Des inconnus à qui parler van Camille Bordas is een ensembleroman: het gaat niet zozeer over de verhalen van individuele personen, maar over een groep, over de manier waarop mensen reageren op die groep, waarop ze elkaar spiegelen. En het gaat misschien nog meer over een idee: het idee van een master in de stand-up aan een Amerikaanse universiteit.
De stand-up is snel en kort door de bocht, de academische taal is langdradig en subtiel. De stand-up gaat liefst over alle grenzen heen, de universiteit is woke of toch op zijn minst uiterst gevoelig. Die werelden botsen! Er bestaat geloof ik op dit moment nergens zo'n master – Bordas heeft hem verzonnen als een toneel.
En dat is een toneel voor allemaal heel slimme en spitsvondige mensen. Er komt in het hele boek geloof ik geen domkop voor. Er is niet veel verhaal, het boek beschrijft min of meer een dat uit het leven van de hoofdpersonen, en daarin gebeuren er twee dramatische dingen. In de eerste plaats is er een tijdje sprake van dat er op de campus een man met schietwapens zou rondlopen, maar dit blijkt vals alarm. In de tweede plaats is er net een bekende standupper aangenomen als gastdocent die gecanceld is, zodat men zich zorgen maakt hoe dat zal vallen, maar de redenen waarom hij gecanceld is blijken nogal mee te vallen – hij heeft een keer iemand op zijn neus geslagen en verder is hij nogal promiscue geweest, waarbij het ergste was dat hij al die vrouwen op een bepaald moment ten huwelijk vroeg.
Het boek drijft op de talloze intelligente ideeën en observaties die de personages hebben over van alles en nog wat. Het idee dat mensen AI-hologram-reconstructies van overlevenden van de holocaust zouden kunnen gaan gebruiken als lifecoaches, bijvoorbeeld. Of dat telefoons zozeer binnendringen in ons dagelijks leven – een van de personages krijgt zomaar een foto voorgeschoteld van vijf jaar geleden als een 'nieuwe herinnering' dat ze weleens de rol van onze partners zouden kunnen gaan ambiëren:
Avoir un téléphone, maintenant, c'est presque devenu comme avoir une meuf. Je sens qu'il va bientôt se mettre à me tester, me demander si je me souviens du jour où on s'est rencontrés, de notre première soirée ensemble. Tu te souviens quand tu m'as mis à charger la première fois? Du moment où tu as enlevé mon film protecteur?
In het begin van het boek heb ik heel veel van dat soort observaties aangestreept, maar gaandeweg wordt het minder, zie ik nu. Ik heb Des inconnus à qui parler ook steeds vaker weggelegd – al heb ik het dus wel uitgelezen. Standup kan misschien toch geen hele roman dragen.

Reacties