Mithu Sanyal. Identitti. Carl Hanser Verlag, 2021.

 

Nivedita spreekt met de Indische godin Kali. "Das letzte Mal", zo luidt de eerste zin van de roman Identitti, "dass ich mit dem Teufel sprach, ware er nackt, sichtlich sexuell erregt und eine Frau." Dat gaat dus over Kali. En dat kan dus niet anders zijn dan het begin van een roman over identiteit.

Gender of sexuele oriëntatie spelen daarbij maar een marginale rol. Nivedita lijkt af en toe een zweem van erotische gevoelens voor vrouwen te hebben, maar al haar relaties zijn met mannen – ze zijn trouwens ook allemaal problematisch. Ik heb geen personage in deze ruim 400 pagina's tellende roman kunnen vinden die worstelt met het eigen cis gender.

Daarvoor gaat alle aandacht naar ras, of beter, naar het Engelse race. Nivedita is geboren in Duitsland uit een Poolse moeder en een Indische vader. In Duitsland is India zo onbekend dat de meeste mensen nauwelijks vooroordelen hebben over Indiërs, behalve 'dat ze zo slim zijn', 'dat ze zo arm zijn' en 'dat er zoveel zijn'. Het hindoeïstische geloof is eveneens volkomen onbekend en minstens even belachelijk. Als nakomeling van Polen ben je in Duitsland al helemaal te weinig zichtbaar om interessant te zijn.

Nivedita gaat in Düsseldorf studeren – Postcolonial Studies, bij de charismatische hoogleraar Saraswati, die een groot aantal studenten of colour aan zich weet te binden. Tot blijkt dat Saraswati geboren is als Sarah Vera Thielmann. Er ontstaat tumult, op de campus, op de sociale media en in het hart van Nivedita die zich zo aan Saraswati had vastgeklampt, die haar zag als de Indische moeder die ze nooit had gehad.

Identitti kun je in het begin nog lezen als een satire over een actuele problematiek. Het knappe is dat het boek zich heel snel ontwikkelt tot een ideeënroman over diezelfde problematiek. Allerlei ingewikkelde identiteiten komen voorbij. De minares van Saraswati is een albino, dus superwit. De nicht en beste vriendin van Nivedita is Priti – die heeft wel twee Indische ouders én komt uit Engeland, dus zit veel beter in haar Indische vel, maar raakt juist weer gefascineerd door Duitsland, waar ze niet thuis is. En uiteindelijk blijkt Saraswati geout door haar broer. Haar uit India geadopteerde broer, Raji, die eigenlijk had moeten opgevoed tot de Duitser Stan.

Mithu Sanyal laat zo zien hoe ingewikkeld de kwestie is. Ras is een fictie, daarover is iedereen het eens, of in ieder geval iedereen in de roman – er is geen biologische basis voor het onderverdelen van de mensheid in rassen. Tegelijkertijd is het een fictie die je niet zomaar naar je hand kunt zetten. Maar waarom eigenlijk niet? En wat dan te doen als je helemaal niet zo goed past in de fictie, bijvoorbeeld omdat je 'gemengd' bent, geadopteerd, of zelfs je eigen witheid zo minacht dat je iets anders wilt.

Dat het Sanyal menens is, benadrukt ze ook nog in een kort nawoord, maar dat had niet gehoeven. Ze heeft door al die verschillende mensen op te voeren, ze met elkaar ruzie te laten maken, ze samen thee te laten drinken, duidelijk geprobeerd meer nuance te brengen in het debat dan op sociale media mogelijk is. Terwijl tegelijkertijd de stem van die sociale media ook voortdurend klinkt: door het boek heen zijn Facebook-posts en Tweets gestrooid.

Tegen het eind van het boek gebeurt er iets dat de hele discussie op zijn kop zet: in Hanau vermoordt een racist een aantal mensen die er 'anders' uitzien. De hele academische discussie, en de satire daarop, komt door die moord – die duidelijk gebaseerd is op wat er een paar jaar geleden écht in Hanau gebeurde – ineens in een ander licht te staan. 

Onze identiteit is een fictie, maar wel een met soms dodelijke consequenties. De beste manier om dat allemaal te laten zien is door ook die consequenties op te nemen in de fictie.

Reacties