Froukje van der Ploeg. Soms blijft iets. Querido, 2025

 

Veel meer dan een verhaal is een gedicht een isoleerbaar ding, iets dat je los van allerlei contexten kunt bekijken, de context van jezelf, de context van de dichter, een kunstobjectje. Wat voor object dat vervolgens is, dat is hiermee niet gezegd: het kan een landschapje zijn, of een 3D-model van een pretpark, of iets volkomen abstracts. 

Bij Froukje van der Ploeg zijn het vaak portretten. In een paar regels wordt een mens uit al die context gelicht en tot taal gemaakt:

Ik wil het niet hebben over hoe ik opgroeide
laat ik zeggen, ik vertrok de dag voor mijn diploma-
uitreiking, nam al mijn spaargeld, sloot mijn fiets
tegen die van mijn zusje, stapte in een trein

later zei ze dat ze niet begreep dat het om haar ging
om haar was ik nog niet eerder vertrokken, zij vond
het alleen vervelend, ze kon nergens heen, ik kwam
aan in Zuid-Frankrijk, een plek niet ver van de bar

waar we nu zitten (...)

Het zijn, kortom, gedichten voor mensen die het fijn vinden om naar mensen te kijken. Vaak, maar niet altijd, zijn het vrouwen, en soms kun je, als iemand die Froukje van der Ploeg helemaal niet kent dan door deze gedichten, vermoeden dat er iets van een zelfportret klinkt. Dan gaat het om gedichten die een mens niet van de buitenkant beschrijven – zoals bij de bovenstaande regels, ondanks de ik-vorm, op de een of andere manier gebeurt, maar van binnen. 

Er is bijvoorbeeld een gedicht dat indringend menstruatiepijn beschrijft:

Herhaling

Mijn lichaam wringt me uit
als de laatste klodders yoghurt
onder in het pak, het bloed
via mijn been op de grond
lijkt net zo dik, het duwt me 
terug in bed, opgerold kijk ik de tijd weg.

Was deze pijn van een man was het
een hoofdstad van een Europees land
met wereldleiders op komt dan was
er ongetwijfeld een zacht en warm
drankje met aardbeiensmaak
een bubbelbad en dokters die
mijn hand vasthielden.

Hoorde het niet gewoonweg bij vrouw zijn.

 


Reacties