Vonne van der Meer. Eilandgasten. Contact, 1999
Wie de besprekingen van Eilandgasten van 26 jaar geleden leest, ziet af en toe teleurstelling. Ja, Vonne van der Meer had zich in de decennia ervoor leren kennen als een een meesterlijk schrijver, en de verhalen in Eilandgasten waren stuk voor stuk uitstekend geschreven. Maar ze eindigen allemaal goed, ze omarmen het leven. Het meisje dat naar Vlieland gaat met de gedachte dat ze misschien abortus moet plegen, ziet er uiteindelijk vanaf. De oudere man die de zee in wil lopen, doet dat net zo goed nadat hij is meegesleept door zijn pogingen zoveel mogelijk sporen na te laten van levenslust om zijn zelfmoord een ongeluk te laten lijken.
De vraag is dan: waarom zou literatuur altijd de donkere zijden van het leven moeten laten zien? Is dat niet kitscherig? De recensenten vonden de verhalen soms zelfs braaf, maar is het niet net zo braaf om al je personages in het ongeluk te storten omdat de literaire mores dat nu eenmaal voorschrijven?
Tegelijk moet ik toegeven dat het mooiste verhaal wat mij betreft het verhaal is dat het minst goed afloopt. Ja, Willemijn en Tom vinden elkaar op Vlieland, na eerst op de vastewal eerst heel lang om elkaar heen gedrenteld te hebben. Ze willen allebei een stabiele relatie en kinderen, en er zijn alle tekenen die daarop wijzen. Maar daarvoor heeft dan Walter dan wel het veld moeten ruimen, de jongen met wie Willemijn heel lang heeft samengewoond. In het verhaal over het drietal doet Van der Meer wat ze heel goed kan: in heel helder proza het soort gevoelens beschrijven dat niet te beschrijven is, de gevoelens die mensen hebben voordat ze een relatie hebben met elkaar: ja, toch wel, nee, toch niet, of ja, toch wel.
Sms
Tegelijkertijd is Eilandgasten ook onderdeel van een vlechtwerk. De zes verhalen spelen zich allemaal af in hetzelfde seizoen, in hetzelfde vakantiehuisje, Duinroos. Er is een schoonmaakster die in de meeste verhalen even opduikt en die aan het begin, aan het einde, en ergens rond het midden ook zelf even aan het woord komt. Maar er zijn vooral allerlei voorwerpen die in verschillende verhalen opduiken: de sabbeldoek van de baby van het ene gezin, die volgende gasten weggooien omdat ze het als een vieze theedoek zien. Het vlechtwerk doet een beetje denken aan de film Short cuts van Robert Altman, dat ook een aantal verhalen vernuftig door elkaar vlecht. En het proces is natuurlijk wel eerder vertoond.
Veel van de personages in Eilandgasten zijn bovendien aan het lezen of aan het schrijven. Het rode gastenboek van Duinroos is een van de objecten die steeds weer opduiken. Maar behalve daarin schrijven personages ook nog brieven en briefjes – een enkele keer duikt wel een 'zaktelefoon' op, maar daarop schreef je in 1999 nog hooguit een sms, en zelfs dat was nog niet heel gebruikelijk.
Succesvol
Ze denken allemaal aan het leven als een verhaal, en daarom schrijven ze. Of ze schrijven niet: een mooi verhaal gaat ook over een man die een drukke baan heeft in de 'systeemplafonds' en die er tijdens vakantie, doordat hij gebeld wordt op zijn zaktelefoon, achterkomt dat hij een promotie misloopt. Een jongere, minder ervaren collega krijgt die baan. Dagenlang is hij bezig met tandenknarsen om deze rare knik in zijn verhaal – zijn vrouw en kind laat hij zitten.
Alle verhalen hebben een knik in de korte periode dat de personages op vakantie zijn in Duinroos. Het is een ander decor voor hun verhaal, en tegelijkertijd is het omgekeerd het decor van vele verhalen. Samen vormen ze een verhaal. Aan het eind mijmert de schoonmaakster:
Het zou toch kunnen dat alles wat ik dit jaar terugbreng naar zee – de schelpen, de scherven, het takje – volgend seizoen weer aanspoelt, en opgeraapt wordt door de volgende gasten? Dat steeds andere handen dezelfde dingen aanraken, bewonderen, een plaats geven. Dat niets ooit verloren gaat.
Waar de recensenten bij Eilandgasten voorzichtig werden over het schrijverschap van Van der Meer, werd het boek bij een breder lezerspubliek juist een doorbraak – die ze vasthield met nog twee boeken met verhalen uit Duinroos, maar die daarna ook weer afnam. Dat doet de vraag rijzen waarom precies deze boeken, deze wonderlijke tussenvormen van romans en verhalenbundels, zo succesvol waren?
Ik denk dat het niet per se is dat de verhalen allemaal op een bepaalde manier lebensbejahend zijn, al kan dat ook een rol spelen. Belangrijker nog lijkt me dat precies door die verschillende personages, die worstelen met zo verschillende problemen maar toch worden samengebracht doordat ze allemaal in hetzelfde bed liggen, hun eten opbergen in dezelfde koelkast, langs dezelfde branding wandelen, een vraag naar zingeving wordt bevredigd. We tobben allemaal, maar uiteindelijk wordt de neerslag van ons getob allemaal gelezen in een groot rood Gastenboek, en gelezen door de schoonmaakster.
Reacties