijk liep, had er minstens voor een deel mee te maken dat haar man worstelde met haar succes, en het feit dat ze regelmatig van huis was – naar de universiteitssteden om te werken, naar Egmond waar ze in een huisje kon schrijven. Al waren er ook andere factoren: hij had nu eenmaal een gesloten karakter, en was zijn leven lang beschadigd doordat hij als 4-jarige een iets ouder zusje had verloren.

Steeds meer lagen pelt Brinkgreve af van wat er daar binnenshuis allemaal gebeurde. Hoe somber de man kon zijn, hoe gefrustreerd, hoe hij alles, alles wilde bewaren en het gemeenschappelijke huis daardoor dichtslibde. Hoe ze allebei een eigen ruimte in het binnenhuis kregen – zij had haar werkkamer 'boven', hij de zijne 'beneden' – en ze elkaar enkele jaren lang zelfs in dat huis uitvoerige persoonlijke mails stuurden.

En hoe hij in zijn woede over het verloren leven in zijn laatste maanden, toen hij stierf aan een leverkanker, haar vreselijk kleineerde en vertelde dat hij had gehoopt dat ze er voor hem zou zijn geweest na haar promotie:

Het was zo anders dan wat iedereen vertelde: dat je in die laatste fase weer tot elkaar komt, dat het contact intensiveert, de intimiteit terugkomt. Ik heb het zo gehoopt. Geprobeerd. Maar de grond was te rotsig, de afstand te groot. Het is een open wond, dit niet-afscheid, die verschansing, elke keer als ik er aan terugdenk moet ik huilen. En het is onherstelbaar. Steeds keer ik terug naar die momenten, had ik het anders kunnen doen, had ik hem dan wel kunnen bereiken

Op een bepaalde manier waren de traditionele genderrollen in de laatste jaren omgekeerd: zij degene die het huis uit wilde, erop uit, hij degene die zijn leven binnen wilde vieren. Tegelijkertijd bleven er juist een heleboel oude patronen bestaan: zij degene die het allemaal steeds goed probeerde te maken, die het gezinsleven draaiende hield, hij degene die vooral voor zichzelf ruimte opeiste.

Binnenshuis is de strijd lastiger. Je staat er per definitie alleen voor. Toch moet daar ook nog wel het een en ander gebeuren, laat Brinkgreve zien. 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Safae el Khannoussi. Oroppa. Pluim, 2024.

Freek Van de Velde. Wat taal verraadt. Een kleine geschiedenis van brein tot beschaving. Lannoo Campus, 2024.