Christine E. Webb. The arrogant ape. The myth of human exceptionalism and why it matters. Avery, 2025

 


The arrogant ape is een wonderlijk onevenwichtig boek. Het bestaat uit minstens twee draden en voor Christine Webb, de auteur, lijken die volkomen evident met elkaar verweven, maar ze legt nergens uit hoe dat zit.

De ene draad is een interessante. Webb is primatologe en ze laat overtuigend zien dat we veel meer inzicht krijgen in de natuur als we er niet vanuitgaan dat de mens op welke manier dan ook het hoogtepunt van de evolutie is – een aanname die ze 'human exceptionalism' noemt. Het is veel vruchtbaarder om in te zien dat ieder dier zijn eigen bijzondere kwaliteiten heeft – kwaliteiten die je niet altijd ziet als je dieren vooral met mensen vergelijkt. Wie de intelligentie van andere mensapen met die van mensen vergelijkt, legt Webb uit, neemt over het algemeen apen die in gevangenschap leven en vergelijkt ze met mensen die vrijwillig binnen komen lopen. Mensen onder stress, bijvoorbeeld de stress van gevangenschap, presteren ook minder. Bovendien zijn de taken die getoetst worden vaak zaken die komen uit de mensenwereld, niet die van de chimpanzees.

Nu is dat op zich al heel lang bekend, dat geen enkel dier 'boven' een ander staat is de logische conclusie van Darwins evolutietheorie, maar Webb laat zien dat het nog heel lastig is om dat principe toe te passen. Ze beschrijft de nare condities waaronder de aapjes moesten leven waarmee ze experimenteerde als postdoc. 

The arrogant ape beschrijft overtuigend de bijzondere intelligenties van dieren en planten. Maar erdoorheen loopt de hele tijd een andere draad: een oproep dat mensen in het algemeen 'nederig' (humble) moeten zijnen zich op geen enkele manier boven andere dieren plaatsen. (Humble is een van de meest voorkomende woorden in het boek.)

Webb is vast een goede onderzoeker, en een uitstekend wetenschapscommunicator. Maar van morele filosofie heeft ze veel minder kaas gegeten. Deze draad overtuigt mij in het geheel niet. Ze werkt ook eigenlijk niet uit waarom dit zou moeten, het lijkt haar daarvoor vermoedelijk te vanzelfsprekend.

Maar The arrogant ape begint bijvoorbeeld met de beschrijving van een experiment waarbij volwassenen en kinderen moeten kiezen: een bootje met x varkens of paarden redden, of een bootje met y mensen. Volwassenen zijn vaak bereid om 100 varkens te laten gaan, als 1 mens gered wordt. Bij kinderen is die verhouding 10:1, en Webb suggereert dat dit de natuurlijke predispositie van de mens is, dat die volwassenen verpest zijn door het 'anthropocentrisme' in onze cultuur.

Maar mij lijkt dat kinderen in het algemeen veel meer geneigd zijn om alles te antropomorfiseren, ook bijvoorbeeld tekenfilmfiguren. Mijn dochter zag toen ze vijf was de zon en de maan als haar vrienden. Betekent dit dat we nu ook tekenfilmfiguren of de zon en de maan als bewust moeten zien? Natuurlijk niet.

Bovendien gaat Webb later terecht verder en betoogt dat er ook tussen dieren en planten geen duidelijke grens getrokken moet worden. Maar zou er iemand zijn die bereid is om een mens te laten sterven om 10 (of  100 of 1000) aardbeiplantjes te redden? En zou dat dan eigenlijk toch ook niet moeten? Ik weet echt niet welk antwoord Webb zou geven, maar vooral heb ik de indruk dat ze zichzelf die vraag gewoon niet stelt.

Het komt er bovendien ook steeds op neer dat Webb vindt dat we niet mogen zeggen dat mensen beter zijn dan andere dieren in wat dan ook – bijvoorbeeld niet dat mensen intelligenter zijn. Vuurvliegjes zijn ook heel intelligent, maar dan op een andere manier. Maar op een bepaalde manier is dat anthropocentrisch gedacht: intelligentie is kennelijk het allerbelangrijkste. Je kunt ook zeggen dat mensen sommige unieke vormen van intelligentie hebben – maar dat dit ze niet superieur maakt, want het is onzin om over superioriteit te denken.

Anderzijds lijkt Webb wel graag negatieve kwalificaties aan de mens toe te kennen. De mens is bijvoorbeeld uniek omdat hij van alles plagieert. Vogels konden bijvoorbeeld veel eerder vliegen dan mensen. Dat het in het eerste geval vooral de evolutie was die voor het resultaat heeft gezorgd, negeert ze. Maar om te zeggen dat mensen slechte wezens zijn omdat ze de natuur plagiëren, bijt zichzelf in de staart. Kennelijk hebben we dus wél een vermogen dat andere dieren niet hebben – dat van plagiaat.

Het zit natuurlijk ook in de titel: alsof wij de enige apen zijn die het talent tot arrogantie hebben. Terwijl je je natuurlijk ook kunt afvragen hoeveel eerbied wolven of kwallen of eikenbomen hebben voor andere soorten – hoe nederig zij in wezen zijn.

Reacties